Irène blikt terug op hoe ze haar familieleden verloor tijdens WO II: “Allerheiligen is altijd moeilijk”

Foto: Irène Guidé, hier met de foto van broer Willy, zal opnieuw bloemen neerleggen aan het monument. (foto Regi)
Redactie KW

Met Allerheiligen gaan onze gedachten uit naar onze naasten van wie we afscheid moesten nemen. Elk jaar trekken we naar het graf van die verloren geliefden. Zo ook Irène Guidé (89) uit Beernem, die haar broer en vader verloor in de Tweede Wereldoorlog.

We keren terug naar de zomer van 1944. Langs de vaart Gent-Brugge staat in Beernem een eenvoudig huisje waar Michel Guidé, vrouw Martha, zoon Willy en dochtertje Irène wonen. Irène, nauwelijks zes jaar toen de oorlog uitbrak, keek op naar haar broer Willy, die als beloftevolle wielrenner droomde van een sportieve loopbaan. Willy was verloofd met Ariette en werd opgeroepen in Duitsland te komen werken.

“Dat was niet naar de zin van mijn broer”, opent Irène haar verhaal. “Op een zeker moment stonden twee mannen, collaborateurs, voor de deur. Aangezien m’n broer toen niet thuis was, installeerden ze zich op de zolder van een naburig huis om daar onze deur in de gaten houden”, vertelt Irène.

Klopjacht

“Toen mijn broer thuiskwam, kwamen ze terug om zijn papieren te vragen.” Mijn broer, die zich ondertussen bij het verzet had aangesloten, trok naar de keuken en in plaats van zijn papieren, nam hij zijn pistool, keerde terug naar de deuropening en schoot beide mannen neer.”

“Onmiddellijk na het schietincident sprong hij op zijn koersfiets en fietste zo ver mogelijk weg van huis. Tijdens de klopjacht konden ze hem niet vinden. Hij sloot zich aan bij de oprukkende Canadezen. Uiteindelijk werd hij toch aan een brug in Oostkerke doodgeschoten”, vertelt Irène.

Concentratiekamp

Irène liep school in Beernem en toen ze naar huis kwam, werd ze door buren gewaarschuwd dat ze zich niet naar huis moest begeven omdat er iets gebeurd was. “Toen ik aan de Kruissestraat kwam, hielden buren mij tegen.”

“Mijn moeder werd opgepakt en ook de verloofde van Willy, die in de Tricotfabriek in Beernem werkte, werd verwittigd, maar ze kwam toch naar ons huis, waar ook zij werd opgepakt en meegevoerd. Beiden belandden in het Duitse concentratiekamp Neuengamme, zo’n 20 kilometer van Hamburg”, aldus Irène.

Gebombardeerd schip

“Mijn vader werkte in Ursel en toen hij huiswaarts reed, zag hij vanop de brug veel volk voor ons huis staan. Hem werd aangeraden niet naar huis te komen en hij overnachtte een paar dagen in Hoekestrate. Toen hij thuis nieuwe kledij wilde ophalen, werd hij opgepakt en eveneens naar Duitsland gevoerd.”

“Toen hij op zekere dag met een boot mee moest varen, werd dat schip gebombardeerd door Amerikaanse piloten, die alles in de omgeving bombardeerden. Wellicht is mijn vader verdronken toen het schip zonk”, vertelt de 89-jarige.

“Zelf werd ik, niet ver van school, opgevangen door een familie, waar ik een jaar heb verbleven. Toen ik andere kledij moest hebben, heb ik een collaborateur om de sleutel van mijn huis gevraagd. Ik zie hem nog altijd de sleutel van dat rekje nemen en aan mij geven. Na een jaar kwam mijn moeder terug, ze woog nog amper 30 kg.”

Voorzitter oudstrijdersvereniging

”Van mijn vader en Willy’s verloofde hebben we niets meer vernomen. Naar het schijnt, is verloofde Ariette gestorven drie dagen vooraleer het kamp door de Amerikanen werd bevrijd. Toen Willy begraven werd, zat ik op de eerste rij op de eerste stoel. Een meisje van amper tien jaar”, vertelt Irène, die zich deze gebeurtenissen nog levendig herinnert.

Irène Guidé is lid geworden van de Beernemse oudstrijdersvereniging. “Men heeft me toen voorgesteld om voorzitter te worden van deze vereniging, wat ik aanvaardde. Elk jaar leggen wij bloemen neer aan de monumenten en telkens kan ik rekenen op de hulp van onze bestuursleden, die ervoor zorgen dat alles in goede banen wordt geleid.”

“Ook dit jaar gaan de leden na de bloemenneerlegging in de diverse deelgemeenten iets eten in de Zandberghoeve, samen met de verenigingen uit de omliggende gemeentes Oedelem en Sint-Joris. Zelf zal ik er niet bij zijn, want mijn gezondheid laat me wat in de steek”, besluit de 89-jarige Beernemse.