IKWV-secretaris An Beun: “Frappant hoe mensen niet luisteren naar de redders”

© Davy Coghe
Hannes Hosten

Als secretaris van IKWV, de intercommunale kustreddingsdienst, staat An Beun (39) al elf jaar elke zomer aan het hoofd van de 1.400 strandredders die onze kust rijk is. Zij bewaken 34 km badzones, of zowat de helft van onze kustlijn. An was zelf nooit redder en moest leren leven met het zand tussen de tenen. Maar ze verdedigt haar dienst door dik en dun en dat is soms nodig.

Het is al jàren geleden dat ze nog op de Mercator was. En ook al groeide ze op aan zee, met schepen heeft ze nooit echt iets gehad. “Ook mijn ouders en grootouders niet, vermoed ik. Anders had ik dat al gehoord. Zij komen van de boerenbuiten”, zegt An, die vandaag als hoofd van de reddingsdienst niet zonder boten kan. “Als ik de kans krijg in de zomer, vaar ik wel eens mee. De redders geven mij dan vaak het roer, maar dat hoeft niet. Ik geniet even veel van achterop zitten.”

Je studeerde rechten. Waarom?

“Om een typische reden: ik wist echt niet wat ik later wou doen. Het is een richting waar je later nog alle kanten mee uit kan. En ze zeggen mij ook dat ik het nogal goed uit kan leggen. Dat is typisch voor iemand met een rechtendiploma. Maar ik twijfelde tussen rechten en – schrik niet – vroedkunde. Iets compleet anders. Baby’s en bevallingen, dat sprak mij wel aan. Maar ik koos uiteindelijk voor de zekerheid. En met dat diploma rechten zou ik wel zien welke richting ik uit zou gaan.”

Na je opleiding bleef je eerst in Gent wonen.

“Ik moest mijn laatste examen nog afleggen, toen ik bericht kreeg van de provincie Oost-Vlaanderen dat ik er op 1 september mocht beginnen. Ik woonde tijdens mijn studies in Gent met mijn vriend, intussen mijn echtgenoot. We bleven er enkele jaren plakken, maar zowel voor mij als voor hem was al snel duidelijk dat dat niet voor altijd zou zijn. We wilden terug naar de kust. Ik kon niet aarden in een stad. In weekends en vakanties was het er zo doods. We hadden er ook geen tuin en ik miste echt de zeelucht.”

We hopen op centen van de Vlaamse en federale overheid, want het zijn niet alleen West-Vlamingen die in zee zwemmen, hé

En dus terug naar Koksijde?

“We zijn getrouwd en hebben dan gebouwd in Koksijde. Ik pendelde nog enkele jaren naar Gent, maar dat was echt vreselijk: een boemeltrein, altijd vertraging… Ik werd toen ook voor de eerste keer mama, maar zag mijn kleintje te weinig, vond ik. Zo ben ik beginnen solliciteren voor allerhande vacatures in eigen streek zoals die voor secretaris van IKWV. Daar ben ik op gesprongen en dat heb ik me nog niet beklaagd.”

Ben je zelf redder geweest?

“Neen! Ik vind dat ook geen probleem. Ik ben leidinggevende, maar moet zelf geen mensen redden. Godzijdank! Het is handig als je iets weet van het praktische reilen en zeilen. Maar daarvoor heb ik mijn man, die wel redder was. Ik heb in die periode genoeg gezien en gehoord. En ik mocht mee naar de feestjes (lacht). Soms denk ik zelfs dat het een voordeel is dat ik geen redder geweest ben. Daardoor kan ik vaak objectiever beslissingen nemen en ben ik niet beïnvloed door zaken die ik meemaakte of die typisch zijn voor het strand waar ik stond.”

Bracht je in je jeugdjaren veel tijd door aan het strand?

“Ik ging graag, maar mijn moeder had een hekel aan zand. Telkens ik naar het strand ging, kreeg ik onder mijn voeten dat ik kilo’s zand mee had naar huis. Natuurlijk ging ik wel eens relaxen aan het strand met vriendinnen, genieten van het mooie weer, de ijsjes en de wafeltjes. Maar ik was nooit bij een watersportclub.”

Jij bent zelf ook niet zo zot van zand, las ik.

“Blijkbaar is dat genetisch doorgegeven. Dat zand kruipt overal tussen en in. Als je op je blote voeten thuis rondloopt, heb je altijd wel zandkorrels tussen je tenen. Het IKWV-bureau in Westende staat in het midden van de duinen. Het zand waait er altijd binnen, je ramen zijn altijd vuil… Ik heb ermee leren leven. In het zand liggen en spelen, dat vind ik allemaal tof. Maar het is het moment dat je weer naar huis moet. We namen thuis wel onze voorzorgen met een douche in de garage.”

Wat moet de secretaris van IKWV eigenlijk doen?

“Het is een heel gevarieerde job. Waar ga ik beginnen? Ik sta aan het hoofd van de reddingsdienst. Ik ben secretaris van onze raad van bestuur, zit samen met onze hoofdredders, moet zorgen dat de facturen betaald worden en de boekhouding klopt… Verder controleer ik of de aangestelde redders aan de vereisten voldoen. Het zijn de gemeentebesturen die de redders aanstellen en betalen, maar ze worden in de zomermaanden gedetacheerd naar IKWV. In principe ben ik verantwoordelijk voor hen, maar ze zijn met 1.400. In de praktijk geven de hoofdredders meestal leiding aan hun mensen. Ik onderhoud ook de contacten met onze externe partners: het hulpcentrum 112, de hulpdiensten, provincie en gemeenten, sponsors…”

Als An voor lange tijd op reis zou gaan…

Liefst wat tropisch

“Ik zit graag op het water. De bestemming maakt niet zo veel uit, maar het mag ver zijn. Liefst een beetje tropisch, kwestie van mooi weer te hebben. Het varen zelf zou ik al fantastisch vinden. En af en toe aanmeren aan een mooi strandje om wat te relaxen… Wie ik meeneem? Mijn gezin. Ze klagen anders dat ze me niet genoeg zien. Family time. En verder wat dichte vrienden en familie. Als ik op vakantie ga, word ik graag gediend. Er mag een hele staf mee: een kapitein, een schoonmaakploeg, iemand die lekker eten klaarmaakt… Je moet slim zijn, hé (lacht).”

Geen smartphone

“Ik neem zeker een goed fototoestel mee om blijvende herinneringen te hebben. Maar mijn gsm en laptop mogen thuis blijven. Ik ben redelijk verknocht aan mijn smartphone en heb dat ding altijd bij mij, gelijk waar ik ga. Ik betrap er mezelf op: ik zit op restaurant iets te eten en haal dan toch automatisch die smartphone boven. Dan heb ik iets van: sorry, maar nu moet die in mijn handtas blijven. Op dat vlak heeft mijn man wel een goede invloed op mij. Die kan daar totaal niet tegen.”

Geen nieuwsfreak

“Ook de actualiteit zou ik niet volgen als ik op reis ben. Eerlijk gezegd, ik kende ook het Mercatorgesprek niet. Ik ben iemand die de actualiteit niet volgt als het niet van invloed is op mijn werk. Politiek ga ik wel wat volgen, omdat het gevolgen kan hebben voor onze werking. Maar voor de rest ben ik zeker geen nieuwsfreak. De tendens is ook vaak zo negatief. Dat moet ik allemaal niet weten. Ik wil positief blijven en al dat gezever hoeft niet.”

Geen mama’s kindje

“Als ik mijn man en mijn kinderen mee heb, zou ik niemand missen. Ik ben geen mama’s kindje, ik kan best enkele maanden zonder contact met mijn ouders of de rest van mijn familie. En als ik een kok of kokkin mee krijg die voor lekker eten en drinken zorgt… Weet je wat ik wel nog zou meenemen? Netflix. Af en toe een serie meepikken als het weer wat minder is.”

Wie is An Beun?

Privé

Geboren in Veurne op 13 februari 1981. Opgegroeid in Koksijde, waar ze – behalve enkele jaren Gent – altijd bleef wonen. Getrouwd met Stijn Gherardts, mama van drie dochters: Basje (12), Fien (10) en Billie (4).

Opleiding en loopbaan

Licentiaat in de rechten (Universiteit Gent). Werkte van 2004 tot 2008 voor de provincie Oost-Vlaanderen, sinds 2008 secretaris van de intercommunale kustreddingsdienst IKWV.

Vrije tijd

Lezen, reizen, lekker eten.

Is de strandreddingsdienst afhankelijk van sponsoring?

“Wij komen niet rond met de middelen die we krijgen van de overheid. Voor minstens één derde van ons budget zijn we afhankelijk van sponsoring. Dat zorgt voor een brok onzekerheid. Een sponsorcontract kan altijd worden opgezegd. Wij krijgen ook centen van de gemeenten, Vlaanderen en de provincie, maar door de hervorming van de provincies mag de provincie ons vanaf 2020 niet meer financieel ondersteunen. Ons budget voor volgend jaar is nog niet rond. De provincie liet tussen de lijnen al blijken dat ze ons verder willen steunen, maar het is logisch dat we nu eerst kijken naar de Vlaamse en federale overheid. Het zijn niet alleen West-Vlamingen die in zee zwemmen, hé.”

Ligt het jou, sponsoring vragen?

“Ik voel me af en toe alsof ik op bedeltocht ga, overal gaan smeken en ankeren om centjes. Ik vind het spijtig dat men niet van hogerhand inziet dat het gewoon nodig is. Haal de redders weg en er zullen weer tientallen mensen in de problemen komen of zelfs sterven Ik wil het niet meegemaakt hebben, het is mijn ergste nachtmerrie. Maar de redders doen nu per seizoen toch 300 tot 400 interventies. Soms voor simpele dingen, maar toch ook zwaardere zaken.”

Weegt de vrees dat er iets zou gebeuren op jou persoonlijk?

“Ik moet daar nuchter in zijn. Ik zal hout vasthouden (neemt de tafel vast), maar in de elf jaar dat ik secretaris ben, deed zich nog nooit een ernstig incident voor in een bewaakte zone en tijdens de uren dat er redders stonden. Maar ik moet beseffen dat dat ooit eens kan gebeuren. De redders aan zee zijn ook maar mensen, zij kunnen maar hun uiterste best doen. Als zij ondanks al hun inspanningen er toch niet in slagen om iemand te helpen, kan ik niemand iets verwijten. Het zou anders zijn als ze nalatig zijn geweest, maar ik heb 100 procent vertrouwen in de mensen die er staan. Je kan ook niet werken als je continu schrik hebt. Niet dat ik daar niet eens aan denk, maar ik ben van nature positief ingesteld.”

IKWV-secretaris An Beun:
© Davy Coghe

Hoe groot is het probleem van mensen die niet luisteren naar de redders?

“In die elf jaar merkte ik de verandering. Mensen zijn zoveel mondiger geworden en dat is goed, maar het is frappant hoe ze niet luisteren naar de redders. Toen mijn man redder was, deden de mensen nog wat ze vroegen. Als je nu iets durft te vragen, krijg je in één op de twee gevallen een opgestoken vinger of verwensingen naar je hoofd, of ze negeren je gewoon straal… Het verschilt wel van badplaats tot badplaats.”

In welke badplaatsen zijn er het meest problemen?

“Ik ga daar niet over uitweiden, maar het hangt af van het type toerist dat je aantrekt. Op echte familiestranden of stranden waar veel lokale mensen komen, worden de richtlijnen van de redders wel nog gerespecteerd. Maar in zones met dagjestoeristen heb je het vlaggen. Vooral verbaal wordt er veel gevloekt, maar de laatste jaren durft het af en toe ook fysiek worden. Heel zelden, maar het gebeurt: de redder een serieuze duw geven. Uitdagen, hé. We proberen onze redders daar wel in te trainen, maar als je daar tegen de grond geduwd wordt door een grote beer…”

Als leidinggevende moet ik zelf geen mensen redden. Godzijdank!

Hoe gaan ze daarmee om?

“We proberen altijd de mensen te overtuigen, hen uit te leggen waarom iets nodig is. De redder kan er zijn postoverste bij halen, of als dat niet helpt de hoofdredder of in het uiterste geval zelfs de politie. In sommige gemeenten, ik denk aan Blankenberge en Knokke-Heist, is de politie permanent aanwezig op het strand. Zij werken heel nauw samen.”

Er is elk jaar veel te doen over wanneer er precies redders moeten staan. Denk je de kustgemeenten ooit allemaal op één lijn te krijgen?

“We streven nog altijd naar gelijkvormigheid, maar ik begrijp de eigenheid van de badplaatsen. Ik kan er wel inkomen dat het voor de ene kustgemeente meer prioriteit heeft dan voor de andere. Het maakt mijn taak niet makkelijker. Het zou veel handiger zijn als iedereen op hetzelfde moment begint en eindigt, ook wat communicatie betreft. Maar ik denk niet dat ik het nog zal meemaken. En het is nu ook niet de grootste prioriteit voor IKWV. Er zijn genoeg andere uitdagingen. Eerst en vooral onze financiering.”

Als An voor lange tijd op reis zou gaan…

Liefst wat tropisch

“Ik zit graag op het water. De bestemming maakt niet zo veel uit, maar het mag ver zijn. Liefst een beetje tropisch, kwestie van mooi weer te hebben. Het varen zelf zou ik al fantastisch vinden. En af en toe aanmeren aan een mooi strandje om wat te relaxen… Wie ik meeneem? Mijn gezin. Ze klagen anders dat ze me niet genoeg zien. Family time. En verder wat dichte vrienden en familie. Als ik op vakantie ga, word ik graag gediend. Er mag een hele staf mee: een kapitein, een schoonmaakploeg, iemand die lekker eten klaarmaakt… Je moet slim zijn, hé (lacht).”

Geen smartphone

“Ik neem zeker een goed fototoestel mee om blijvende herinneringen te hebben. Maar mijn gsm en laptop mogen thuis blijven. Ik ben redelijk verknocht aan mijn smartphone en heb dat ding altijd bij mij, gelijk waar ik ga. Ik betrap er mezelf op: ik zit op restaurant iets te eten en haal dan toch automatisch die smartphone boven. Dan heb ik iets van: sorry, maar nu moet die in mijn handtas blijven. Op dat vlak heeft mijn man wel een goede invloed op mij. Die kan daar totaal niet tegen.”

Geen nieuwsfreak

“Ook de actualiteit zou ik niet volgen als ik op reis ben. Eerlijk gezegd, ik kende ook het Mercatorgesprek niet. Ik ben iemand die de actualiteit niet volgt als het niet van invloed is op mijn werk. Politiek ga ik wel wat volgen, omdat het gevolgen kan hebben voor onze werking. Maar voor de rest ben ik zeker geen nieuwsfreak. De tendens is ook vaak zo negatief. Dat moet ik allemaal niet weten. Ik wil positief blijven en al dat gezever hoeft niet.”

Geen mama’s kindje

“Als ik mijn man en mijn kinderen mee heb, zou ik niemand missen. Ik ben geen mama’s kindje, ik kan best enkele maanden zonder contact met mijn ouders of de rest van mijn familie. En als ik een kok of kokkin mee krijg die voor lekker eten en drinken zorgt… Weet je wat ik wel nog zou meenemen? Netflix. Af en toe een serie meepikken als het weer wat minder is.”