In 2014 heeft 35 procent van de gezinnen een contract voor groene stroom. De interesse is bovendien heel groot: 43 pct van de gezinnen die geen groen contract heeft, overweegt om daarvoor te kiezen.
Dat blijkt uit cijfers die de Vlaamse energieregulator Vreg dinsdag heeft vrijgegen.
Bovendien wordt het aanbieden van groene stroom nu door de gezinnen als de op één na belangrijkste reden gezien om voor een bepaalde leverancier te kiezen.
Nog uit de cijfers van de Vreg blijkt dat het nog steeds loont om van energieleverancier te wisselen. Het besparingspotentieel bedraagt zo’n 10 procent van de totale factuur. Zo bedroeg het prijsverschil in juli tussen het gemiddelde en het laagste elektriciteitscontract 72 euro. Dat prijsverschil is wel lager dan vorig jaar, onder druk van de concurrentie. Vorig jaar kon nog 128 euro worden bespaard. Voor aardgas is het besparingspotentieel dan weer groter geworden, en kan 135 euro worden bespaard (tegen 108 euro vorig jaar).
Blijven vergelijken
Dat het loont om prijzen te vergelijken en te wisselen van leverancier bewijst dat de concurrentie op de energiemarkt werkt. Toch waarschuwt de Vreg de consument: “Blijf vergelijken, blijf alert. We blijven op dezelfde nagel kloppen. De druk op de leverancier moet blijven”, aldus gedelegeerd bestuurder André Pictoel.
Een opvallend gevolg van de groeiende concurrentie is het verdwijnen van het fenomeen dat wie een goedkoop stroomcontract kiest, bij dezelfde leverancier om comfortredenen (één leverancier is makkelijker dan twee) een duur aardgascontract neemt. “Leveranciers kunnen het zich niet meer permitteren om zo’n comfortpremie aan te rekenen”, luidt het bij de Vreg.
(BELGA)
Wonen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier