Jannick getuigt dertig jaar na zware Carnavalsbrand: “Ik stond zelf in lichterlaaie”

© CLL
Redactie KW

Jannick Toebaert is een van de slachtoffers van de zware carnavalsbrand in Gullegem, deze maand precies 30 jaar geleden. Hij herinnert het zich als de dag van gisteren: “Ik stond zelf in brand en kon maar aan één iets denken: weglopen.”

Door Christophe Lefebvre

Voor Jannick Toebaert (51), een elektricien uit Moorsele, staat die helse dag in zijn geheugen gegrift. Die bewuste 3 februari 1989 startte vol plezier en gelach, maar het plezier maakte snel plaats voor het gillen van de pijn.

“Dat jaar hadden we, samen met een hoop andere fuifbeesten, onze stamkroeg weer versierd voor de jaarlijkse boemeltocht” start de Moorselenaar zijn trip down memory lane. “Ieder jaar was er een specifiek thema en dat jaar stond alles in het teken van de jungle. De zaal van café Oud Gemeentehuis hadden we voorzien van eigen gemaakte palmbomen en we hadden zelfs een olifant in elkaar geknutseld.”

Ambiance in de jungle

Jannick had dan nog geen flauw benul dat zijn leven dan voor altijd zou gaan veranderen. “Brandveiligheid, dat was toen nog niet zoals nu. We hadden er wel rekening mee gehouden: het volledige decor werd nat gemaakt en we plaatsten ook brandblussers in de zaal. Dat moest voldoende zijn… dachten we. We waren volledig opgegaan in het thema en we hadden ons als bosjesmensen verkleed. Met beschilderde gezichten en met strooien rokjes zorgden we voor een ongeziene ambiance in het café, die jammer genoeg van korte duur was.”

Menselijke toortsen

“Een van de rokjes van de boemelaars stond plots in brand”, verzucht Jannick. “Toen ging alles razendsnel. Onze vriend liep door de zaal, in volle paniek en omgeven door vuur en zo stak hij ook vijf andere boemelaars in brand. De strooien rokjes waren gemaakt uit een materie die uiterst ontvlambaar was en het was echt een kwestie van seconden vooraleer we als menselijke toortsen, gedreven door pure angst, heen en weer liepen. Ik stond letterlijk in lichterlaaie en ik kon maar aan één iets denken: weglopen van het vuur! Hoe harder ik liep, hoe harder de vlammen in mijn lichaam beten. Uiteindelijk kon een buitenstaander helpen om het vuur te blussen. Daarna besefte ik hoe erg ik eraan toe was.”

De term ‘menselijke toorts’ mag in het geval van Jannick letterlijk worden genomen. Een voorbijganger kon het voorval op foto vastleggen en die spreekt boekdelen. We zien er Jannick in lichterlaaie uit het café lopen. In totaal werden zes mensen naar het ziekenhuis gebracht, waarvan Jannick en de uitbaatster van het café er het ergst aan toe waren.

Jannick getuigt dertig jaar na zware Carnavalsbrand:

“Ik spendeerde elf dagen op intensieve zorgen in het ziekenhuis van Kortrijk en werd dan overgeplaatst naar een gespecialiseerde afdeling in Gent”, gaat hij verder. “Mijn lichaam, vooral de streek rond de billen en de benen, was bedekt met derdegraads brandwonden. Alles was kapot gebrand en ik moest verschillende operaties ondergaan in de hoop te kunnen herstellen. Ik liep meer dan een jaar met een drukpak rond en tot op vandaag word ik nog dagelijks aan die periode herinnerd. De littekens zijn blijvend, zowel lichamelijk als mentaal.”

Chirurgie kon zijn lichaam doen genezen, maar de mentale klap was voor Jannick het grootst. “Jaren nadien had ik nog steeds schrik om in grote zalen aanwezig te zijn. Naar een concert gaan, stond gelijk aan kijken waar de nooduitgangen waren en ervoor zorgen dat ik er zo dicht mogelijk bij stond. Ook sociaal hakte het er zwaar op in. Ik was altijd een fervente carnavalist, maar na de feiten was het nooit meer hetzelfde. De schrik zat er in en nu spookt het nog altijd door mijn hoofd.”

Vuur aangestoken

In de maanden na de brand werd Jannick ook geteisterd door een grenzeloze boosheid. Een gevoel dat hij wel heeft kunnen plaatsen. “Nadien bleek uit onderzoek dat het vuur werd aangestoken. Een jonge kerel had één van de rokjes in brand kunnen steken. Werd hij uitgedaagd, was hij onder invloed? We hebben er het raden naar, feit is wel dat hij de gevolgen niet gewild had. Eerst was ik natuurlijk razend op hem, want hij had me dit aangedaan. Later heb ik mijn innerlijke rust terug gevonden. Met kwaad blijven los je niets op. Ik vind het niet zo erg dat er nu strenge brandveiligheidsregels zijn. De jeugd klaagt vaak over de overdaad aan regeltjes, maar als die een drama zoals dit kunnen voorkomen, dan moeten we dat er bijnemen”, besluit Jannick zijn relaas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier