Johanna (30), profvoetballer in quarantaine: “Wij waren bezig met een mirakel…”

Johanna Omolo onderhoudt eigenhandig zijn conditie. © Davy Coghe
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Bij een staflid van Cercle Brugge is corona vastgesteld, alle spelers werden twee weken naar huis gestuurd. Daar probeert Johanna Omolo de dagen door te komen. Met zijn loopband en twee kinderen, “vermoeiender dan elke dag training”. Maar: “Miguel Van Damme, dat is erger. Ik ontvluchtte een leven op een vuilnisbelt, ik ga nu niet denken ‘what am I doing here…?'”

Johanna Omolo: “Al weken stond bij Cercle alles in het teken van ‘het mirakel’. Toen die redding op zondagavond een feit werd, dachten we alleen maar aan feesten. Everybody was so happy…! Het coronavirus was voor mij tot dan alleen een drama in China. Heel ver weg. Dacht ik. Het was niet eens een item in de kleedkamer. Never give up… het sloeg alleen op de redding in 1A.”

“Maar de volgende dagen kwam de impact bij ons snel dichter. Eerst op televisie, met die Champions League-matchen voor lege tribunes. Ik dacht: what’s that…? En dan bij ons. Op woensdag zei de coach nog We’ll play on sunday… Wíth the fans! Maar op donderdag klonk al ‘Cercle-KV Oostende achter gesloten deuren’. Oh no, dat was zo’n teleurstelling! Het moest een feestmatch worden, er waren acties gepland. Met een grote banner, ballen in het publiek… wilden we onze supporters bedanken voor hun steun van afgelopen weken. Maar pas toen alles werd gecanceld was het van wow, this is very serious… Corona was nu wel heel dichtbij.”

Johanna Ochieng Omolo (30) is geboren in Dandora (Nairobi, Kenia) en heeft de dubbele nationaliteit. De middenvelder voetbalt sinds 2007 in België, achtereenvolgens voor Visé, Beerschot, Lommel en Antwerp. Sinds 2017 speelt hij bij Cercle Brugge. Hij woont in een flat in Oostkamp met zijn echtgenote Gladys, dochtertje Kai (5) en zoontje Mila (3).

“Maar het begon pas vrijdag. We kwamen voor het laatst op de club, vernamen er dat iemand van de medische staf besmet was en we allen de volgende 14 dagen moesten thuis blijven. En we mochten het land niet verlaten. Dan denk je toch meteen aan je gezin. Maar de medische staf stelde meteen no panic, legde uit dat er niet meteen gevaar op besmetting was, we voelden ons snel gerust gesteld. We hadden ook geen symptomen, hoefden niet getest te worden. Ze zeiden alleen: als je je niet lekker voelt, meteen de doc contacteren. We kregen dan na fysieke testen ook nog een individueel programma mee, uithouding en interval vooral, buiten of op mijn loopband thuis. 10 minuten high intensity, 40 minuten low…. En een fitnessprogramma. Maar toen ook de fitnesscentra hun deuren sloten, moest toch bekeken worden of we in kleine groepjes konden fitnessen op de club.”

Vervelend, maar geen drama

Sedert vrijdag zit ik dus hele dagen thuis. Met de kinderen. Gelukkig is mijn vrouw, die normaal Nederlandse lessen volgt, ook thuis. Gladys kan beter weg met Kai en Mila dan ik. Videospelletjes, veel televisie natuurlijk… Maar ze blijven wel heel druk. In het begin vond ik het nog wel leuk: meer tijd voor elkaar. Maar, ik zweer je, ik vind deze dagen vermoeiender dan voetbaldagen. Ik doe niets en nóg ben ik moe… (lacht) Ik mis de structuur: lekker trainen, verzorging… En de maten in de kleedkamer. Thàt’s my life.”

“Dit is vervelend, maar nog geen drama. De periode dat ik zonder club zat (2013, tussen Beerschot en Lommel, red.), was erger. En ik kan het relativeren. Ik moet daarvoor maar aan Miguel Van Damme denken. Die herstelt ongelooflijk moedig van leukemie, wíj zijn nog steeds gezond. Miguel kwam net uit quarantaine, we hebben heel veel contact. Via de WhatsApp-groep van de spelers steunen we elkaar allemaal eigenlijk. We mogen het land niet uit, anders was ik misschien toch snel even naar Kenia gevlogen, naar mijn moeder en andere familie. Zij weten ook hoe hard het virus in Europa toeslaat, maken zich toch zorgen over mij en mijn gezin. Ik zou ze willen geruststellen. Inmiddels is het virus daar ook toegeslagen, iedereen is bang dat de cijfers hoger liggen dan wat men officieel verklaart (63 gevallen begin deze week, red.) Ik heb dan wel de Belgische nationaliteit gekregen, op zo’n momenten voel ik mij toch nog meer Keniaan.”

“Ik mis de structuur: lekker trainen, de verzorging, de maten in de kleedkamer”

Ik kwam in België in 2007, ontvluchtte de ellende van mijn jeugd in Dandora, een vuilnisbelt waar 800.000 mensen leven. Daar kon ik met moeite overleven, dreigde de criminaliteit, hier kon ik een mooie voetbalcarrière uitbouwen. Ik ga dan niet omwille van dit vreselijke virus denken What am I doing here…? Al ben ik zo begaan met mijn landgenoten, daarom ook de Omolo Foundation (steunt 80 kinderen in Dandora, Omolo ontving er vorig jaar de FIFPro Merit Award voor, red.). Maar we zijn hier gelukkig, hebben hier veel vrienden… Ik ben einde contract, maar hoop straks te kunnen bijtekenen bij Cercle, het lijkt ook de intentie van de club.”

Johanna Omolo, hier met Mila en Kai, thuis op de loopband.
Johanna Omolo, hier met Mila en Kai, thuis op de loopband.© Davy Coghe

“Ik hoop in elk geval nog enkele jaren te kunnen voetballen en leven in België. En denk hier dan te blijven. Al was het alleen voor de kinderen, die zijn hier helemaal geïntegreerd. En ik wil dat ze hier studeren ook. Maar dat is de verre toekomst, eerst moeten we de komende weken en maanden doorkomen. En ik zou ook echt niet weten hoe die er uitzien. Cercle-KVO zal in elk geval moeten worden gespeeld. Net als OHL-Beerschot. Maar dan ook nog play-offs? Play-off 2 is sowieso al niet bijster interessant voor een club als Cercle. Aan een Europees ticket moeten we niet denken, zeker? En in welke vorm starten we dan die play-offs? En voetballen we dan tot eind juni…? Of tot in juli, dat kon ook. Of zijn we nu al klaar met het seizoen, dan kunnen we misschien voor een paar maanden naar Kenia… (zucht) Ik heb het de laatste dagen allemaal gevolgd, wat gebeurde in China en in Europa. Ik denk niet dat de maatregelen in België overdreven zijn. Zoveel doden op nauwelijks twee weken… Daar moet àlles tegen gedaan worden. Al moeten we nog wéken of maanden thuis zitten.”