Internationaal videogesprek tussen 4 vijftigers en 1 zestiger

Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Frank Buyse (60) zit óók thuis, maar gaat elke dag op zoek naar wat zon in donkere coronatijden. En deelt die graag. Wat hoop en humor, elke dag een vitamientje.

In moeilijke tijden kent men zijn vrienden. Al zeker in coronatijden. Alleen mogen we niet nu niet bij elkaar kruipen. Geldt ook voor mijn ‘Omobal’. Vijf vrienden die, wel al een jaar of twintig, een mannenclubje vormen. ‘Vrouwen niet toelaten!‘. We dronken om de twee maanden een pint waarbij het achtereenvolgens alleen over voetbal, het werk, de kinderen en tenslotte de vrouwen mocht gaan.

Op het einde van het jaar legden we onze ‘Geloften’ Zo word Ik een Beter Man! Af – zo heb ik een jaar lang oudjes in een rustoord verblijd met mijn ongetwijfeld sympathiek gezelschap. En elk jaar een mannenreisje waarbij al eens een hilarisch knuffelmoment op een marginale camping in de Haute Savoie werd georganiseerd.

In moeilijke tijden kent men zijn vrienden. Al zeker in coronatijden

Maar dat was allemaal een beetje vervaagd. Wat rustiger geworden zeker? En Dominique woont al een paar jaar in het zuiden van Frankrijk. En intussen zijn knuffelmomenten bij wet verboden. Maar in moeilijke tijden kent men zijn vrienden. Dominique zit momenteel wel heel eenzaam geïsoleerd op zijn berg in Olargues. Hij mag niet verder buiten dan één kilometer, het dorp ligt op drie kilometer. En bij overmaat van ramp: het sneeuwt er. Hij kan deze keer niet eens fotootjes sturen met een barometer 22° in maart! Maar dat was allemaal niet erg, onze vriend maakte zich zorgen over ons, in België. En vroeg om een videogesprek met ons vijven.

Fille, FB, Bart en Do. Frankrijk en België verenigd.
Fille, FB, Bart en Do. Frankrijk en België verenigd.© Frank Buyse

Nu zijn vier vijftigers en één zestiger niet de slimsten in hippe communicatie maar Do Had Ons Nodig! En dus… vanochtend… De eerste tien minuten waren hilarisch. We raakten niet met vijf bij elkaar in de smartphone. “Dat werkt maar met VIER!” Om de beurt zagen we of hoorden we elkaar niet. “Wel handig, Buyse, op één knopje drukken en we kunnen ook eens wat zeggen…”

Bart kon nog net uitpakken dat Harelbeke op Het Nieuws was geweest (“Naast Parijs, New York….”) en werd dan maar geweigerd – “We hebben je eigenlijk toch niet zo graag…” En toen waren we nog met vier. Dominique kon nog kwijt dat hij misschien Amina een week in huis zou nemen – “Het meisje woont alleen in zo’n klein huisje” – maar beloofde la distance sociale te respecteren.

Fille vertelde dat hij nog vier dagen per week werkt, “er moet iemand de Belgische economie redden.” En Luts demonstreerde hoe een single man kan genieten van een bordje soep. Waarop plots de verbindingen moesten worden verbroken. De zus van Do belde, de moeder van Luts ook en Fille moest zijn pa bellen. Die gingen voor, zulke mannen zijn het dus ook. Maar we hadden genoeg gehoord en gezien: de Omo’s in Frankrijk, Harelbeke, Heule en Kortrijk houden goed vol. En het had deugd gedaan. In moeilijke tijden kent men zijn vrienden. Bart, dat was om te lachen, hé.