Jean Claude Ronquetti stopt na 37 jaar als vishandelaar: “Ik zit al mijn hele leven in de vis”

Jean Claude Ronquetti is al 37 jaar lang bekend als sympathieke vishandelaar op markten in de regio.© MM
Jean Claude Ronquetti is al 37 jaar lang bekend als sympathieke vishandelaar op markten in de regio.© MM
Redactie KW

2021 wordt memorabel voor u en ik als dat vaccin een beetje meewil. Voor Jean Claude Ronquetti, 37 jaar lang bekend als sympathieke vishandelaar op de markten in de regio, wordt het extra bijzonder. “Het is tijd om mijn viskraam in te ruilen voor mijn koersfiets.”

“Ik ben op mijn 28ste als zelfstandig visboer begonnen”, moet Jean Claude Ronquetti (65) niet lang nadenken over wanneer hij als marktkramer begon. “Ik ben eigenlijk begonnen als visleurder. Je weet wel, bij de klanten van deur tot deur gaan. Een leurder uit Bellem kocht aan in de Oostendse vismijn en ik had gehoord dat hij zijn visronde overliet.”

Jean Claude werkte toen in die Oostendse vismijn. “Van mijn 16de al. Ik was gestopt met school en mocht als knecht beginnen in de miene . Kabeljauw kuisen, inpakken, lossen, die dingen.”

“Maar eigenlijk zit ik al mijn hele leven in de vis. Mijn pa was chef vislosser. Ik herinner me nog hoe hij na een nacht werken aan de ontbijttafel verscheen en ons telkens bedwelmde met zijn onmiskenbare visgeur. Je moet weten dat de schepen in die tijd niet zo proper waren als nu. Ze hadden nog een houten dek. Ik had toen eerlijk gezegd vaak een hekel aan vis. Aan zijn odeur…”

Troostende schouder

Maar nadat hij drie jaar als chauffeur in de bouw had gewerkt, keerde Jean Claude toch terug naar de vismijn. “Het bloed kruipt… Ik ben toen begonnen als vislosser. Tot ik op mijn 28ste dus die visleurronde overnam.”

Intussen staan er 37 jaar op de teller. “De eerste zes jaar daarvan heb ik geleurd in de regio Aalter. Dat was best tof. Je kwam bij de mensen thuis, was er kind aan huis. Er stond niet zelden een kop koffie te wachten.”

“En je was ook een beetje meneer pastoor, in die tijd. De mensen vertrouwden je echt alles toe. Hoe het er in de familie aan toe ging, over hun gezondheid… Als een klantje haar man verloren was, dan bood ik die een troostende schouder. Ik heb meer dan een keer met de tranen in de ogen gestaan wanneer een klant me slecht nieuws toevertrouwde.”

“Vroeger was je kind aan huis en was je zelfs een beetje als de pastoor”

Na verloop van tijd ging Jean Claude zich op de markten toeleggen. “Bredene, De Haan, Hansbeke, Nevele, dat was mijn territorium.” Ook daar bouwde Jean Claude een trouw cliënteel op. “Ik deelde ook met hen mooie en minder mooie momenten. Misschien het meest hilarische was toen ik met mijn winkelwagen wat dicht tegen een beek aanstond. Een nogal euh… corpulente dame had niet gezien dat die gracht achter haar lag en sukkelde er, bestelling en al, in. Ik probeerde haar te helpen maar hoe ik ook probeerde, ik kreeg haar niet uit haar precaire situatie bevrijd. Ik heb uiteindelijk de buren om hulp moeten vragen.”

De markt, het bleef ook tijdens deze uitzonderlijke tijden een vaste afspraak voor veel mensen, kan Jean Claude bevestigen. “We mochten de voorbije maanden niet klagen. Ik vermoed dat veel mensen nu veel zelf koken en dan graag verse producten gebruiken. Een goeie zaak voor de kleinhandel. Ik moet de marktleiders overigens ook feliciteren. Zij hebben er de echt alles aan gedaan om de markten veilig en gezellig te houden.”

Of er meer vis wordt gekocht dan vroeger? Jean Claude denkt het niet. “De voorbije jaren zag ik wel een evolutie in welke vis we eten. Vroeger beperkten mijn klanten zich tot doornhaai, kabeljauw en pladijs. Vandaag is het aanbod vele keren groter. Als je ziet welk assortiment er in mijn winkelwagen ligt. Vandaag wordt ook de bijvangst opgegeten. En zeg nu zelf, visjes als rode poon, dat is toch gewoon lekker?”

Mont Ventoux

Jean Claude kan er nog honderduit over vertellen. “Maar toch is de tijd om te stoppen aangebroken. Elke dag om 4.30 uur uit de veren om verse vis te laden in de vismijn en dan de markt op van 6 tot 14 uur, dat kruipt niet in je koude kleren. Het valt me de laatste tijd zwaar om bij het krieken van de dag richting Aalter te trekken.”

Als het van hem afhangt, wordt de winkelwagen straks ingeruild voor de koersfiets. “Ik heb van mijn 16de tot mijn 22ste gekoerst. Bij de nieuwelingen, juniores en liefhebbers. De liefde voor de fiets is altijd gebleven. Ik reed de voorbije jaren ook wel mij rondjes van ongeveer 70 km. Om te ontspannen, de ruis uit mijn hoofd te krijgen. Ik trok vroeger ook vaak op met oud-burgemeester Willy Vanhooren. 15 keer heb ik de Mont Ventoux beklommen, de Ronde van Vlaanderen voor amateurs gereden ook. Daar zal straks dus weer meer tijd voor zijn.”

(MM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier