In elf jaar tijd met de fiets en te voet naar Compostela

De acht Compostela-wandelaars met van links naar rechts Arlette Vanthuyne (Oostkamp), Stijn Deconinck (Torhout), Peter Staelens (Torhout), Björn Decleir (Torhout), Geert Decleir (Torhout), Chantal Uyttenhove (Brugge), Greet Decleir (Kortemark) en Guy De Vos (Oostkamp). © foto JS
Johan Sabbe

Een avontuur dat in de zomer van 2008 van start is gegaan, werd zopas, elf jaar later, tot een goed einde gebracht. Geert Decleir, medezaakvoerder van de Renault-garage in de Oostendestraat, besloot in het genoemde jaar om – gespreid over minstens een decennium – samen met zijn zoon Björn met de fiets en te voet naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela te trekken. Vooral voor Björn, die een verstandelijke beperking heeft, zou dat gigantische inspanningen vergen. Maar, zo weet vader Geert: “Twee dingen zijn nodig om een dergelijke pelgrimstocht te doen slagen: eraan beginnen en volharden.”

De vijf fietsetappes hadden elk jaar van 2008 tot en met 2012 tijdens de eerste week van juli plaats: vanuit Torhout tot in Saint-Jean-Pied-de-Port in de Pyreneeën, waar Geert en Björn als toetje een serieuze col dienden te beklimmen. Over een afstand van 32 km ging het 800 meter omhoog, maar Björn verbeet de pijn in de benen en bereikte met een vermoeide, maar tevreden grimas de top. Het jaar erop kon het wandelen naar Compostela van start gaan.

Complex Elbje was cruciaal

In 2010 en 2011 werd in de Stijn Streuvelslaan, vlakbij de achterkant van het station, een complex voor geïntegreerd wonen gebouwd. Met op de gelijkvloerse verdieping de huisartsenpraktijk Het Spoor en erboven vier kleine appartementen voor mensen met een verstandelijke of fysieke beperking en/of met een zware autismespectrumstoornis. Björn nam er zijn intrek en gaf het pand de naam Elbje, genoemd naar de eerste bewoners Elke Haelewyn en hemzelf. Elbje zou vanaf 2013 een cruciale rol spelen in het vervolg van het Compostela-avontuur van vader en zoon Decleir.

Na de vijf fietstochten besloten Geert en Björn namelijk om niet langer met z’n tweeën richting bedevaartsoord te trekken. In 2013 stapten voor de eerste etappe vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port ook drie medebewoners uit Elbje mee – Elke Haelewyn, Steven Dufour en Peter Staelens – samen met de begeleiders Carine Cattrysse, Chantal Uyttenhove en Willy Rosseel. En uiteraard met de aanstokers Geert en Björn. Voor de tweede etappe in 2014 haakten Elke, Steven en Carine af, maar vanaf 2015 vormde er zich een equipe, die tot nu toe telkens in juni of juli samen op de Camino te vinden was en zopas Santiago de Compostela heeft bereikt. Die groep van acht noemt zich in het Spaans Los Ochos en bestaat uit de Elbje-bewoners Peter Staelens (45), Björn Decleir (40) en Stijn Deconinck (32) samen met hun begeleiders Geert Decleir uit Torhout, Arlette Vanthuyne en Guy De Vos uit Oostkamp, Greet Decleir uit Kortemark (de zus van Geert) en Chantal Uyttenhove uit Brugge.

Vijf wandeledities lang – van 2015 tot en met 2019 – vormden Los Ochos een hechte en op de Camino duidelijk zichtbare bende, met kleurrijke petjes op, luidop zingend, van tijd tot tijd dansend en plezier makend van de eerste tot de laatste minuut, ook als er op de tanden gebeten moest worden. “Na de vrolijke ontmoeting met de Koreaanse pelgrim Sojong, of hoe je dat ook schrijft, hebben we elkaar allemaal een bijnaam gegeven”, schatert Geert. “De snel stappende Stijn werd So Fast, de graag babbelende Peter So Talk, onze zingende Björn So Sing, de luid pratende Greet So Loud, de magere Arlette So Thin, de schrandere opmerkingen makende Guy So Smart, de mooie Chantal So Nice en ikzelf als gedreven vrijetijdssporter So Strong.”

Bij hun aankomst in Compostela van links naar rechts Guy De Vos (Oostkamp), Arlette Vanthuyne (Oostkamp), Geert Decleir (Torhout), Björn Decleir (Torhout), Chantal Uyttenhove (Brugge), Stijn Deconinck (Torhout), Greet Decleir (Kortemark) en Peter Staelens (Torhout).
Bij hun aankomst in Compostela van links naar rechts Guy De Vos (Oostkamp), Arlette Vanthuyne (Oostkamp), Geert Decleir (Torhout), Björn Decleir (Torhout), Chantal Uyttenhove (Brugge), Stijn Deconinck (Torhout), Greet Decleir (Kortemark) en Peter Staelens (Torhout).

Wimpel samen met boom weg

Geert had zijn bijnaam alvast niet gestolen, want hij ging ‘s morgens telkens het busje op het eindpunt van het dagtraject plaatsen en keerde dan joggend of fietsend naar het startpunt terug. Dat busje werd trouwens door zijn sponsorende garage Decleir ter beschikking gesteld. Het werd uiteraard ook gebruikt om vanuit Torhout naar Spanje te rijden en na elke week weer terug.

Er werd op het avontuur een wimpel meegenomen met een Compostela-schelp aan bevestigd en de namen van de deelnemers erop geschreven. Die wimpel werd achtergelaten op de plaats waar de groep jaarlijks na een week strandde. Maar plots ging het mis. De wimpel was in 2017 in een boom gehangen, maar bleek in 2018 spoorloos.

“De boom was namelijk omgezaagd”, lacht Chantal. “En dus was de wimpel natuurlijk verdwenen. We hebben wél de boomstronk teruggevonden en er dan maar ingetogen een klein ritueel bij gehouden. Met onze voeten naast elkaar op de stronk.”

Talkpoeder en Compeed nodig

De Camino van Saint-Jean-Pied-de-Port tot in Compostela is 774 kilometer lang, mislopen niet inbegrepen. “Mislopen hebben we niet gedaan”, gniffelt Björn. “We vonden altijd de weg. Of toch bijna. En als we hem niet vonden, dan zochten we hem.” Björn leerde onderweg trouwens een aantal wijsheden, zoals de Wijsheid van de Kan. “Als de wijsheid is in de kan, is de wijn in de man”, heeft hij het goed onthouden.

Samen met zijn vader heeft hij in twaalf etappes, gespreid over elf jaar, zeker 2.000 kilometer gefietst en gewandeld. En dat is – om in dezelfde terminologie te blijven – geen klein bier. “Ik doe fietsen en wandelen even graag”, zegt hij. “Maar soms was het lastig. We hadden wel eens blaren. Bergaf viel mee, maar bergop minder.”

Vaste onderdelen van de bagage waren talkpoeder, Compeed tegen blaren, naald en draad om de blaren open te prikken en de onmisbare ontsmettingsmiddelen. Björn: “Op een keer had ik zoveel blaren dat Chantal mijn been wou afzagen, maar ik heb dat niet laten gebeuren.” (algemeen gelach)

De weg ernaartoe is prachtig

Er werd onderweg geslapen in Refugio’s of Albergues, het typische goedkope onderdak voor de pelgrims. Op een bepaalde plaats maakte de uitbaatster paella van zodra een groep minstens acht leden telde. “Dat was ideaal voor ons, Los Ochos“, geniet Arlette nog na. “Het werd een topmaaltijd.”

De aankomst in Compostela was emotioneel, maar zeker niet het hoogtepunt van al die dagen, weken en jaren. Geert Decleir: “Vooral de weg ernaartoe is prachtig, maar de kathedraal van Compostela is niet speciaal. Wat we op pad hebben geleerd over vriendschap, elkaar steunen, leren doorzetten, jezelf proberen te blijven, met weinig tevreden zijn en anderen respecteren, is tien keer waardevoller dan die kathedraal zien.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier