Iedereen blij met code oranje: “Eindelijk kunnen we weer ademen in de klas!”

Stan, Loes en Raf Monseré mogen, net als zoveel kinderen, het mondmasker vaarwel zeggen. © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Eindelijk! We mogen de teugels heel wat soepeler laten hangen. Het sluitingsuur in de horeca verdwijnt, mondmaskers voor kinderen jonger dan 12 zijn niet langer vereist en we mogen weer fuiven en onze favoriete voetbalploeg luidkeels aanmoedigen. Code oranje wordt óveral op gejuich onthaald.

Kinderen Stan, Loes en Raf: “Nu duimen dat ook de ‘grote mensen’ het mondmasker in de kast mogen laten”

De vele kinderen in het basisonderwijs kunnen niet wachten om opnieuw zónder mondmasker les te kunnen volgen. Raf (9), Stan (8) en Loes Monseré (6) volgen respectievelijk het derde, tweede en eerste leerjaar in Prizma Basisschool OLV in Ingelmunster en hopen dat ze hun mond- en neuskapjes, die mémé Martien Raes met veel liefde heeft gemaakt, erg diep mogen wegmoffelen.

“We zijn superblij!”, klinkt het in koor. “Een hele dag zo’n mondmasker dragen, leuk is dat niet. Vooral die rekkertjes rond onze oren durfden al eens voor wat pijn te zorgen. Het was soms ook moeilijk om onze vriendjes in de klas te begrijpen. We zullen nu ook weer meer zuurstof krijgen, want met zo’n masker warmt je adem de hele tijd op.”

De twee broertjes en zus kregen ondertussen hun tweede vaccinatie toegediend en zijn helemaal klaar voor een coronaloze lente. “Onze juffen hebben een CO2-meter in de klas en de klasdeur staat altijd open. Ventilatie genoeg, dus. En wanneer we met mama of papa mee naar de winkel gaan, hoeven we dat lapje stof ook niet meer te dragen. Top!”

Raf, Stan en Loes hopen dat hun ouders Linde Vandekerckhove (36) en Stefaan Monseré (44) straks ook van het mondmasker verlost zijn. “Mama is leerkracht wiskunde in Campus De Reynaert in Tielt, papa staat voor de klas in Prizma Basisschool Sint-Pieter in Emelgem. Zij moeten het nog even dragen, maar we duimen dat het ook voor de grote mensen snel tot het verleden behoort.”

Martine Declercq en Jean-Claude Masselus: “We willen opnieuw ieders honger stillen.”
Martine Declercq en Jean-Claude Masselus: “We willen opnieuw ieders honger stillen.” © JOKE COUVREUR

Jean-Claude en Martine van nachtrestaurant ’t Anker: “’s Nachts côte à l’os serveren: heerlijk”

Smulpapen opnieuw tot 4 uur ’s nachts hun favoriete kost voorschotelen, vanaf dit weekend kan het opnieuw in het nachtrestaurant ’t Anker in Harelbeke. Jean-Claude Masselus (57) en Martine Declercq (57) runnen de zaak al sinds 1999 en staan te popelen om er opnieuw in te vliegen. “Al zijn we wel gezond zenuwachtig”, geven ze toe.

“We hebben twee jaar lang ons vertrouwde concept niet kunnen aanbieden. Twéé jaar. Dat is een eeuwigheid. Zullen onze vaste klanten van vroeger de weg nog terugvinden? Wordt het opnieuw even druk? We zitten met een pak vragen, maar we hebben veel courage. Eindelijk mógen we weer, dat is het allerbelangrijkste.”

In ’t Anker vind je de traditionele Vlaamse keuken, met côte à l’os en mosselen als toppers. “Vandaag openen we om 18 uur en sluiten we pas om 4 uur. Zondag starten we zelfs al om 11 uur. Enkel op woensdag sluiten we.”

“Weet je waar ik het meest naar uitkijk? Wanneer het hier rond twee, drie uur ’s nachts weer brobbelt van het volk en ik al die bekende gezichten zal terugzien. Hopelijk vindt ook de jonge generatie ons, want er is twee jaar lang geen uitgaansleven die naam waardig geweest. Die jonge gasten zijn de toekomst, hé! En wij willen hun honger stillen.”

Tom en Joost Morjean: de Esseveefans popelen om hun team weer in normale omstandigheden aan te voeren.
Tom en Joost Morjean: de Esseveefans popelen om hun team weer in normale omstandigheden aan te voeren. © Frank Meurisse

Voetbalfans Tom en Joost: “Weer met een pintje op de tribune, oef!”

Joost (47) en Tom Morjean (45), twee superfans van SV Zulte Waregem, telden deze week de dagen naar zaterdagavond af. Dan mogen ze eindelijk weer een uitwedstrijd van hun geliefde Essevee bijwonen, in het Guldensporenstadion van erfvijand KV Kortrijk dan nog wel.

Tom zal op post zijn, Joost moet na een kwalijke val met zijn fiets op doktersbevel rusten. “Ik zal stevig vloeken, maar mijn broer zal een grote zucht van opluchting slaken wanneer hij door de poorten stapt”, klinkt het.

“Wij volgen Essevee al meer dan dertig jaar op de voet, maar die coronamaanden waren de hel. We hebben in onze hele carrière hoop en al vijf wedstrijden gemist, nu móchten we niet gaan. Dat het vanaf dit weekend opnieuw met alles erop en eraan kan, is een godsgeschenk.”

Joost en Tom omschrijven Essevee als hun tweede familie. “We hebben er vrienden voor het leven en genieten telkens opnieuw van de sfeer. Dat het mondmasker niet langer hoeft en we opnieuw met een pintje en hamburger in de hand op de tribune kunnen zitten, dat betekent de wereld voor ons. Ze zullen het dit weekend in elk hoekje van het stadion horen weergalmen: oef!

Tijdens verplaatsingen is Joost ook deejay van dienst op de bus van supportersclub ‘t Maantje. “Mijn playlist voor de komende weken ligt al klaar”, glundert hij. Tom knikt. “Hopelijk trakteren de spelers ons op drie punten. We hebben ze broodnodig in onze strijd voor het behoud. Als we de Veekaa verslaan, gaat het dak eraf. In ons supportersvak én op de bus!”

Bert Mons: “We zijn héél blij met deze beslissing.”
Bert Mons: “We zijn héél blij met deze beslissing.” © Kurt Desplenter

Voka-baas Bert Mons: “Betrokkenheid zal alleen maar verhogen”

Telewerk is niet langer verplicht, enkel nog geadviseerd. Een beslissing die Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen, alleen maar kan ondersteunen. “We zijn héél blij”, stelt hij. “Wij hadden eerder verwacht dat we van één terugkomdag naar twee zouden evolueren, net daarom is dit schitterend nieuws. Bovendien is de voorbije twee jaar nooit bewezen dat het gros van de besmettingen van de werkvloer afkomstig was.”

Bert Mons ziet alleen maar voordelen aan opnieuw meer effectief op de werkvloer aan de slag zijn. “Eigenlijk was het hallucinant: een werkgever had geen zeggenschap meer over de arbeidsorganisatie binnen zijn eigen bedrijf en kon niet meer bepalen waar er gewerkt moest worden. En dan hebben we het nog niet over de impact van langdurig telewerken. De betrokkenheid verlaagt, online vergaderingen verliezen hun efficiëntie en spontane gesprekken waren geen optie meer. De beste ideeën rijpen namelijk aan de koffiemachine. Dat komt nu allemaal terug.”

Telewerk hoeft van Voka ook niet helemaal te verdwijnen. “We beschouwen het als een productiviteitstool. Je kan perfect een bepaalde dag van thuis uit werken, maar overleg vooraf met de leidinggevende. Goeie afspraken zorgen voor een nog betere organisatie. Telewerk kan, maar in een gezonde proportie. Ik kijk er alvast naar uit om onze mensen op de werkvloer opnieuw te kunnen verwelkomen.”

Donatella Willemyns: “Ik heb mijn zondag al vrijgehouden, om te herstellen van zaterdag.”
Donatella Willemyns: “Ik heb mijn zondag al vrijgehouden, om te herstellen van zaterdag.” © Kurt Desplenter

Fuifbeest Donatella Willemyns: “We gaan feesten tot de zon opkomt”

Dit weekend kan je in onze discotheken weer tot aan het gaatje fuiven, zonder op je horloge te hoeven kijken. En daar is de Kortemarkse Donatella Willemyns (21) érg blij mee, zegt ze. Zaterdag maakt ze zich op voor een stevig avondje in Place2Party in Torhout, waar de Nederlandse rapper Gers Pardoel de festiviteiten komt openen.

“Ik kan amper wachten om erin te vliegen. Place2Party is al zo’n drie jaar mijn tweede thuis. Ik maakte er al vrienden voor het leven en bij elk mogelijk evenement ben ik van de partij. Ik ben intussen al een van de meubelstukken”, lacht Donatella.

Dat het sluitingsuur wegvalt, vindt Donatella een zegen. “Niets hatelijker dan het besef dat een goed feestje plots zal eindigen. Die ergernis hebben we straks niet meer. Eindelijk wordt het weer normaal: met een volle dansvloer, lachende gezichten en geen mondmaskers. Onze jongeren verdienen dit ook, na twee jaar vol corona-ellende.”

Zelf maakt Donatella zich op voor een zaterdagavond om in te kaderen. “Mijn zondag heb ik volledig vrij gemaakt, want dat wordt een en al rust”, schatert ze. “Zaterdag zijn we van plan om tot het bittere eind door te gaan. We gaan pas naar huis wanneer de zon schijnt. Ze zullen ons moeten buiten dúwen!”

Zaakvoerder Guy Verkindere: “Voetbal zonder pintje en bakje friet, is net een café zonder bier.”
Zaakvoerder Guy Verkindere: “Voetbal zonder pintje en bakje friet, is net een café zonder bier.” © Frank Meurisse

Cateraar Guy Verkindere: “Eindelijk kunnen we weer volwaardig werken”

Guy Verkindere (56), zaakvoerder van Catering Verkindere uit Izegem, vindt code oranje geen moment te vroeg komen. “Eindelijk kunnen we weer volwaardig werk leveren”, zegt hij.

Het bedrijf is de vaste leverancier van snacks en drankjes bij Club Brugge, Cercle Brugge, KV Oostende, SV Zulte Waregem en Excel Mouscron, maar daar mocht tot vorige week niks gegeten en gedronken worden in het stadion.

“Toch niet bínnen de stadionmuren. Daarom plaatsten we enkele kraampjes net aan de ingang, maar dat beperkte onze verkoopsmomenten tot twee korte periodes: wanneer de fans aankomen en weer vertrekken. Daardoor zijn we op zo’n twintig procent van onze omzet teruggevallen.”

Voetbal of veldrijden zonder een pintje en een bakje friet of hamburger, is net een café zonder bier, vindt Guy. “Het hoort gewoon bij de totaalbeleving. En die kunnen we nu eindelijk weer aanbieden.”

“Deze versoepeling betekent ook dat we opnieuw meer mensen kunnen inschakelen, volgend weekend zelfs 160, want dan spelen Club en Essevee thuis. Die medewerkers vinden, is niet altijd even makkelijk. Daarom een warme oproep: wie bij ons aan de slag wil, is meer dan welkom.”

Guy Verkindere hoopt dat het knipperlichtbeleid nu definitief tot het verleden behoort. “En dat we vertrokken zijn naar het oude normaal. Dit jaar kondigt zich alvast erg druk aan. Nu nog hopen op mooi weer en een virusloze zomer.”

© NICOLAS BELGA

Is het einde nu écht in zicht? Marc Van Ranst geeft antwoord

“Zullen we nooit meer moeten verstrengen? Dat kan ik niet uitsluiten, maar het belangrijkste is dat met code oranje de horizon van het normaal nu echt wel in zicht komt”, zegt Marc Van Ranst, viroloog aan de KU Leuven en lid van de expertengroep GEMS.

“Ik geloof graag dat we nooit meer naar de echt strenge maatregelen van de lockdowns moeten grijpen. Als er toch opnieuw maatregelen komen, zal dat zijn onder druk van het zorgsysteem. Onze aanpak zal bovendien ook fijnmaziger moeten worden. Waar goed geventileerd wordt, hoeven we niet zo streng te zijn.”

Eén specifieke versoepeling als de belangrijkste eruit pikken, doet professor Van Ranst niet. “Ik zie mezelf niet meteen een discotheek induiken komend weekend. (lacht) Neen, het feit dát we versoepelen is het belangrijkste. En ja, we kunnen al denken aan code geel. Als de cijfers deze richting blijven uitgaan, moeten we daar in maart aan toe zijn.” (OV)