Ondanks corona vond de Tour dit jaar toch plaats, net als de Giro, de Vuelta en de meeste klassiekers. De schade voor het profpeloton valt dus al bij al nog mee. Het jeugdwielrennen daarentegen lijkt een groter probleem te hebben. Tal van jonge rennertjes kwamen het voorbije jaar amper aan de bak. Zet die trend zich voort in 2021?
De voorbije weken verschenen hier en daar al alarmerende berichten. Organiserende clubs die ophouden te bestaan. Of jeugd-renners die na de eerste lockdown hun fiets aan de haak hangen. Eric Vanrobaeys van de West-Vlaamse afdeling van Cycling Vlaanderen erkent het probleem: “Vooral clubs met oudere bestuursleden haken af. Mensen van 70, 80 jaar die alleen komen te staan en geen opvolging vinden. Jonge gasten hebben geen zin om achter geld te gaan schooien en zo een koers te organiseren.”
Momenteel haakten al zeven clubs in West-Vlaanderen af. “Velen van hen zijn nog maar met twee mensen. Dan ben je al een hele dag bezig om dranghekken te plaatsen en ik zwijg nog over alle administratie vooraf. Sinds het Koninklijk Besluit van 28 juni 2019 zijn clubs verplicht om hun wielerwedstrijd ten laatste veertien weken vooraf bij de gemeente aan te vragen. Zeker nu, met alle onzekerheid door corona, is het een moeilijke situatie voor clubs die een koers in maart of april willen organiseren. Ze zullen op de goodwill van de gemeenten moeten rekenen.”
Daling van twaalf procent
Toch valt de schade al bij al best mee. Voorlopig dan toch. In 2020 stonden er 450 wedstrijden in West-Vlaanderen gepland. “Intussen zitten we al aan 396 aanvragen. Dat is twaalf procent minder, maar ik ben vooral tevreden dat er nog zoveel koersen overblijven. Van de 48 wedstrijden die in maart 2020 op de kalender stonden, zijn er nog maar zes niet opnieuw aangevraagd. We hebben er wel bij de organisatoren op aangedrongen om hun aanvraag sowieso al in te dienen. Dan kunnen ze in januari of februari, afhankelijk van de evolutie van de coronacijfers, nog altijd beslissen wat ze zullen doen. Een moeilijke situatie. We moeten met een bang hartje afwachten.”
Gent-Staden, de traditionele seizoensopener voor beloften en elite zonder contract, haakte wel al af. “Begrijpelijk. Een gebrek aan sponsoring. Zeker in de horeca ligt het momenteel heel moeilijk. Zonder publiek en café gaat het niet, want dat is net de charme van de koers.” Vanrobaeys benadrukt dat er zich intussen negen nieuwe organisaties aanmeldden. “In Kemmel komt er een nieuwe profkoers. Vlamertinge voorziet een wedstrijd voor aspiranten en Waregem eentje voor junioren. Otegem zal het PK voor dames jeugd organiseren en ook in Dikkebus komen onze dames aan hun trekken. Enkele jaren geleden maakten we veel reclame voor dameskoersen en dat heeft gerendeerd. In België mag er maximum één koers per dag voor hen plaatsvinden. Wel, als je in 2021 nog een dameskoers wil organiseren, zal je er snel bij moeten zijn.”
Frederik Broché, technisch directeur bij Belgian Cycling, bevestigt dat de schade lijkt mee te vallen. “We hebben wel wat schrik voor de reactie van organisatoren als de coronacijfers de komende maand weer omhoog zouden gaan. Dat wedstrijden als Gent-Staden en Brussel-Zepperen al afgelast zijn, is geen goeie evolutie. We horen ook hier en daar dat sponsors afhaken. Het is voor velen een zware dobber. Hetzelfde verhaal bij de clubs. We kunnen alleen maar hopen dat er zoveel mogelijk koersen in 2021 toch kunnen plaatsvinden.”
Steunmaatregelen
Om organisatoren in deze moeilijke periode zoveel mogelijk te helpen, voorziet de Wielerbond een aantal steunmaatregelen. “We zijn in 2020 heel soepel geweest en dat blijven we”, beklemtoont Vanrobaeys. “Elke organiserende club moet een aansluitingsbedrag aan Cycling Vlaanderen betalen. Normaal is dat 172,5 euro, nu 60. Een eenmalige tegemoetkoming door corona. Vroeger moest een club drie maanden vooraf zijn organisatievergunning betalen. Nu mag dat later voor de koersen in maart. Clubs die meerdere wedstrijden organiseren, krijgen korting. Als je een tweede koers organiseert, bedraagt die korting 50 euro. Bij een derde keer of meer 100 euro. Bovendien voorzien we ook in 2021 logistieke steun aan elke organisator. Wij zullen naar alle wedstrijden een coronaverantwoordelijke sturen, iemand die de dag van de koers alles mee in goede banen zal helpen leiden.”
Een andere aanzienlijke ingreep betreft het prijzengeld. “In 2021 worden er bij nieuwelingen en junioren op de nationale en regionale kalender geen geldprijzen voorzien. Ook de voorbije maanden was er geen prijzengeld en kwamen de renners toch af. Zolang ze maar kunnen koersen, dat is het belangrijkste.” Vanrobaeys kreeg van renners ook al de vraag of er voor 2021 een tussenkomst in de vergunningsprijs wordt voorzien. “De federatie wil in de eerste plaats zoveel mogelijk wedstrijden op de kalender krijgen, zodat elke renner zijn hobby naar behoren kan beoefenen. De vergunning werd een jaar of tien geleden al met een aanzienlijk bedrag verlaagd. Daartegenover stond dat de renner per koers een kleine bijdrage ter compensatie moest betalen. Een renner die in het voorjaar iets tegenkwam en daardoor niet meer kon koersen, betaalde minder. Iemand die veel wedstrijden reed, betaalde meer. In 2020 moest er geen inschrijvingsgeld betaald worden, maar bleef de renner op training wel de volledige periode verzekerd.”
Vanrobaeys denkt dat we pas in 2022 de diepere gevolgen van corona zullen zien. “Er zijn veel clubs die nog een reservekas hebben en die in 2021 zullen aanspreken. Het jaar erna zal het geld echter weer van sponsoring moeten komen. Dan pas zal blijken wat er vanuit die hoek nog mogelijk zal zijn.” Broché knikt. “Dat zal een verhaal van organisatie per organisatie worden. Zelf organiseer ik de Memorial Igor Decraene, de jaarlijkse testtijdrit in Waregem. Wij hebben ons spaarpotje dit jaar gebruikt en zullen dat in 2021 weer doen. Maar ik kan me voorstellen dat het voor velen onmogelijk is om dat twee of drie jaar te blijven doen.”
Meer of minder renners?
Rest nog één vraag: heeft corona impact op het aantal wielrenners? “Het is te vroeg om conclusies te trekken, want de aanvragen zijn volop aan de gang”, vertelt Massimo Van Lancker, sporttechnisch coördinator competitie bij Cycling Vlaanderen. “Voorlopig krijgen we geen signalen dat er een daling zou zijn. Wat we wel merken, is dat meer renners zich bij clubs aangeboden hebben. Tijdens de eerste lockdown was fietsen een van de weinige sporten die nog mogelijk waren. Zo vonden jongeren de weg naar onze sport. Ik hoor ook dat fietsenmakers meer fietsen verkocht hebben. Maar gaan we daardoor nu meer vergunningen hebben? Om dat te weten, bel je me best over een maand of drie nog eens op.”
Aspiranten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
