Jonge Brugse verzetsheld krijgt eerste struikelsteen in Brugge

De jonge Brugse verzetsheld Mathieu Hinoul krijgt een ‘struikelsteen in Brugge. © Heemkundige Kring Maurits Van Coppenolle.
Stefan Vankerkhoven

Op dinsdag 8 november zullen de Brugse burgemeester Dirk De fauw en de Duitse kunstenaar Gunter Demnig samen de eerste ‘Struikelsteen’ in de August Derrestraat in Assebroek plaatsen. Op die manier herdenken en eren zij Mathieu Hinoul, een jongeman die actief was in het verzet en kort na zijn achttiende verjaardag van ontbering stierf in een gevangenenkamp van de nazi’s.

Je valt niet over een Struikelsteen, je struikelt met je hoofd en je hart. Vanuit die optiek zorgt de werkgroep ‘Struikelstenen Brugge’, die de strijd tegen het fascisme levend wil houden, voor een primeur.

‘Struikelstenen’ zijn kasseien met een messing naamplaatje, dat op het trottoir wordt geplaatst, voor de woonplaats van iemand die door de nazi’s vervolgd is. In Europa liggen al vele duizenden van die Struikelstenen, vooral in Midden- en Oost-Europa. De ‘Struikelstenen’ of ‘Stolpersteine’ zijn een idee van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die speciaal voor deze eerste plaatsing naar Brugge komt.

Verzetsheld

De eerste ‘Struikelsteen’ in Brugge herinnert aan Mathieu Hinoul, een jongeman die actief was in het verzet en kort na zijn achttiende verjaardag van ontbering stierf in een gevangenenkamp van de nazi’s. Enkele familieleden zullen bij de plaatsing aanwezig zijn.

Yvette Kemel van de heemkundige kring Maurits van Coppenolle, slaagde in zijn leven te reconstrueren: “Mathieu Hinoul werd geboren in Sint-Kruis op 26 augustus 1926. Hij was samen met Hubert Van Achte de oprichter van de verzetsgroep de Revolutionaire Volksjeugd (RVJ) in de Middenschool in de Boomgaardstraat in Brugge.”

Koerier

“Hij rekruteerde bij Olympic Brugge en onder zijn medeleerlingen. Zij stonden in voor het verspreiden van sluikpers. Mathieu, met als oorlogsnaam René, was verantwoordelijk voor de drukpers en de vlugschriften die in zijn ouderlijk huis gedrukt en gestockeerd werden. Hij maakte ook valse identiteitspapieren voor onderduikers en werkweigeraars, waarmee hij in contact kwam door zijn vader.”

“Mathieu Hinoul was koerier voor de verzetsgroep S.R.A. die onder leiding stond van kapitein de Peneranda de Franchimont. Hij deed aan zachte sabotage van spoorwegmateriaal in de haven van Brugge en telefoonleidingen in Oostkamp. Hij verzamelde wapens door deze van de Duitsers te stelen. Hij stelde lijsten op van ontrouwe burgers en schilderde V-tekens op door Duitsers bezette gebouwen.”

Zakboekje

“Op 21 september 1943 werd Mathieu samen met zijn vriend André Peuteman door de Geheime Feldpolizei of GFP in de klas aangehouden. Mathieu Hinoul die in het bezit was van een zakboekje met de namen en adressen van de RVJ heeft dit op een of andere manier doen verdwijnen. Nooit heeft hij één van zijn medestanders verklikt.”

“Hij werd zonder proces op 17 november 1943 naar de Sint-Gillisgevangenis te Brussel gevoerd en op 20 november naar Essen en de dag erna naar het Duitse strafkamp Esterwegen. Op 21 februari 1944 werd hij naar kamp Börgermoor overgebracht 12 kilometer verder.”

Mishandeld

“In dit kamp moest men zware arbeid verrichten en kreeg men gebrekkige en onvolledige kleding, slechte voeding en werden men regelmatig mishandeld. Op 13 maart 1944 werd hij overgebracht naar het tuchthuis Groß Strehlitz in Polen om dan uiteindelijk op 20 november in Gross Rosen te belanden. Hij was daar tewerkgesteld in de waskamer en kreeg het gevangenisnummer 396.B./82120. Intussen was hij al zwaar ziek en geheel verzwakt.”

“Op 11 februari 1945 werden alle zwaar zieken op boerenwagens weggevoerd met bestemming Bergen-Belsen. De reis werd begonnen met een 900 à 1000 zieken en duurde zes dagen. Daarvan zijn er slechts 300 ter bestemming aangekomen. Ook Mathieu Hinoul haalde de eindbestemming niet. Hij stierf onderweg tussen Groß Rosen en Dora. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden”, aldus Yvette Kemel

.

Mark Braet

Karl Duc van Avansa Brugge vult aan: “Diverse leerlingen van de rijksmidddenschool hebben hun kleine verzetsactiviteiten met hun leven bekocht. Het zegt veel over de hardheid en onbarmhartigheid van het nazi-regime, om jongens van 16-17 jaar zonder verpinken de dood in te sturen voor het schrijven van pamfletten en plegen van al bij al kleine verzetsdaden.”

“Dat Mathieu, benhalve in de rijksmiddenschool, nergens anders herdacht wordt, was een reden om die eerste Struikelsteen voor zijn deur te plaatsen. Ook Mark Braet, de bekende Brugse dichter en mede-stichter van het Masereelfonds, zat in die groep, en rekende Mathieu tot zijn vrienden.

“Op het einde van z’n leven bleef Mark vol bewondering voor het leiderschap van Mathieu. Hij mijmerde toen over het dure verlies van jonge levens. Hij zei dat ze met z’n allen heel zwaar betaald hebben voor de kleine verzetsdaden, die de afloop van de oorlog niet hebben veranderd, maar die wel heel bewonderenswaardig zijn. Hij schreef er ook een gedicht over”, aldus Karl Duc.

Werkgroep

De plaatsing is een initiatief van de werkgroep ‘Struikelstenen Brugge’, waarin een diverse groep mensen en organisaties zich samen inzetten om de herinnering aan de strijd tegen het fascisme levend te houden. De stad Brugge verleent praktische en logistieke medewerking, via onder meer het Stadsarchief, de Erfgoedcel en een reglement dat de plaatsing mogelijk maakt.

De werkgroep roept Bruggelingen op om andere slachtoffers van de nazi’s in herinnering te brengen en de plaatsing van volgende Struikelstenen voor te bereiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier