“Ik ga nooit recht naar huis, het leven is een avontuur”

Germana Tack: "Mijn moeder was kapster en mijn vader thuiswever en de deur stond altijd open." © KDS
Redactie KW

Germana Tack woont en werkt in de Overleiestraat. De bed and breakfast op nummer 14 draagt simpelweg haar naam. Regelmatig krijgt ze er artiesten en kunstenaars over de vloer bij wie ze zich in haar element voelt. Al een leven lang ontwerpt ze stoffen, tapijten en kostuums, denkt ze na over decoratie en styling of creëert ze eigen werk. “Het heeft altijd met vormgeving, kleur en volume te maken”, vertelt Germana.

“Geef mij maar het volledige kunstenpakket”, zegt Germana Tack. “Theater, film, tentoonstellingen, alles. Als vrije tijd of voor het werk, dat loopt voor mij door elkaar en het is mijn manier van leven en denken.” Expo’s met eigen werk staan nu even on hold, wat niet wil zeggen dat Germana er niet mee bezig is. “Op dit moment ben ik erg geboeid door dessins en texturen. Die zou ik graag op een andere manier dan ik gewoon ben uitwerken.” Wordt dus vervolgd.

De naaikamer is de plaats voor het gesprek, want de ontbijttafel staat gedekt voor de gasten. De vraag is alleen of kunstenares Polly Apfelbaum al wakker is. “Toen ik te horen kreeg dat ze hier wou logeren voor haar deelname aan Play was ik in de wolken. Ik ken haar werk en nu is ze bij ons te gast”, glundert Germana. Ze slaat de catalogus van het stadsparcours voor actuele kunst open en strijkt over de pagina van de Amerikaanse kunstenares. “Als ze wakker is, moet ik zorgen dat er brood op tafel staat”, zegt ze en ze werpt een blik op de klok.

Ben je een vroege vogel?

“Tot mijn eigen verwondering wel. Voor de bed and breakfast is dat natuurlijk nodig, maar zeker in de zomer sta ik graag vroeg op. Ik kruip ook tijdig onder de wol.”

Wat is het fijne aan gasten ontvangen in je eigen huis?

“Regelmatig hebben we artiesten over de vloer. Met hen heb ik een zekere voeling, al kunnen we gerust ook over compleet andere zaken babbelen. Toeristen of artiesten, het is leuk als er goede contacten zijn. Steeds mensen rondom je hebben, is een gevoel dat ik al langer ken. Als kind kregen we bij ons thuis, in Ingooigem, altijd mensen over de vloer. We woonden op de buiten. Mijn moeder was kapster en mijn vader thuiswever en de deur stond altijd open. Wanneer er een koppel uit het dorp trouwde, kwam de familie dikwijls al van zes uur ‘s morgens langs. Mijn moeder zei dan tegen hen op voorhand: ‘Roep maar aan de trap mocht ik nog niet wakker zijn.'”

“Overleie is zoveel meer geworden dan we hadden verwacht”

Je trok als jong meisje op internaat naar Brussel om kunst te studeren. Dat mocht zomaar?

“Ik had drie jaar moderne humaniora gedaan en ik was goed in tekenen, turnen, muziek, Nederlands én wiskunde. De voorwaarde was dat ik eerst een jaar technisch onderwijs moest volgen en tachtig procent moest behalen voor ik Plastische Kunsten mocht gaan doen. Dat ging zonder problemen, want ik wou het ook. In dat technische jaar heb ik leren naaien en ook patroontekenen vond ik boeiend, in tegenstelling tot veel anderen. Het is precisiewerk en er komt wiskunde aan te pas. Ik vind dat leuk.”

Ging de wereld voor je open in Brussel?

“Ja, weven als kunstvorm kwam toen erg op en er waren de eerste tentoonstellingen in BOZAR. De combinatie van vakmanschap en handwerk als kunst was zeer vernieuwend in die tijd. Op vrije momenten trokken we wel eens op café, maar toch spendeerde ik de meeste woensdagnamiddagen in musea. Tijdens het weekend logeerde ik soms bij vriendinnen in het Brusselse en dan trokken we naar een concert in Vorst Nationaal. In die tijd zag ik ook een optreden van Ramses Shaffy en Liesbeth List. Als meisje van op de buiten de kans krijgen om dat allemaal te mogen ontdekken, het was een avontuurlijk leven.”

