Ingrid en Jean uit Lendelede rijden nog elke week naar Pepinster om de mensen daar te helpen

Jean Vinckier en Ingrid Kerckhof en op de foto de negen leden van het Help Ons Helpen-team. © Frank Meurisse

Nog elke week rijden Ingrid Kerckhof en haar man Jean Ryckier met een bestelwagen vol etenswaren en andere goederen naar het ‘overstromingsgebied’ Pepinster. “In tegenstelling tot wat veel mensen denken is er daar nog veel miserie bij de zwaar getroffen gezinnen” zeggen ze. “Er zijn maar weinig teams meer die daar na zes maanden nog wekelijks hulp blijven bieden.”

Ingrid Kerckhof (59) en Jean Ryckier (64) wonen in Rodemont 8. Zij werkt als zelfstandig lesgeefster bloemschikken, hij is gepensioneerd. “De overstromingen dateren van 14 juli van vorig jaar”, zegt Ingrid. “Toen we de beelden op tv zagen, belden we naar Carine, een vriendin van ons die een winkeltje heeft in de vallei van Durbuy om te vragen of we konden helpen. ‘Het water in mijn winkel staat tot aan de plafond’, ze. ‘Al heel wat mensen komen ons helpen. Als jullie hulp willen bieden, neem dan contact op met het Rode Kruis van Barvaux’. En dat deden we.”

Opslagplaats

“Ondertussen vroegen we de burgemeester van Lendelede of de gemeente geen leegstaande opslagplaats had om gedoneerde goederen van Lendeledenaars en mensen uit de regio te stockeren. Maar blijkbaar hadden alle gemeenten al een brief gekregen dat de federale regering de problemen wel zou oplossen. Wij besloten toch te helpen en goederen in onze garage te stockeren om ze dan zo vlug mogelijk naar Barvaux te voeren.”

Nog elke week rijden we op en af

Op 20 juli reden Ingrid en haar man een eerste keer naar Barvaux met kleding en voeding. “We werden er door ene Myriam van het Rode Kruis goed ontvangen en konden er onze goederen afzetten. Wij vroegen wel om die naar Pepinster te brengen omdat het al van dag één onze bedoeling was die inwoners te helpen omdat de nood in die gemeente ook het hoogst was. Zelf mochten we daar niet naartoe rijden van de politie. Toen we een derde keer naar ginder reden was die Myriam er niet meer bij, wel andere vrijwilligers. Eén ervan zette een bak Duvel in onze bestelwagen, als dank voor wat we deden. En dat kan toch niet de bedoeling zijn als je mensen eerst hulpgoederen bezorgt. Van een oudere man, die van Pepinster was, hoorden we toen dat niets van onze goederen al naar Pepinster vervoerd was. Dat deed voor ons de deur dicht.”

Rechtstreeks vervoer

Vanaf dan reden Ingrid en Jean zelf rechtstreeks naar Pepinster. Met acties als ‘Moeders voor Moeders’ in de scholen uit de regio en nadat ze bij een hulpteam in Harelbeke allerlei spullen mochten ophalen omdat ze die niet zelf hadden kunnen leveren, kon het team van Ingrid met 700 kindervesten, 400 paar kinderschoenen, dekbedden, skipakken… naar Pepinster rijden.

“Van de directrice van de school mochten we die daar op de koer verdelen. Maar we hadden nog kleding over en dan ontstond het idee om ergens in Pepinster een donatiecentrum te installeren. De kerk was een eerste locatie waar we terecht konden met toelating van de pastoor, maar iets later waren de verzekeringen niet meer akkoord en moesten we vertrekken.”

We houden verkoopactie van houten valentijnsharten

Na een vergadering ter plaatse werd er op naam van een vrijwilligster een huis gehuurd. “We plaatsten daar drie diepvriezers en stockeerden er onze goederen die door plaatselijke vrijwilligers werden verdeeld. Dag en nacht maakte ons team soep en hutsepot. We zorgden voor microgolfoventjes, kleine diepvriezers, kochten gasflessen ter plaatse… Maar na een tijdje hadden we geen controle meer op wat er daar gebeurde en hadden we ook geen lijsten met de namen van de mensen die hulp kregen. Eind december van vorig jaar besloten we er uit te stappen en alleen nog hulp te bieden aan een 25-tal gezinnen die we daar leerden kennen en van wie we weten dat ze écht nog hulp nodig hebben. Iedere week krijgt elk gezin een mand gevuld met voeding en andere spullen. Ook de school blijven we steunen. Met groenten en vlees. De directrice zorgt ervoor dat elk kind, dat met een lege maag naar school komt, minstens één warme maaltijd eet per dag. En dat sponsoren wij.”

Tot Pasen

Ingrid en Jean en het Help ons Helpen-team wil nog hulp blijven bieden tot Pasen, tenminste als er nog zolang geld is en goederen zijn. “De betrokken bewoners zijn daarvan op de hoogte. Het is ook geen sinecure om dat te blijven doen. In de voorbije zes maanden zijn we hoop en al zes keer niet naar Pepinster gereden. De twee laatste weken reed ik alleen met telkens een volgeladen camionette. Ik vertrok vorige zaterdag om 5 uur ’s morgens nadat ik op verschillende plekken diepvriesmaaltijden, groenten en brood had opgehaald. Nog dezelfde avond reed ik terug naar huis. Dat zijn dagen van ongeveer 500 kilometer rijden.’

“Over de ellende in Pepinster wordt er niet meer gesproken op tv. Tijd dat dit weer onder de aandacht komt. Oh ja, nog dit: met ons team maakten we houten valentijnsharten die we nu huis aan huis zullen verkopen. Alle beetjes helpen!”

De negen leden van het Help Ons Helpen-team zijn: Ann, Dolores, Evita, Melissa, Pascaline, Rita, Tamara, Jean-Marc en Ingrid.