In Wijtschate spelen ze nog darts voor krachtpatsers: “Ge moet wel wat force steken, hé!”

Roland Devos (82) van De Javelot Vrienden uit Wijtschate: “Ik ben er vrij zeker van dat wij de laatste Belgische javelot-club zijn.”© Olaf Verhaeghe
Roland Devos (82) van De Javelot Vrienden uit Wijtschate: “Ik ben er vrij zeker van dat wij de laatste Belgische javelot-club zijn.”© Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Nooit eerder was darts zo populair, met dank aan ‘Dancing Dimi’ en het voorbije WK. Maar in Wijtschate houden ze liever vast aan de stevige variant: de javelot. Pijlen van 300 gram per stuk en gooien vanop 8 meter naar een stevig uit de kluiten gewassen roos. Darts voor krachtpatsers, zeg maar. Maar jammer genoeg met uitsterven bedreigd.

Dartswinkels weten niet welke bestelling ze het eerst moeten afwerken. Na het afgelopen WK, waar onze landgenoot Dimitri Dancing Dimi Van den Bergh hoge ogen gooide, is de cafésport populairder dan ooit. Iedereen wil een bord en pijltjes, liever gisteren dan vandaag.

In Wijtschate, een van de uitgestrekte deelgemeenten van Heuvelland, houden ze het bij een net iets zwaardere variant: de javelot, een van oorsprong Noord-Franse volkssport. Vlak bij het gemeentelijke speelplein hebben De Javelot Vrienden hun lokaal. Roland Devos (82) en zijn dochter Kathy (47) trekken voor het eerst in maanden speciaal voor ons de deur nog eens open. “Corona, hé. Het is al van oktober geleden dat we nog eens hebben gesmeten . Ik hoop dat ik het nog kan”, grinnikt Roland.

Opa zaliger

De club werd in 1932 opgericht door zijn schoonvader, wijlen Ernest Gouwy. “Mijn opa zaliger heette Ernest maar iedereen noemde hem Julien”, lacht Kathy. Zij speelt al sinds haar vijftiende. “In die tijd kwam iedereen na de mis samen op café. Om te smijten, ja. Met hoeveel ze waren? Gemakkelijk een man of vijftig.”

Kathy Devos, dochter van Roland en kleindochter van oprichter Ernest ‘Julien’ Gouwy.© Olaf Verhaeghe
Kathy Devos, dochter van Roland en kleindochter van oprichter Ernest ‘Julien’ Gouwy.© Olaf Verhaeghe

Vandaag zijn nog een 20-tal mensen uit de diepe Westhoek lid van De Javelot Vrienden. In niet-coronatijden komen ze elke derde zaterdag van de maand samen. “Vroeger had je in Mesen nog een club, maar die is stilletjes uitgedoofd. Ik denk… Neen, ik ben zeker dat wij de laatste Belgische javelot-club zijn”, zegt Roland die bezig is aan zijn 57ste seizoen. “Tot over een paar jaar hadden wij ook een verbroedering met een club uit Arras, in het noorden van Frankrijk. Dan gingen wij bij hen eens op tornooi en kwamen zij bij ons. Goh, dat waren schone tijden. Onze leden die goed Frans konden, zijn intussen allemaal overleden. Die band is jammer genoeg beetje bij beetje weggeëbd.”

Onze poging om prijzen te smijten draait op niets uit.© Olaf Verhaeghe
Onze poging om prijzen te smijten draait op niets uit.© Olaf Verhaeghe

Vraag is dan ook of er nog een toekomst is voor de javelot. “Ik hoop van wel, maar ik vrees er tegelijk voor”, zucht Kathy. “Mijn zoon Jarne is 16 en is ook lid, maar het is niet makkelijk om veel nieuwe mensen te vinden die blijven komen. Tja, veel café- en volkssporten zien af de jongste jaren. Het belangrijkste is dat wij ons kunnen blijven jeunen . Het gaat om het amusement, veel meer dan om het klassement.”

Roland haalt zijn twee pijlen boven. Dik 35 centimeter lang, fel gekleurde veren, een kleine 300 gram per stuk en vooral een stevige kop. “Hier, probeer maar eens”, knipoogt hij. “Maar wel vanop de juiste afstand, hé!”

De pijlen zijn zo'n 35 centimeter lang en wegen een kleine 300 gram. Stevig dus.© Olaf Verhaeghe
De pijlen zijn zo’n 35 centimeter lang en wegen een kleine 300 gram. Stevig dus.© Olaf Verhaeghe

Nulscore

De juiste afstand, dat is op 8 meter van de roos. Die roos bevat trouwens drie ringen, waarvan de middelste uiteraard de kleinste goed is voor drie punten. De eerste twee worpen draaien uit op een fiasco. Ik raak zelfs niet ver genoeg. “Ja, moatje , ge moet wel wat force steken hiervoor.” Roland lacht luid en geniet zichtbaar. Pas bij de vijfde worp slaag ik erin de roos te benaderen, zij het nog net buiten de punten. “Niet slecht voor een beginner”, steekt Kathy een hart onder de riem. “Sommigen zijn er meteen mee weg, anderen gaan het nooit kunnen. Mijn man is een voorbeeld van die laatste groep.” (lacht)

Zelf gooien ze uiteraard ook een paar keer. Vol overtuiging en, ik moet het toegeven, stukken beter dan ikzelf. “Hoeveel prijzen we al hebben? Zou je geloven dat ik het niet kan bijhouden?”, zegt Kathy op een ondanks haar prestaties bescheiden manier. “Wij zijn alleszins allebei keizer en keizerin, na drie opeenvolgende titels. Vroeger was mijn vader zeker beter, maar met de jaren denk ik dat ik hem toch heb ingehaald.” “Die spieren, hé. Ik heb niet zoveel macht meer”, lacht Roland. “Het is haar gegund. Ik hoop dat we nog lang zullen mogen s mijten .” Wij hopen het met Roland mee.

Vanop 8 meter in de roos mikken, geen sinecure.© Olaf Verhaeghe
Vanop 8 meter in de roos mikken, geen sinecure.© Olaf Verhaeghe
De roos bestaat uit drie cirkels, waarvan de kleinste drie punten waard is.© Olaf Verhaeghe
De roos bestaat uit drie cirkels, waarvan de kleinste drie punten waard is.© Olaf Verhaeghe