Ilse Geldhof: “Ik zoek het niet ver om gelukkig te zijn”

Ilse Geldhof werd in 2008 Belgisch kampioen wielrennen. (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Dertien keer Belgisch kampioen in duatlon, één keer in het wielrennen en vijf keer Iepers Sportvrouw van het Jaar. Het palmares van Ilse Geldhof oogt indrukwekkend en toch is de sporthonger van de ondertussen 47-jarige Boezingse nog niet gestild. Dat ze de trip naar de Menenpoort maakte met de fiets hoeft dan ook niet te verwonderen.

We spraken met Ilse Geldhof (47) aan de Menenpoort voor het stadsbestuur de mondmaskerplicht in het stadscentrum invoerde, maar de vijfvoudige Ieperse sportvrouw van het jaar stond er toch op om het interview met mondkapje te doen. “Met mondmaskers heb ik geen enkel probleem. Ik erger me soms wel aan mensen die flauw doen daarover. De gezondheid is de vrijheid van de mens en ik begrijp niet hoe je daar zo laks mee kan omgaan.”

Heb je die passie voor gezondheid en sport al heel je leven?

“Toen ik zes jaar was, wist ik al dat ik turnleerkracht wilde worden. Tegen mijn zin volgde ik in het middelbaar handel, maar eigenlijk wilde ik al meteen naar de sportschool. Ik heb van alles gedaan: turnen, basket… Ik schopte het zelfs tot bij Oostende. Het was echter snel duidelijk dat de individuele sporten meer voor mij weggelegd waren. In het begin duatlon en triatlon, maar dan heb ik de overstap gemaakt naar het wielrennen.”

Was die Belgische titel in het wielrennen in 2008 het hoogtepunt van je carrière?

“Dat was opperste euforie. Zeker na een moeilijke periode was dat voor mij een prachtig hoogtepunt. Toen ik thuiskwam lag er een boeket van Yves Leterme voor mijn garage. Toen waren er nog maar drie profploegen in het vrouwenwielrennen. Dat kan je niet meer vergelijken met nu. Het dameswielrennen is enorm geëvolueerd. Ik had al 36 koersen gewonnen bij de elite, dus iedereen wist dat ik het ook kon afmaken.”

Toch stopte je het jaar erop.

“Niet omdat ik niet meer meekon, maar ik had een zware valpartij meegemaakt in 2005 in Milaan-San Remo, met een zware rugblessure en een lange revalidatie tot gevolg. Ik kreeg meer en meer angst. Niet van mezelf, maar van anderen. Ook in de afdaling durfde ik niet volop naar beneden te fietsen. Dat was heel frustrerend om zo te koersen.”

Daarna werd je nog dertien keer Belgisch kampioen van België in de duatlon. Straf!

Duatlon is anders. Als je in de duatlon het rapst loopt en fietst, dan win je. Een kampioenentrui in de koers is echter veel meer waard dan in duatlon. Duatlon is een kleine sport, maar heel lastig en heel tof. Ik behoorde tot de wereldtop. Tijdens de Powerman in Maleisië – zeg maar de Iron Man van de duatlon – werd ik tweede. Op het WK in Aviles in 2016, mijn laatste, was ik zevende. Dat was een mooie afsluiter en het best mogelijke resultaat voor mij. Ik moest het immers opnemen tegen meisjes die 20 jaar jonger waren.”

“Dat klinkt misschien saai, maar ik eet nog altijd heel gezond”

Ook duatlon is ondertussen een afgesloten hoofdstuk?

“Nu ben ik 47 en in september zal ik drie jaar gestopt zijn. Ik heb dus lang op hoog niveau kunnen meedraaien, maar ik begon mijn buik vol te krijgen van de zware trainingen. Ook voor mijn rug was het beter om rustiger aan te doen. Ondertussen ben ik weer aangesloten bij Flac en loop ik opnieuw bij de masters. Ik loop nu nog altijd in competitie.”

Je wint zelfs nog.

“Ik kan nog 16 kilometer per uur lopen. Dat is heel goed voor mijn leeftijd. Zolang ik kan blijven strijden voor de podiumplaatsen, doe ik door. Ik heb graag een doel. Met Flac is het ook gewoon plezant. Het is een kleine bende en op dinsdag trainen we altijd met Armand Parmentier, die heel bekend is in de atletiek. Dat is tof. In het weekend gaan we naar Frankrijk of blijven we in de streek om crossen en stadslopen te doen. Een beetje van alles. Alles mag en niets moet.”

Heb je iets met de Menenpoort?

“Ik ben niet iemand die echt honkvast is, dus ik zal niet zeggen dat ik wegsmelt als ik Ieper en de Menenpoort zie. Ik ben iemand die graag overal rond zit. Of dat nu in Ieper, Maleisië of Afrika is, doet er niet veel toe. Mijn moeder heeft dat wel. Als ze Ieper ziet, herleeft ze. Ik ben ook geen stadsmens. Ik heb twee grote honden waarmee ik graag ga wandelen, dus voor mij is natuur het belangrijkste.”

Je werd vijf keer verkozen tot Sportvrouw van het Jaar in Ieper. Had dat een speciale betekenis voor jou?

“Dat is erkenning en geeft een goed gevoel. Iedere sporter zal dat beamen. Je moet erkenning krijgen als je presteert, niet voordien. Ik was in interviews voor de wedstrijd altijd terughoudend. Als je het achteraf goed gedaan hebt, mag je al eens hoog van de toren blazen. Dan doet het ook deugd als je in je eigen stad zo’n prijs wint. Met Emma Meesseman maakt er nu niemand nog kans. Dat is zo’n topsporter.”

Wat zijn je toekomstplannen?

“Gezond blijven. Ik sukkel met mijn rug. Ik ben daarvoor in het UZ in behandeling. Daar zeggen ze dat ik in een karretje zou zitten mocht ik me niet zo goed verzorgen. Dat is ook de reden dat ik gestopt ben met duatlon.”

Zou je zonder sport kunnen?

“Ik denk het niet. Dat zou mentaal zeer moeilijk zijn voor mij. Ik loop zo graag. Ik ga in het lopen ook nog altijd tot het uiterste. Dat zit in mij. Ik blijf graag fit en eet nog altijd heel gezond. Dat vind ik belangrijk. Dat klinkt misschien saai. Mijn leven is simpel. Ik zoek het niet ver om gelukkig zijn. Als iedereen rond mij kan gezond blijven, dan is dat het belangrijkste, want het kan rap keren.”

Bio

Privé: Ilse werd geboren in Ieper op 9 april 1973. Ze is de dochter van Paul Geldhof en Jeannine Vermeersch. Ze was enig kind. Ze woont ondertussen al meer dan twintig jaar in Boezinge. Momenteel is ze alleenstaande.

Opleiding: De lagere school volgde ze in Immaculata. In het middelbaar volgde ze de richting handel in de Heilige Familie. Daarna volgde ze regentaat lichamelijke opvoeding in Torhout.

Loopbaan: Na haar opleiding mocht ze meteen beginnen als internaatopvoedster in Torhout. Het jaar daarop begon ze in de Heilige Familie met avondactiviteiten en zwemlesjes en wat interim-opdrachten. Drie jaar later werd ze vast benoemd in de Heilige Familie als turnleerkracht. Nu zit ze hoofdzakelijk in het Lyceum met aanvullende uren in de hogere graad in de Heilige Familie.