Je werk is gevarieerd, maar vraagt ook veel geduld en nauwkeurigheid.

“Handwerk is zo geestig. Het is jammer dat het vak door machines wordt overgenomen. Al komt het ook terug. Het is helaas, behalve voor uitzonderlijke gelegenheden of voor couturehuizen, onbetaalbaar. Na mijn tijd in Brussel studeerde ik Kunstweven in Gent terwijl ik werkte voor iemand die in chique huizen en casino’s gordijnen, draperieën en baldakijnen voorzag. Ik heb er leren stikken en ben zo in de wereld van beursstanden terechtgekomen. Ik ontwierp meubelstoffen en tapijten en deed later ook de styling voor fotografen voor tijdschriften. Maar mijn werk puur styling en decoratie noemen, dekt de kunstzinnige lading niet helemaal.”

Germana Tack.
Germana Tack.© KDS

Van wie heb je de kunstmicrobe gekregen?

“Mijn vader en tantes waren bedreven in het schrijven van epistels die ze dan op familiefeesten voordroegen. Zelf heb ik ook wel iets met literatuur, zo krijgt een werk soms een gedicht als titel. Ik ben verre familie van de Waregemse auteur Willem Putman die schreef onder het pseudoniem Jean du Parc. Ik hoorde verhalen over hem, een bon vivant die waar hij ook binnenkwam piano begon te spelen en te zingen. Ik zag dat als kind helemaal voor mij.”

Ben je blij met jouw parcours?

“Ik ben eigenlijk heel tevreden met hoe alles is verlopen. Als je afstudeert in de Plastische Kunsten weet je niet waar dat je zal brengen. Er hebben zich een heleboel kansen voorgedaan en ik heb ze gegrepen. Het is niet evident als je werkt in projecten en soms heb je een maand lang geen opdracht. Gelukkig stond ik er niet alleen voor. Dankzij de dansvoorstellingen in Limelight kwam ik met internationale dansers in contact. Ik reisde naar Berlijn en Wenen om voor dansproducties daar kostuums te ontwerpen. Dan ging ik met mijn naaimachines het vliegtuig op.”

Je blijft naast de B&B nog steeds met allerlei projecten bezig?

“Werken kan zeer aangenaam zijn, vind ik. Sinds vijf jaar verzorg ik de kledij voor de wijkprojecten van Theater Antigone. Dat is intens omwille van de vele spelers, maar het is zeer de moeite. Samen met de mensen van techniek, regie en decor werken we naar een geheel toe. In de Kortrijkse Schouwburg ben ik dan weer costumière van dienst wanneer gezelschappen daarom vragen. Zo heb ik al grote namen mogen ontmoeten, Jan Fabre, Ann Teresa De Keersmaecker en Louise Lecavalier bijvoorbeeld. Het heeft iets speciaals dat te mogen doen.”

“Kortrijk Zaait was voor Overleie het juiste initiatief op het juiste moment”

Waar haal je ideeën?

“Het begint bij een opdracht, zoals kostuumontwerp voor theater. Meestal start ik met schrijven, ontstaan er kleine prozawerkjes die enkel voor mij bestemd zijn. Ik begin wat te schetsen, ik zoek dingen op. De klankkleur van woorden, de etymologie erachter, kan een belangrijke voedingsbron zijn. En toch is inspiratie dat wat al in je geheugen zit en dat door een kruisbestuiving vrijkomt. In die werkwijze groei je. Onderweg zal mijn oog op dingen vallen die anderen misschien niet zien.”

Hoe laat je alles even los?

“Reizen. Ik ben een globetrotter. In mijn millimeterwerk ben ik erg strikt, maar op reis heb ik niet veel nodig. Al zullen mijn man en ik graag een aantal keer terugkeren naar een stad of een land om het volledige plaatje te snappen. We waren al drie keer in Zuid-Afrika, binnenkort vertrekken we voor de vierde keer voor ongeveer een maand. Fietsen werkt ook, langs de Leie, naar Rijsel of Wervik, door Berlijn… En met yoga voel ik, zonder zweverig te moeten zijn, iets van het lichaam naar het hoofd doorstromen.”

Overleie bloeit. Ben je blij dat je hier bent komen wonen?

“Toen we vijftien jaar geleden op zoek gingen naar een geschikt pand, vonden we het hier. En het was hier stil, terwijl het voordien bloeiend was geweest. Het project Kortrijk Zaait van de stad is voor Overleie het juiste initiatief geweest op het juiste moment. Zo is alles weer organisch kunnen groeien. De straat vult zich met jonge, gevarieerde zaken. Het was belangrijk om de mensen opnieuw over de Leie te krijgen. De grootste rommelmarkt van Vlaanderen loopt tot hier door, de Verborgen Kerstmarkt is een van de vele leuke evenementen en de wandelaars komen op zondag tot hier. Na de vele werken en het gewoel is het meer geworden dan we verwacht hadden.”

Wat wil je jouw kleinkinderen meegeven?

“Samen dingen doen vind ik erg belangrijk. Met elkaar bezig zijn en iets beleven is wat ik hen wil geven. Wij gaan nu en dan samen naar het theater, want dat is nu toevallig mijn biotoop. Of we gaan naar de skatebowl of eten lekker samen. Wanneer ik met hen naarde stad wandel, probeer ik steeds een andere weg te nemen. Zo zijn we altijd een beetje op avontuur. Zelfs simpelweg naar de bakker gaan, gebeurt met een ommetje.”

(JA)

Bio

Privé: Germana Tack is getrouwd en heeft twee dochters en twee kleinzonen. Ze groeide op in Ingooigem. Ze is 63 jaar.

Opleiding: Ze volgde humaniora en Plastische Kunsten aan het Imelda Instituut in Brussel. In Gent studeerde ze kunstweven en boekbinden.

Loopbaan: Germana is zelfstandig ontwerper van meubelstoffen en tapijten, ze werkte in de standenbouw, in decoratie en deed stylings voor fotoshoots. Ze werkte als kostuumontwerper voor binnen- en buitenlandse dans- en theaterproducties. Vijftien jaar geleden opende ze een bed and breakfast in de Overleie-straat. In Gent zette ze de tentoonstelling van museum STAM mee op. Ze is kostuumontwerper voor Theater Antigone en is costumière in de Kortrijkse Schouwburg.

Vrije tijd: Reizen, fietsen, yoga en kunst.

De tips van Germana

Lekker eten: “Mijn man en ik zijn absoluut fan van het vegetarische, lekkere eten in De KleinKeuken in de Budastraat. Wat me vooral aanspreekt, is dat het uitgebaat wordt door jonge, hardwerkende mensen die het met volle overtuiging doen. Dat adresje raad ik altijd aan bij onze gasten. En dat doe ik ook met De 7 Zonden in de Leiestraat, waar je een goede keuken, een fijne bediening en een mooie, niet zo commerciële omgeving vindt. Ook bij DeDingen in de Budastraat vind je ons regelmatig.

Shoppen: “Fruitsap, chocolade en koffie voor de B&B haal ik bij de Oxfam Wereldwinkel in de Groeningelaan en mijn groentjes haal ik bij de groenteboer er tegenover. Ik vind het belangrijk te weten waar producten vandaan komen. Ik ga ook langs bij mijn buren van De Beste Kamer voor cadeautjes, voor bloemen bij Seda of voor een schoonheidsbehandeling bij Vert d’Eau, waar nu ook een conceptwinkel bij is. De helft van mijn kleren maak ik zelf, dus echt veel shoppen doe ik niet. Om de zoveel tijd koop ik stoffen bij Dries Van Noten of Ann Demeulemeester.”

Leuke plekjes: “De hele buurt rond de Leie vind ik fantastisch. Wanneer ik van de Budascoop naar huis kom, neem ik altijd de fietsbrug om de vele bruggen met de mooie verlichting te kunnen zien. Ik ga dus nooit recht naar huis.”

Reizen: “Zuid-Afrika. We zijn er nu al drie keer geweest en gaan straks voor een vierde keer terug. Onze verwachtingen werden helemaal ingelost. De natuur is er prachtig, het eten erg lekker omdat alles de tijd heeft gehad om te rijpen in de zon, er zijn goede kunstenaars, de taal is erg mooi en er valt heel veel te ontdekken. Omdat je met de mensen kan praten, is het ook boeiend om te weten te komen hoe het er in realiteit aan toe gaat, met de vele tegenstellingen die er zijn. Zo rooskleurig is het helemaal niet. Toen we begin de twintig waren, zijn mijn man en ik samen met een vriend in een Jeep van Kortrijk naar Marokko gereden. Als kind was ik al een globetrotter. Iemand moest maar vragen ‘ga je mee?’ en ik was al vertrokken.”