In Poelkapelle kun je al op twee plekken met alpaca’s wandelen: “Eens iets anders dan met de hond”

Anne Delmotte met hond Mara en de alpaca’s Lize, Loki en Milou. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Alpaca’s lijken wel de hype van het moment en de aanbieders van alpacawandelingen schieten als paddenstoelen uit de grond. Ook in Poelkapelle kun je al op twee plaatsen gaan wandelen met de schattige kameelachtigen.

Anne Delmotte (51) van verblijfshoeve en polyvalente zaal De Baluchon, genoemd naar de knapzak die de seizoensarbeiders destijds mee hadden naar Frankrijk, begint vanaf september met alpacawandelingen. “We hebben wel al 4,5 jaar alpaca’s”, vertelt Anne, die er samen met haar man Jerry Couvreur woont. “Maar eigenlijk hebben we eerst tien jaar ervan gedroomd om alpaca’s te houden. Toen we zo’n veertien jaar geleden naar Poelkapelle verhuisden, gingen we naar Open Huis in Staden. Alpaca Flanders stond daar met alpacaatjes en mijn man was meteen verkocht. Maar tegen dat de weide ingericht was en we ons goed geïnformeerd hadden over het houden van die dieren, ging er wel wat tijd voorbij.”

“We hadden er eerst drie gekocht, twee ruinen (gecastreerde hengsten, red.) en een merrie. Twee jaar geleden hadden we dan voor de eerste keer gekweekt met haar en nu hebben we een wit hengstje erbij. Onlangs hebben we nu nog een merrietje bij gekocht. Het is nog ingewikkeld, want het zijn kuddedieren. Het best zitten ze met twee samen, of het liefst zelfs met drie, want als er eentje komt te sterven, dan zou de andere toch alleen zijn. Ze zijn toch aan elkaar gehecht. Anderzijds is het ook zo dat als je kweekt de merries apart moeten zitten.”

Nieuwsgierig

De dieren hebben – net zoals mensen – heel uiteenlopende karakters. “We hebben een lieve alpaca, een koppige alpaca… Wat ze allemaal wel hebben is hun nieuwsgierigheid. Men zegt soms dat het knuffeldieren zijn, maar eigenlijk ze dat niet. Ze schrikken snel. En ze kopiëren elkaars gedrag. Als de ene schrikt, dan gaat de rest ook schrikken. Ze zijn wel goed handelbaar. Ze wegen 70 kilogram, dat is niet zoals een paard van 600 kilogram. Ik kan gerust met drie tegelijk gaan wandelen.”

Rustgevend

Vanaf september zullen liefhebbers ook kunnen wandelen met de alpaca’s rond hoeve De Baluchon. “Nog voor corona was ik er al volop mee aan het trainen, maar door de maatregelen heb ik die wandelingen tijdelijk moeten afblazen. Jammer, want ondertussen zijn alpacawandelingen toch een beetje een hype geworden. Al mogen ze nu ook niet overdrijven. Voor mij is het belangrijk dat de dieren er zelf ook plezier aan beleven. Maar ik snap de populariteit wel. Je wordt er rustig van. Ik heb eens met een vriendin gewandeld en ze was verbaasd hoe leuk ze het vond.”

“Eigenlijk is een alpaca een wolleverancier”, legt Anne uit. “Ze hebben heel goeie wol, beter dan van schapen. Ik probeer de wol zelf een beetje te verwerken in viltwerkjes. Of je ze kan eten? Ik heb dat wel eens gehoord, ja, maar dan zou dat wel heel duur eten zijn. Als je stamboekdieren wilt, dan zal je voor een merrietje al snel 3.000 à 4.000 euro betalen.”

Olivier Petillion met alpaca’s Pol (de witte) en Jos (de bruine).
Olivier Petillion met alpaca’s Pol (de witte) en Jos (de bruine). © TOGH

Olivier Petillion (41) is nog maar sinds dit voorjaar alpacaboer, maar ondertussen heeft hij toch al veertien van de wollige beesten in zijn wei staan. “Ik ben daarmee begonnen om iets extra te kunnen aanbieden aan onze logies”, vertelt Olivier, die ondertussen al vier slaapaccommodaties heeft op zijn domein langs de Brugseweg. “We zijn eerst begonnen met Tiny Kot, vervolgens kwam het Pompkot en het Buskot (een logie in een Lijnbus, red.) en in het rallyweekend ontving ik voor het eerst gasten in het Plantkot, waarbij men eigenlijk slaapt in een bloemenwinkel.”

Ondertussen biedt hij ook alpacawandelingen aan aan mensen die niet overnachten. “In het voorjaar was dat populair omdat het een van de eerste activiteiten was die de grootouders weer met hun kleinkinderen konden doen. Het was buiten en je kon in bubbels gaan wandelen. Daardoor was dat dit voorjaar wel een succes”, vertelt Olivier. “Het is inderdaad een hype geworden. Het is een beetje hetzelfde als de tiny houses. Dat was ook een hype en dan moet je erop springen. Het is rustgevend en eens iets anders dan met een hond te gaan wandelen. Het zijn lieve dieren, maar ze hebben toch hun eigen karaktertje. Eigenlijk is het gewoon plezant om ermee te wandelen en de dieren zelf doen het ook graag.”

Niet alle dieren zijn echter geschikt om mee te wandelen. “Ze moeten getraind worden. Een paard waar nog nooit mee gereden is, daar kan je ook niet meteen op kruipen. Je moet ze eerst leren een haltertje aandoen, dan een touwtje, enkele meters wandelen, een klein beetje meer wandelen… Plots zijn ze het gewend en kan je ermee op stap.”

Carrièreswitch

Ondertussen heeft Olivier ook zijn hart verloren aan de beestjes. “Vroeger vond ik het geen mooie dieren, maar als je ze dan in de weide ziet… Ze zijn wel cutie. En de gasten vinden dat ook tof. Ik had er eerst twee gekocht, maar dan kreeg ik te horen dat ik zes merries kon kopen en heb ik die kans ook gegrepen. Nu is het bedoeling om er ook mee te kweken. De dracht duurt elf maanden, dus in het voorjaar volgend jaar verwachten we de eerste veulentjes. Daarom heb ik nu ook nog een mannetje gekocht, want als de merries hun veulens hebben, kun je er niet meer mee gaan wandelen.”

Tot voor de coronacrisis was Olivier florale vormgever, vooral voor feesten en evenementen. Doordat er geen evenementen meer konden plaatsvinden, begon hij met het aanbieden van logies. Ondertussen is Olivier voltijds logiesuitbater en alpacaboer. “Ik heb mijn snoeischaar aan de haak gehangen. Ik moest de keuze maken. Als je iets goed wilt doen, kun je het niet allebei doen. Weet je, corona heeft ook positieve kanten. Ik ging de uitdaging aan om een carrièreswitch te maken en het is gelukt en dat is natuurlijk leuk”, besluit Olivier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier