Johan Adriaen schenkt ‘Pestekop’ aan de stad Poperinge

© MD
Redactie KW

Heemkundige Johan Adriaen (78) uit het Gasthuisplein schenkt het beeld de ‘Pestekop’ aan de stad Poperinge. Het betreft een roodbruinen aardewerk, dat destijds boven het portaal hing van de pottenbakkerij Roy-Coevoet op de Grote Markt.

“Het betreft een familiestuk, afkomstig uit de collectie van mijn grootvader veearts Hendrik Adriaen”, zegt Johan. “Hij was een van de eerste echte Poperingse heemkundigen en verzamelde werkelijk alles wat met heemkunde en lokale geschiedenis te maken had. Hij overleed in 1951. Mijn vader Fernand erfde de Pestekop, en na zijn overlijden in 1982 kwam het stuk terecht bij mijn broer Hugo in Ranst (Antwerpen). Maar aangezien het typisch Poperings erfgoed betreft, kwam ik overeen met mijn broer dat het beter in onze stad thuishoort.”

Tot 1908 stond aan de oostzijde van de Grote Markt, ter hoogte van de huidige nieuwe vleugel van hotel Amfora, de pottenbakkerij van Petrus Roy-Coevoet. Die was, volgens een opschrift op de toenmalige gevel, gesticht in 1302. De hele huizenrij, die eigenlijk voor de bestaande stond, werd afgebroken bij de overwelving van de vaart. En de Pestekop hing dus boven de gevel van de pottenbakkerij. Hendrik Adriaen recupereerde het masker bij de afbraak van het gebouw. De Pestekop is een soort masker in aardewerk, met een doorsnee van 44 cm, en een dikte van 30 cm. Het stelt een mensenhoofd voor, vol puisten.

“Het zal opgehangen worden op de eerste verdieping van het stadhuis, tussen de trouwzaal en de gotische zaal”

“De juiste betekenis van de Pestekop is niet duidelijk”, vertelt Johan Adriaen. “In de Oudheid werden afgrijselijke ziektemaskers gebruikt om de mensen te behoeden voor ziekten. In de Middeleeuwen, zo rond 1300, was er in het Poperingse veel pest en melaatsheid. De puisten op de Pestekop kunnen verwijzen naar de builenpest. P.C. Baes stelt in zijn roman ‘De Magdalenaput te Poperinghe’ (1857) dat het stadsbestuur deze kop liet bakken, ter herinnering en als dank aan Stouten Pieren, die in de 15de eeuw Poperinge verlost had van de weerwolf. Vermoedelijk is de huidige Pestekop een kopie, vervaardigd door pottenbakker Bertier rond 1645.”

Kerncollectie

De stad kreeg het voorstel tot schenking van het bouwkundig erfgoedstuk de ‘Pestekop’ (roodbakkend aardewerk) aan de stad. De ‘Pestekop’ hing oorspronkelijk boven de poort van de pottenbakkerij Roy-Coevoet op de hoek aan de oostkant van de Grote Markt. Nu is er geen spoor meer te bekennen van deze pottenbakkerij of de plek waar het voorwerp oorspronkelijk hing. Wel is het gebouw, met Pestekop, te zien op een aantal oude schilderijen.

“De adviescommissie Kunst en Erfgoed heeft zich gebogen over het aanbod”, zegt burgemeester Christof Dejaegher (CD&V). “De gemiddelde score op de waardeschaal is 72 procent. Volgens het voorlopige collectieplan betekent dit dat het erfgoedvoorwerp kan behoren tot de kerncollectie van de stad. Het voorwerp is in Poperinge gemaakt en is direct gelinkt aan het historische uitzicht van de stad. Er zijn geen gelijkaardige voorwerpen in de stadscollectie, wat het een waardevolle aanvulling maakt. Het voorwerp heeft een symboolwaarde voor de lokale gemeenschap. Het zal opgehangen worden op de eerste verdieping van het stadhuis, tussen de trouwzaal en de gotische zaal, met de nodige verwijzing”, aldus de burgemeester. (AHP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier