Ilse DeLange over haar nieuw album ‘Gravel & Dust’ : “Een koffiedrinkmoment in Nashville, super toch”

Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

De Nederlandse joviale artieste Ilse DeLange bracht een nieuw album Gravel & Dust uit. Ze koos een ideaal moment uit om haar cd te promoten. Het album kwam immers uit op de vooravond van de vierde editie van haar eigen festival Tuckerville in Nederland.

De cd is voor Ilse een terugkeer naar haar roots. Het album werd geproduceerd door muzieklegende T-Bone Burnett en werd opgenomen in de House Of Blues Studios in Nashville. Ilse haar stém en gitaar staan centraal. Het Belgische publiek kent Ilse natuurlijk van haar deelname aan het Eurovisiesongfestival én ook aan Liefde voor Muziek. Op woensdag 4 december speelt ze een concert in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. We sloegen met haar een babbel bij de VRT in Brussel.

Het is logisch dat we als eerste vraag eens naar ‘t verleden gaan. Als leadzangeres van de Common Linnets stak je uw hart en ziel in de muziek. Hoe komt een Nederlandstalige jonge vrouw in deze muziek van country folk met Ierse en Schotse invloeden terecht ?

Ilse : “Puur toeval, want het is ongewoon natuurlijk voor een Nederlandse jonge griet om in dit soort van muziek te belanden. Ik had het geluk van op een lagere school te zitten die heel veel deed voor muziek, dans en theater. Het maakte dus al van jongs af aan deel uit van mijn leven. Vroeger had ik een playback-act die ik een aantal jaren deed. Ik deed toen Toon Hermans na. Dat was heel wat anders. Natuurlijk deden al mijn leeftijdsgenootjes Michael Jackson of Madonna na. Ik was toen al een beetje een aparte. Toen ik wilde zingen, kreeg ik van iemand uit mijn stad Almelo een orkestbandje. Het was een liedje van Eddy Christiaans waarvan het oorspronkelijke een country liedje was. In het Nederlands heette het: Ik Breng Jou een Boeketje Rode Rozen. Het is een liedje waarin de gitaar sterk tot uiting komt. Die song is blijven plakken bij mij. Ik denk dat ik een natuurlijke affectie heb voor gitaar en liefdesliedjes. Thuis speelde bij ons altijd de radio. Er was een radioprogramma waar we altijd naar luisterden,waar er heel veel Amerikaanse muziek gedraaid werd. Eens per maand was er dan een live uitzending waar dan heel veel Amerikaanse singer-songwriters naar toe kwamen en daar gingen wij ook naar toe. Het is heel toevallig – door dat eerste bandje – op mijn pad gekomen en het is nooit meer weggegaan.”

Hoeveel jaren keren we dan terug in de tijd ?

Ilse : “Ik begon met zingen bij talentenjachten en toen was ik 11/12 jaar. Toen ik 14 was, leerde ik gitaar spelen. Ik vormde al snel een duo met mijn leraar en daarna ben ik begonnen in bandjes, enz.”

In 2014 behaalden jullie een tweede plaats op het Eurovisiesongfestival in Stockholm. Ben je op de hoogte dat vanaf dat moment de Belgische country line-dance wereld je volgde en dat er menig boots op je muziek dansten ?

Ilse : “Neen, is dat echt ? Dat wist ik niet dat het zo’n invloed heeft gehad. Dat maakt me trots.”

Heb je ook ooit zelf de boots aangetrokken om in Nashville of in Nederland mee te dansen op countrymuziek ?

Ilse : “Neen, ik vind het heel leuk als andere mensen dat doen. Als ik in een jolige bui ben – ergens in een kroeg – vind ik het wel grappig om dat eens te doen, maar het is niet dat ik het fanatiek beoefen. Laat mij maar op de bühne staan. Da’s beter dan ervoor.”

Het festival Tuckerville – waarvan jij de ziel bent – is pas voorbij. Met groepen als The Steel Woods en Asleep at the Wheel – ook gesmaakt bij ons in de countrywereld – heb je menig Belgische liefhebber over de grens getrokken. Heb je geen plannen om iets identiek te realiseren in Vlaanderen, waar toch ook veel countryfanaten wonen ?

Ilse : “We zijn er wel een beetje over aan het spreken. Er is één partij die al is afgekomen met een locatie. Het zou geweldig zijn om Tuckerville naar België te laten komen maar zo ver is het nog niet. In Nederland vond het nu al voor de derde keer plaats. We hadden dit jaar voor het eerst een uitverkochte editie. Er waren 18.000 mensen. Dat was een geweldige editie. We zijn nog steeds aan het bouwen. Daarom is het zo moeilijk om al direct ermee naar België te komen. Die wens is er wel en ik zou het ook zo leuk vinden, maar eerst verder goed de Nederlandse editie uitwerken.”

Een duidelijk bewijs dat er in Nederland wel een markt is voor dergelijke muziek.

Ilse : “Die is er inderdaad wel. Die is zelfs nooit weggeweest, terwijl ik niet in Nederland mijn eerste platendeal tekende maar wel in Nashville. Zo is mijn relatie met Nashville ontstaan, door die afwijzing in mijn eigen land.”

Was het dan moeilijk om in Nederland aan de bak te komen met zo’n muziek ? U zei net dat je eerste platencontract in Nashville getekend is ?

Ilse : “De Nederlandse platenfirma’s deden een beetje lacherig. Ze dachten dat ze er geen cd’s van gingen verkopen. Ik had wel geluk dat ik in Amerika bij Warner Brothers mocht tekenen. Ik nam daar mijn eerste plaat World Of Hurt op. In tegenstelling wat iedereen dacht, werd het één van de meest verkochte debuutalbums ooit in Nederland. Dat zorgde voor een heel sterke basis voor mijn carrière.”

Country Vlaanderen trekt ook ieder jaar massaal naar de Western Experience in ‘s Hertogenbosch. Is er een kans dat de liefhebbers van country je daar op het podium zien tijdens de 25ste editie in 2020 ?

Ilse : “Dit evenement is hét grootste in Europa, maar ik heb mezelf niet neergelegd bij hun levensstijl van Western & Country. Toen ik jonger was, speelde ik veel country met line-dancegroepen. Het heeft mij nooit veel aangesproken. Ik sta liever in een zaal waar de mensen luisteren naar mij. Dat heb ik liever, moet ik eerlijk bekennen.”

Vlaanderen leerde je béter kennen in het vtm-programma Liefde voor muziek. Was je vlug te overhalen om aan dit tv-programma mee te doen ?

Ilse : “Eigenlijk wel, maar het kwam vooral door de mensen die al hadden toegezegd. Jan Leyers vind ik fantastisch. Het was gewoon een hele groep mooie mensen samen, ook muzikaal. Ze pasten volledig in mijn straatje. Dat heeft me dus direct ja doen zeggen. Ik vond het ook heel fijn dat die vraag uit België kwam, want ik was al een hele lange tijd niet hier geweest. Ik dacht bij mezelf: wat fijn dat ik hier het podium mag delen. Misschien nodigt dat uit dat ik hier meer mag spelen.”

Deden er ook artiesten mee die je niet kende ?

Ilse : “Ik kende eigenlijk enkel Stef Kamil Carlens van in de tijd van Zita Swoon. Wij tekenden allebei bij de Warner Brothers, we waren labelmates. Met de eerste plaat heb ik in Vlaanderen ook promo gedaan en toen kwamen we af en toe elkaar eens tegen. Het was wel niet zo dat we elkaar goed kenden en al zeker niet zijn muziek. Ik moest me echt erin verdiepen. Milow zijn muziek was voor mij het bekendste, omdat hij ook veel hits in Nederland heeft. De rest was relatief onbekend.”

Was het een lastige opdracht of viel dat nog mee ?

Ilse : “Dat viel op zich nog mee. Ik heb met een collega van mij – Lennert – heel veel liedjes omgevormd. Het is allemaal in dezelfde lijn als het album, want ik wist al van te voren dat dit album ging uitkomen. Ik heb de liedjes die ik daar bracht dus in dezelfde lijn en sfeer als mijn album ingezongen.”

‘Liefde voor Muziek’ is al een tijdje voorbij. Heb je nog contact met andere collega-artiesten die toen in uw lichting zaten of is dat al verwaterd ?

Ilse : “Ja, ik heb met Jan Leyers al liedjes geschreven en met Stef Kamil Carlens ook. Milow heb ik eergisteren nog gezien in Duitsland. We hebben een WhatsApp-groepje met elkaar.”

Ik liet een échte fan eens naar je nieuwe album luisteren. Die mevrouw omschreef het als volgt : het is vooral een luisteralbum, zachte folk en geen songs die wij nu zouden gebruiken in de line-dance. Kan je dat beamen ?

Ilse : “Ik snap haar wel. Dit album is vrij lyrisch en voor de line dance moet je wel een goeie beat hebben. Ik denk dat er drie liedjes zijn waarop het wel zou kunnen, maar het moet dan ook liggen aan de groep. Er zijn groepen die een traditionele drum nodig hebben. Maar er zijn ook groepen die competitie line-dance doen op popmuziek. Daarin ben ik niet thuis, maar ik kan wel begrijpen dat die mevrouw dat zo formuleert.”

Je nieuwe album was er niet gekomen, had je geen ontmoeting gehad met T-Bone Burnett. Juist ?

Ilse : “We hadden direct een klik. Maar om tot die ontmoeting te komen, was dat watt anders want hij is een heel bekende producer. Voor mij is hij een icoon voor alles wat te maken heeft met de Amerikaanse rootsmuziek. Hij heeft de meest geweldige platen geproduceerd. Hij werkte met zoveel mensen. Hij heeft een enorme waslijn aan wat hij al heeft gedaan. Voor mij als een gewone Nederlandse zangeres was het geen eitje om te zeggen: Hey Mr. Burnett wilt u mijn plaat produceren ? Zo gaat het niet. Ik moest kijken of ik niemand kende die hij kent om mij zo te laten introduceren bij T-Bone Brunet. Gelukkig had ik een kennis die ons heeft geïntroduceerd bij hem. Die kennis had ook al eerder samengewerkt aan mijn vorige platen. Via e-mail heeft hij mij voorgesteld en daaruit is er een koffiedrinkmoment uitgekomen in Nashville. Super toch..”

U zegt net dat het balletje is gaan rollen, maar zo gemakkelijk kan het toch allemaal niet zijn gegaan ?

Ilse : “Het ging eigenlijk best wel snel. Ik had alle liedjes al. Ik had 30 tot 40 liedjes die ik met hem kon beluisteren. Ik vroeg ook direct of hij ging zorgen dat het in ‘t genre Americana zou vallen. In Amerika is alles zo goed geformatteerd, hier niet. Alles wordt hier in één soepje gesmeten. Daar is het echt separaat. Countrymensen moeten niks weten van Americana-mensen en andersom. Dat is wel bizar. Ik vroeg aan hem dat ik in het kader van Americana val en dat het echt één sound is. Mijn voorgaande platen – die ook veel country gemeend hebben – zijn toch een beetje all over the place want er zit wat pop in, funky, country, … Nu is het één mooi geheel. Dat komt echt door hem. Het ging toen echt snel. We maakten een selectie van vijftien songs. Die hebben we allemaal opgenomen en daarna gingen we over naar tien liedjes die nu op het album staan. Het opname proces ging vrij snel, want je neemt met meerdere muzikanten live op. Het is eigenlijk een live performance. Die muzikanten zijn zo goed. Binnen een goede week stond het grootste deel van de plaat erop. Het was dan eigenlijk nog wat inzingen en de koordjes aan elkaar lijmen.”

Hoe gelukkig was je toen je die producer kon strikken. Het is natuurlijk een meerwaarde voor je album, maar misschien nu ook een duurder product ?

Ilse : ” Het is niet goedkoop… Deze producer is niet de eerste de beste. Het is natuurlijk een investering maar zo’n samenwerking vergeet je ook. Het is het meer dan waard. Het is iemand die je zo veel voldoening geeft…”

Is dat ook zo een beetje een visitekaartje om te tonen aan Vlaanderen en Nederland bij wie je geraakt bent ?

Ilse : “Dat is wel een beetje waar. Ik bemerk wel dat mensen het zo ervaren. Ik heb ook een stempel gekregen van goedkeuring ofzo want als mensen zeggen met wie ik samen gewerkt heb en wat die producer al gedaan heeft, dan zal het goed zijn. Zo denken mensen toch erover.”

Het moet ongetwijfeld voor u ook een eer zijn want die producer krijgt waarschijnlijk 1001 dergelijke aanvragen. Misschien dacht hij van: Tiens dat madammeke uit Nederland kent er iets van ?

Ilse (lacht) : “Nou ja, dat denk ik ook ! Het was misschien goed om met mij in zee te gaan voor hem. Ik ben er wel trots of.”

Volgens uw fan keer je met dit album terug naar het warme, diepe van de countrymuziek. Waarom deze terugkeer ?

Ilse : “Ja, ik denk het wel. Ik heb de titel gekozen omdat ik het gevoel heb dat ik terug ben bij mijn roots, maar nog verder ben terug gegaan. Mijn eerste plaat hier werd beschouwd als een countryalbum. Dit was veel meer Amerikaanse roots dan het eerste, want die bezit veel popelementen. In die zin heb ik nog nooit zo authentiek geklonken. Dat vind ik mooi. Naarmate je ouder wordt, kom je dichter bij je oorsprong als mens en vertaal ik het meer in mijn muziek. “

Mag ik een clichévraag stellen : welk nummer is de max, dé uitschieter ?

Ilse : “Dat is altijd moeilijk, want ik vind dat je zoiets pas kan zeggen na een bepaalde periode. Het is nu moeilijk want iedere song is goed maar elk om een andere reden. Bijvoorbeeld Always Been. Het voelt aan zoals er een olievat over je been heen gaat. Het heeft een losse grave grove en dat vind ik helemaal te gek. Alle liedjes zijn sowieso heel filmisch. Dat vind ik heel mooi. Went For A While is een persoonlijk liedje. Er zijn ook fictieve verhaaltjes erbij zoals New Amsterdam. Dat kwam tot stand omdat we ergens de link met Nederland wilden leggen. Want die plaat komt ook uit in Amerika en hoe mooi zou het zijn als ze weten dat ik een Nederlandse ben. Toen dacht ik direct aan New Amsterdam. Toen ben ik beginnen schrijven met vrienden. Een van de jongens Matthew heeft een mini-filmpje gemaakt van een liefde die verloren is geraakt in New York en dat je nooit meer teruggaat naar New Amsterdam. Dat is het fictieve verhaaltjes. Ik heb dus veel favoriete nummers. Ik denk dat ik over een hele tijd pas weet wat mijn échte favoriet is.”

Het album kwam al uit in Vlaanderen. Is het album voor jezelf volledig klaar of denk je nu al dat het nog beter kon ?

Ilse: “Voor mij is het een mooi rond geheel. Soms ontwikkelen liedjes zichzelf. Het kan zijn dat er live elementen bij komen. Dat is ook de magie van muziek. Het heeft geen vaste vorm en dat moet zo blijven. Ik ben er tevreden mee.”

Je legde je lat heel hoog omdat je samenwerkte met een wereldbekende producer. Hoe moeilijk zal het zijn voor een volgend album ?

Ilse : “Ik heb het gevoel dat het een heel belangrijk album zal worden. Het wordt een belangrijk vlaggetje in mijn verdere tijdperk, omdat dit mij ergens gebracht heeft. Dit triggert nog meer dan dit. Ik zou graag verder werken met hem als producer, maar er zijn nog producers waaraan ik wil vragen om ook eens samen iets te doen. Ik denk daarbij aan David Copp of Jack White. Ik wil dus nog andere producers ontdekken.”

Ilse DeLange over haar nieuw album 'Gravel & Dust' :

Wat voelt bij je het best aan, het zingen van country-, popmuziek of het zingen van Vlaamse songs zoals in Liefde voor Muziek ?

Ilse : “Allemaal eigenlijk en gelukkig wonen wij in een openlandschap wat betreft radio. Dat is wel het voordeel tegenover Amerika, want daar heb je dat niet. Je kan veel meer zijn dan één ding. Je hoeft niet enkel een countryzangeres te zijn of alleen die popzangeres. Je mag niet enkel in het Engels zingen, want anders is het Nederlands niet geloofwaardig. Als je het voelt is het goed, als je de emotie oprecht weet over te brengen dan is het goed. Ik hoef gelukkig niet te kiezen dus ik doe het niet.”

Is het optreden in de Arendbergschouwburg in Antwerpen voorlopig je enige optreden ? Of gaan we je daarna ook zien in de AB in Brussel, net zoals The Mavericks ?

Ilse : “Ik wil niets liever dan optreden. Ik ben heel bij dat het in Antwerpen is uitverkocht. Volgend jaar gaan we in Nederland een paar clubs doen, dus wie weet kunnen we toch eens aankloppen bij de AB of we hier kunnen spelen. Het hangt ook wat af van het geloof van onze promotor hier. Ik hoop dat alles tot veel meer leidt.”

Zijn er thema’s waarover je nooit zou schrijven ?

Ilse : “Neen, eigenlijk niet. Ik kan niks bedenken. Ik probeer wel tijdens het schrijven dat de mensen hun eigen emotie kunnen vinden bij het lied. De mensen moeten zich verbonden voelen. Dat vind ik heel fijn.” (PADI)

De cd ‘Gravel & Dust’ ligt in de winkel. Info over haar optreden in Antwerpen vind je terug op de site van de Arendbergschouwburg.

Ilse DeLange. (Foto’s Universal Music)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier