Rosette Callewaert en Lucien Callewaert vieren briljant: “Eigen haard goud waard”

Samen met hun familie vierden Rosette en Lucien hun briljanten huwelijksjubileum in het Pittemse WZC. (foto Jan)
Redactie KW

Op 8 augustus waren Rosette Callewaert en Lucien Callewaert 65 jaar getrouwd. Beiden verblijven sinds twee jaar in wzc Sint-Remigius en daarom werd hun briljanten huwelijksjubileum daar onlangs gevierd met hun familie. Inge Callewaert schetste het leven van haar grootouders.

Rosette werd op 1 maart 1937 in Ardooie geboren in een gezin met 11 kinderen. Zo’n groot gezin onderhouden was geen evidentie, al helemaal niet in oorlogstijd. Daarom werden Rosette en een aantal van haar broers en zussen tijdens WO II een tijdlang opgevangen in de instelling Spermalie in Brugge, een donkere bladzijde uit haar leven. Ze ging tot haar 14 jaar naar school en daarna was het werken geblazen.

Lucien werd op 27 juni 1937 geboren, eveneens in Ardooie. Hij verloor op jonge leeftijd zijn moeder in het kinderbed van één van zijn broers. Ook hij ging tot zijn 14 jaar naar school en was daarna aan het werk, onder andere bij De Zetel in Ardooie. Op 8 augustus 1958 trouwden ze in Ardooie. Aanvankelijk woonden ze in de Baertstraat in Pittem, maar later verhuisden ze naar de Oude Peerdenstraat. Sinds twee jaar verblijven ze allebei in wzc Sint-Remigius. Ze kregen één zoon Geert, die in 2007 helaas op 47-jarige leeftijd overleed en drie kinderen had: Claudia (38), Mieke (37) en Inge (34). Met Lotte, Emma, Liam en Amber hebben ze ook al vier achterkleinkinderen.

Dino

“Wat hun beroepsloopbaan betreft herinner ik mij nog dat mémé in de winter in conservenfabriek Dino in Pittem werkte en in de zomer meestal moest stempelen omdat het een soort van seizoensarbeid betrof”, vertelt Inge. “Pepé werkte dan weer bij Vaten Vanhaelewijn in Pittem. Ik weet ook nog dat hij een nieuwe man avant la lettre was, die kuiste en kookte en daarmee zijn tijd ver vooruit was. We hebben een leuke tijd gehad bij onze grootouders waar we, omdat onze mama in de verpleging werkte, regelmatig op bezoek waren. Echte hobby’s hadden ze niet. Pépé had een volière met vinken en werkte graag in zijn moestuintje. Mémé keek graag tv, vooral feuilletons als Home and Away en Familie. Daarnaast ging ze graag naar de Markt in Tielt of Roeselare, waar ze graag eens een nieuw kleedje kocht. Omdat ze geen auto hadden gingen ze overal met de bromfiets, trein of bus naartoe.”

Honkvast

“Ik kan mij niet herinneren dat ze ooit op reis zijn geweest. Wanneer ze al eens ergens naartoe gingen dan zorgden ze ervoor dat ze ‘s avonds weer thuis waren. Je mag echt wel zeggen dat ze honkvast waren en nooit ver gingen. Eigen haard was bij hen echt wel goud waard. Ze waren wel vaste bezoekers van Zotte Maandag en ik weet nog uit mijn kindertijd dat we elk jaar weer naar de kermis gingen. Wanneer ze dan al gingen eten was dit steeds naar De Peerdekes in Egem. Ze voelden zich daar op hun gemak en omdat ze er niet ver vanaf woonden konden ze te voet gaan. Het viel ons op een bepaald moment wel op dat mémé begon te vergeten en dat dementie zijn intrede begon te doen. Toen merkte je wel dat ze elkaar echt wel graag zagen, want pépé heeft heel wat jaren voor mémé gezorgd. Ze zijn dan in 2020 naar het rusthuis in Wakken gegaan om in 2021 dan naar het wzc van Pittem te komen. Wanneer we nu op bezoek gaan en ze allebei een goed moment hebben merken we dat ze echt wel blij zijn dat ze samen zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier