Johan Vande Lanotte: “”Ik, premier? De kans is groter dat ik Mister Universe word”

Johan Vande Lanotte op scherp: "Dit land heeft een nieuwe structuur nodig." (Foto's Christophe De Muynck)
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“We geven het meeste geld aan wat we het minste controleren: ziektezorg en onderwijs. Vindt u dat niet vreemd? Ik wel.” Aan het woord is Johan Vande Lanotte, advocaat en professor. De voormalige socialistische vicepremier is de vijfde gast in onze kasteelreeks. Hij legt boeiende voorstellen op tafel om dit land uit het slop te halen, onder meer het regionaliseren van de gezondheidszorg, gevoelige materie in rode kringen.

100 jaar geleden moest ons land weer opgebouwd worden na de Groote Oorlog. Koning Albert I nodigde daarom politici uit op het Kasteel van Loppem. Daar tekenden ze de toekomst van België uit: het stemrecht, de vrijheid van vakbonden en de gelijkheid van Nederlands en Frans werden er ingevoerd. Vandaag is dit land opnieuw in crisis. Welke hervormingen zijn nu nodig? Onze journalist Paul Cobbaert is even koning en haalt prominenten naar Loppem.

Den Baard. Dat was zijn bijnaam in de politiek. Maar Den Baard is niet meer. Letterlijk en figuurlijk. Het gezicht is glad geschoren. De politicus is weer advocaat geworden. Johan Vande Lanotte nam een jaar geleden afscheid van het politieke toneel. De Oostendse socialist was een van de machtigste politici van de voorbije dertig jaar. Vaak omstreden ook, maar hij kan uitpakken met een palmares om ‘u’ tegen te zeggen. Vicepremier, minister, senator, partijvoorzitter, burgemeester, noem maar op. Hij is niet toevallig een van de twee West-Vlamingen die de titel minister van staat mogen dragen. De andere is Yves Leterme.

Vande Lanotte arriveert stipt op tijd aan de rode poort van het kasteel – een geestig decor, laat hij weten. Een kwieke tred, ondanks zijn 65 lentes. Strak in het pak ook. Rode das. Of wat had u gedacht? Het is zijn eerste keer in Loppem, maar hij kent de geschiedenis als zijn broekzak. “Ik heb dertig jaar grondwettelijk recht gegeven aan de universiteit. Mijn eerste les ging steevast over de evolutie van het stemrecht. Dat ís Loppem. Dat ís die fameuze coup.”

Dat waren hoogdagen voor socialisten?

(knikt) “De elite heeft toegevingen gedaan. De invoering van het enkelvoudig stemrecht was zoiets. Maar men kon niet anders. De elite was bang voor Russische toestanden, waar de communisten de macht grepen. Wereldoorlog I betekende een grote breuk in de geschiedenis, meer zelfs dan Wereldoorlog II. (op dreef) Dat was het einde van het elitair bestuurde Europa, hè. De tsaar die viel in Rusland, de keizer in Duitsland. Dat waren serieuze omwentelingen, die overal voor angst zorgden. Zelfs de socialisten waren onrustig. Waar zou dat eindigen, met die communisten? Daarom is dat compromis gemaakt.”

Meer vrijheid, meer controle

Vande Lanotte voelt zich in zijn sas in dit historische kader. Hij heeft ook onze oefening ernstig gemaakt. “We geven het meeste geld aan wat we het minste controleren: ziektezorg en onderwijs. Vindt u dat niet vreemd? Ik wel. Dat moet anders. Ik pleit niet voor lagere belastingen, ik pleit voor meer kwaliteit. We krijgen onvoldoende waar voor ons geld. Dat is mijn rode draad.”

Hoe ziet uw politieke hervorming eruit?

“Dit land heeft een nieuwe structuur nodig. De evolutie naar een federale staat heeft gezorgd voor een vredevol samenleven tussen twee gemeenschappen. Dat is niet evident, kijk maar naar andere landen. Maar we ondervinden meer en meer de nadelen daarvan. Dit land is niet efficiënt. Ik pleit voor een Belgische Unie met vier volwaardige deelstaten: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en het Duitstalig gebied. Die moeten homogene bevoegdheidspakketten krijgen.”

Waarom een verdere decentralisatie?

“Een staatsstructuur volgt de realiteit van een samenleving, en niet omgekeerd. Er zijn grote culturele, sociale en economische verschillen tussen de vier entiteiten van dit land. Het is niet fout om dat toe te geven.”

Johan Vande Lanotte in de tuin van het kasteel.
Johan Vande Lanotte in de tuin van het kasteel. “Een geestig decor.”

Wat doet u met sociale zekerheid?

“Dat zijn verschillende luiken. Ik zou de pensioenen op unie-niveau behouden. (denkt na) De gezondheidszorg: dát zal het moeilijkste debat zijn. Vandaag zit dat verdeeld over de verschillende niveaus: dat werkt niet. Dat heeft deze crisis wel duidelijk gemaakt. Ik zou dat overhevelen naar de deelstaten. Ik zou in crisissituaties wel een eenheid van bevel invoeren, zoals in Zwitserland. Het federale niveau moet het commando kunnen overnemen. Let wel: ik zou de financiering op unie-niveau houden. Als een regio minder inkomsten heeft, mag dat geen impact hebben op de gezondheidszorg. Dat is solidariteit. De kinderbijslag werkt al volgens dat model.”

Heeft onze complexe structuur mensenlevens gekost in deze crisis?

(denkt na) “Er zijn fouten gemaakt. Dat is zeker. We hebben alles ingezet op de ziekenhuizen, maar we zijn de woonzorgcentra vergeten. Wie daar besmet raakte, werd aan zijn lot overgelaten. Maar is dat te wijten aan de structuur? Ik durf dat niet met zekerheid zeggen. Maar wie denkt dat decentralisatie alles zal oplossen, is ook fout. We moeten ook de inhoud aanpakken. Kijk naar de financiering van de ziektezorg. Onze ziekenhuizen worden gefinancierd op basis van het aantal prestaties, onderzoeken en medicamenten. Wist u dat soms twintig procent van hun inkomsten van medicamenten komen? Dat werkt kwaliteit niet in de hand. Dat is een fout systeem. Ik ben voor een forfaitaire financiering.”

Uw plan voor een Belgische Unie is niet nieuw. Waarom krijgt u de andere partijen niet overtuigd?

“De zesde staatshervorming gaat die richting uit, hoor. Er zijn vandaag twee hinderpalen om verder te gaan. Eén: er is geen grondwetswijziging mogelijk gemaakt. En twee: er is geen voorbereidend werk geweest. Wie een staatshervorming wil, moet die jarenlang voorbereiden. Maar eigenlijk is alles te reduceren tot één probleem: het wantrouwen tussen de twee grootste partijen van dit land, PS en N-VA. Als de grootste partijen elkaar voortdurend diaboliseren en niet willen spreken met elkaar, dan kan een land niet werken. Dat geldt voor élk land. Als ik met afzonderlijke partijleden spreek, dan voel ik wél bereidheid voor dit model. Niet de inhoud is het probleem, maar het wantrouwen.”

Waaruit bestaat uw economische hervorming?

“Ik geloof niet in al die relanceplannen die vooral geld pompen in wat al bestaat. Dat is goed voor een sector zoals de horeca, maar dat is even vaak weggesmeten geld. Onze economie heeft een dieperliggend probleem: de productiviteit stijgt niet meer. Dat is niet omdat de mensen minder hard werken. Dat is omdat de diensten duurder worden, maar ook en vooral omdat we stilstaan op de weg. Het fileleed, dát moet prioriteit zijn (volgens studies zouden de files jaarlijks acht miljard euro kosten, red). Ik vind het debat in België zwak. De ene wil meer wegen, de andere meer fietspaden, nog een andere meer geld voor de NMBS. (blaast) Dat kan allemaal goed zijn, maar dat is niet genoeg, hè.”

Hoe wil u dat aanpakken?

“Onze mobiliteit moet gemonitord en gestuurd worden. Dat is ingrijpend, maar het zal moeten. Nederland is een goed voorbeeld. Wat doet men daar? Het verkeer voortdurend opvolgen en de mensen instructies geven waar ze moeten rijden en hoe snel ze mogen rijden. Met succes. Het fileprobleem is explosief verminderd. Zij doen dat via grote digitale borden op de weg. Dat is achterhaald, vind ik. Wij moeten een tool uitwerken die in de wagen zit. Dat kan een app zijn of iets anders. Maar we mogen niet langer wachten. Dat moet klaar zijn voor de zelfrijdende wagen binnen pakweg tien jaar onze wegen verovert. Het moet ook gekoppeld worden aan het openbaar vervoer.”

Zou u niet beter het autogebruik ontmoedigen? Dat kan met rekeningrijden.

“Het autogebruik moet zeker ontmoedigd worden. Maar ik twijfel aan rekeningrijden. Dat kan werken in een stad zoals Londen. Maar in een land zoals België met veel afgelegen gebieden? Ik twijfel.”

Wat is uw hervorming op maatschappelijk vlak?

“Ik ben bekommerd om de kwaliteit van het onderwijs. We gaan al vijftien jaar achteruit en dat zal niet veranderen met de plannen die op tafel liggen. Wij hadden een excellent onderwijssysteem in de jaren zeventig, tachtig en negentig. Dat was op maat gemaakt van onze homogene samenleving, waar alle kinderen dezelfde taal spraken. Bovendien had die samenleving nood aan dertig procent slimme kinderen en zeventig procent gewone, als ik dat even zo mag uitdrukken. De scholen konden die probleemloos aanleveren. Die samenleving bestaat niet meer. Maar het onderwijs is niet mee geëvolueerd.”

Waaruit bestaat uw hervorming?

“Enerzijds meer vrijheid voor de scholen. De overheid mag eindtermen opstellen, maar moet verder vooral zwijgen. U zou eens moeten weten hoeveel richtlijnen en omzendbrieven scholen krijgen. Die bemoeienis is ook een erfenis van de jaren zeventig. Anderzijds meer controle van die scholen. Een school móet presteren. Wie dat niet doet, kan niet blijven. Elk jaar zou van elk kind de leervooruitgang gemeten moeten worden. Dat vraagt een serieuze methodiek. Zo gaan we zien wat de toegevoegde waarde is van een school. Vandaag worden scholen veel te weinig gecontroleerd. We hebben wel inspectiediensten, en die mensen doen hun best, maar zij moeten werken met beperkte middelen.” (Dit interview werd afgenomen vóór de beslissing van de Vlaamse regering om centrale toetsen in te voeren, red.)

Wil u de financiering van scholen koppelen aan leervooruitgang?

“Neen, dat niet. Of toch niet helemaal. Er kan een bonus komen voor scholen die goed presteren. Maar een school die jaren na elkaar zwak presteert, die moet gewoon stoppen. Punt. Of daar moeten andere mensen komen. Meer vrijheid en meer controle: dat is mijn insteek.”

Zal dat systeem niet in het voordeel spelen van scholen die toevallig meer slimme leerlingen hebben?

“Neen. Ik wil de leervooruitgang meten, aangepast aan elk kind, niet het niveau. Dat zal een werk van lange adem zijn, maar het is noodzakelijk. Het onderwijs van de toekomst is op maat van elk kind. Dat is mijn overtuiging. Daar moeten we naartoe. Ik wil opnieuw excellent onderwijs. Dit is het belangrijkste project voor onze samenleving voor de komende twintig jaar. (even stil) Ik ben een oude man. Ik kan al spreken over ‘mijn tijd’. Wie in mijn tijd niet kon lezen of schrijven, die kon toch aan de slag in een fabriek of bij de boer. Die tijd is voorbij. Wie vandaag geen schoolse vaardigheden heeft, kan amper of niet meedraaien op de reguliere arbeidsmarkt.”

Een kinderdroom

De oefening is gemaakt. De kaarten zijn gelegd. Vande Lanotte knabbelt van een belegd broodje en giet een blikje Cola binnen. Als ik hem vraag of hij premier wordt van een PS-N-VA-regering – een gerucht uit de wandelgangen – verslikt hij zich. “Ge zijt zot. Ik ben twee dingen niet geweest in mijn carrière: premier en Mister Universe. De kans is groter dat ik alsnog dat laatste word dan dat eerste. (grijnst) Ik zou nooit premier willen zijn. Die moet te veel luisteren naar zijn vicepremiers. Daarom was ik zo graag vice. Dat is de beste functie. Neen, de politiek is een afgesloten hoofdstuk voor mij. Ik heb dat makkelijk kunnen loslaten.”

Vande Lanotte werkt vandaag voor het advocatenkantoor van Walter Van Steenbrugge. “Dat leven bevalt me goed. We zijn momenteel bezig aan de rapporten voor het Turkije-tribunaal. Dat is intellectueel een grote uitdaging, ik loop al weken zenuwachtig rond, moet ik bekennen.” Hij is deze maand 65 jaar geworden. U mag eigenlijk met pensioen, werp ik op. Hij grijnst even. “Ik zou dat niet kunnen. Ik werk nog steeds tachtig uur per week. Minstens. Wat moet ik anders doen? Ik kan niets. (mijmerend) Al vraag ik me wel eens af hoe lang ik dit kan volhouden. Nóg vijf jaar? Ik weet het niet. Ik zou graag een roman schrijven. Dat was een kinderdroom. Dat kan een reden zijn om ooit met pensioen te gaan.”

Zo ziet Johan Vande Lanotte de toekomst

Politiek Een Belgische Unie met vier volwaardige deelstaten: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en het Duitstalig gebied. De gezondheidszorg wordt geregionaliseerd. De financiering van de ziekenhuizen moet forfaitair.

Economie Het fileprobleem oplossen. Het verkeer voortdurend monitoren en de mensen instructies geven waar ze moeten rijden en hoe snel ze mogen rijden. Dat kan met een app in de wagen.

Maatschappelijk Excellent onderwijs. Dat betekent meer vrijheid voor de scholen én meer controle van die scholen. Elk jaar van elk kind de leervooruitgang meten. Een school die niet presteert, moet stoppen.