Bijna 6 op de 10 West-Vlaamse gemeenten stimuleert de lokale consumptie door coronabonnen aan te bieden. Al zijn ze niet overal even genereus. Een Wingens gezin moet het doen met 3 euro, terwijl tweedeverblijvers in Knokke op 200 euro kunnen rekenen. Een overzicht.
Een rondvraag van deze krant leert ons dat 38 van de 64 West-Vlaamse steden en gemeenten coronabonnen uitdelen. Er zijn twee systemen. Ofwel krijg je een voucher in de bus die je bij lokale handelaars kan uitgeven. Zo krijgt elke Waregemnaar een bon van 25 euro in de bus. In gemeenten zoals Izegem en Middelkerke krijg je dan weer korting, en betaal je bijvoorbeeld maar 20 euro voor een bon die 25 euro waard is. Deze laatste werkwijze wordt in een twaalftal steden en gemeenten toegepast.
Niet iedereen krijgt altijd even veel. Zo ontvangt elke inwoner van Bredene een bon van 10 euro, terwijl het zorgpersoneel van het lokale woon-zorgcentrum een handelaarscheque van 100 euro toegestopt krijgt, als blijk van waardering.
Tweedeverblijvers eerst
In andere gemeenten worden tweedeverblijvers dan weer extra in de watten gelegd. In Oostende krijgen tweedeverblijvers en Oostendenaars 60 euro, voor kwetsbare gezinnen is dat 80 euro. In Blankenberge is dat 50 euro tegenover 20 euro voor inwoners en in Knokke-Heist mag elk tweedeverblijf op een cheque van maar liefst 200 euro rekenen, terwijl Knokkenaars ‘maar’ 150 euro per gezin ontvangen.
Van een jeton van 2 euro in Lendelede tot een bon van 200 euro in Knokke: de verschillen zijn groot
“Een bewuste keuze”, duidt schepen van Toerisme Anthony Wittesaele (Gemeentebelangen). “Tweedeverblijvers zijn de big spenders van onze lokale economie en geven per dag gemiddeld 250 euro uit. Ze zijn ook met meer dan de gedomicilieerde Knokkenaars: 24.000 tegenover 20.000. Voor elke euro die we hen bezorgen, zullen ze er vier uitgeven. Bij Knokkenaars zijn dat er drie. Beide initiatieven kosten de gemeente samen 6 miljoen euro, maar moeten een omzet van om en bij de 200 miljoen euro genereren.”
In de Panne krijgen – naast inwoners en tweedeverblijvers – zelfs kortverblijvers geld toegestopt in de vorm van een Pannehotelbon: 50 euro om te shoppen, eten en drinken. En dat voor wie minstens twee overnachtingen reserveert op hotel.
Helikoptergeld
Andere gemeenten zijn spaarzamer. Zo moet elk Wingens gezin het doen met een horecabon van 3 euro en in Lendelede krijgt iedere inwoner een jeton van 2 euro in de bus. “We willen voorzichtig zijn met zogenaamd helikoptergeld”, argumenteert Hendrik Verkest, burgemeester van Wingene (CD&V). “Wie door de coronacrisis écht financiële hulp nodig heeft, zal persoonlijk geholpen worden. Maar wij gaan niet mee in een opbod met andere gemeenten. We hebben deze bestuursperiode nog een zwaar investeringsprogramma af te werken en willen ook na de coronacrisis over voldoende middelen beschikken.”
Nog dit: sommige gemeenten gooien het over een compleet andere boeg. Zo kiest Ingelmunster niet voor een financiële steunmaatregel, maar kreeg elk gezin afgelopen weekend een bloemetje aan huis. “Als dank om de maatregelen na te leven en als morele ondersteuning”, klinkt het bij burgemeester Kurt Windels (De Brug).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier