Hugo Lagae verwijst met kunst naar voorvaderen in de oorlog

Hugo Lagae bij een niet-afgewerkt schilderij in zijn bescheiden atelier thuis in de Poperbosstraat: "Ongeveer 35 jaar heb ik in de afdeling Zware Criminaliteit van de gerechtelijke politie gewerkt. Pas na mijn pensioen in 2013 ben ik me volop op kunst beginnen toe te leggen." (Foto JS)
Johan Sabbe

In zijn 35-jarige carrière bij de afdeling Zware Criminaliteit van de gerechtelijke politie werd Torhoutenaar Hugo Lagae meer dan eens met bloedige taferelen geconfronteerd. Maar niets overtreft de gruwel van een oorlog. De intussen 65-jarige Torhoutenaar is vooral gefascineerd door de Eerste Wereldoorlog, want zowel zíjn grootvader als die van zijn vrouw hebben als soldaat de verschrikkingen van de loopgraven aan de IJzer doorgemaakt. Hugo is tegelijkertijd gepassioneerd door kunst en heeft, nu op 11 november de honderdste verjaardag van de Wapenstilstand gevierd wordt, een heel persoonlijk schilderij gemaakt met zijn 5-jarige kleinzoontje centraal.

Dat schilderij, dat kleinzoon Julian toont in de loopgraven waar diens verre voorvaderen Charles Lagae, Michel Vannieuwenhuyse en Leopold Haes gestreden hebben, is nog tot en met zondag 28 oktober te zien in de tentoonstelling De Groote Oorlog in de Sint-Janskerk in Hertsberge. Daarna verhuist het samen met ander werk van Hugo naar het bekende kunst- en iconenatelier van Liliane De Baene in de Hogestraat in het nabije Ruddervoorde, waar het tot eind maart geëxposeerd zal blijven.

Bij de gerechtelijke politie

Hugo woont met zijn vrouw Rina Bullinck (69) in de Poperbosstraat. Ze hebben een zoon Ruben (35) en twee kleinkinderen: Julian (5) en Kato (2,5). “Van jongs af klopte mijn hart voor de kunstacademie, maar ik heb de opleiding architectenassistent gevolgd en ben begin jaren zeventig, na mijn legerdienst, als tekenaar gestart in een studiebureau in Brussel”, doet Hugo zijn verhaal. “Na een aantal jaar heb ik voor een totaal ander beroep gekozen en ben lid van de federale gerechtelijke politie geworden, specifiek bij de afdeling Zware Criminaliteit. Eerst in Brussel en Brugge en uiteindelijk vele jaren in Kortrijk. Ik was voor mijn werk dikwijls weg van huis en had nauwelijks tijd en ruimte om me toe te leggen op de kunst, een van mijn grote passies. Mijn hele leven heb ik graag getekend en geschilderd, maar als je na een loodzware dagtaak thuiskomt, heb je daar doorgaans geen zin meer in. Tot 2009. Toen vond ik het tijd om mijn artistieke goesting voeding te geven en ben ik in Torhout teken- en schilderlessen gaan volgen: van naaktmodel over stillevens en portretten tot acrylschilderen. Nu ben ik al een tijdje met die opleidingen gestopt en ga ik in mijn kleine thuisatelier mijn eigen weg. Sinds mijn pensioen in 2013 leg ik me volop op de kunst toe.”

Reacties van het publiek

Hugo tekent en schildert voornamelijk figuratief. “Ik gebruik nu eens potlood, dan weer contékrijt, pastel, houtskool of acrylverf. Ik blijf nooit lang stilstaan bij dezelfde techniek. Variatie is belangrijk voor mij. Momenteel experimenteer ik trouwens met wat pleister bij het schilderen, wat het werk een aparte textuur geeft. Wat mij boeit, is hoe de neutrale toeschouwer tegen mijn creaties aankijkt. Wat hij of zij erin ziet en wat net niet. Ik peil graag naar de eerlijke reacties van het publiek.”

“De mensen die voor onze vrijheid gestreden hebben, mogen we nooit vergeten”

In de zomermaanden verlaat Hugo wekelijks zijn kleine thuisatelier om samen met twee artistieke dames te schilderen in een grote loods in Snellegem. “Ik werk graag op doek, maar ook op papier. Ik zou het niet gemakkelijk hebben, mocht ik me niet meer creatief kunnen uiten. In elk geval ben ik na mijn carrière bij de gerechtelijke politie niet in het gevreesde zwarte gat getuimeld. Ik kan mijn dagen goed vullen!”

Voorvaderen in loopgraven

Hugo mag dan vanuit zijn beroep zowat 35 jaar met zware criminaliteit geconfronteerd zijn geweest, hij beseft maar al te goed dat er op dat vlak helaas niets op kan tegen de gruwel van oorlog. “Mijn grootvader langs vaderszijde Charles Lagae vervulde in 1914 zijn legerdienst, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Hij zou z’n op dat moment zwangere vrouw Sidonie Vandepitte, mijn grootmoeder, pas vier jaar later terugzien en dan voor het eerst zijn vierjarige kind in de armen sluiten. Hij was een gebroken man. De oorlog had een zware tol geëist. Zijn gezondheid had geleden onder de gasaanvallen van de Duitsers. Toen hij in 1958 als 69-jarige in zijn woonplaats Kortemark stierf, was hij al jarenlang ernstig ziek en hulpbehoevend. Hij heeft, zoals op zijn rouwprentje te lezen staat, enorm geleden.”

Het schilderij van Hugo dat zijn vijfjarige kleinzoontje Julian toont in de loopgraven waarin Julians betovergrootvader Charles Lagae vier loodzware jaren heeft doorgemaakt. (Repro JS)
Het schilderij van Hugo dat zijn vijfjarige kleinzoontje Julian toont in de loopgraven waarin Julians betovergrootvader Charles Lagae vier loodzware jaren heeft doorgemaakt. (Repro JS)

“Ongeveer hetzelfde verhaal bij Michel Vannieuwenhuyse, de grootvader van mijn vrouw Rina. Ook hij vervulde in 1914 zijn legerdienst en werd opgeroepen om te gaan strijden in de loopgraven. Hij was uit Handzame afkomstig, bleef weliswaar gezond en zou bijna 93 jaar worden. Hij is in 1987 gestorven. Hij was een stille, minzame man, die zelden of nooit vertelde over de gruwel die hij had doorgemaakt.”

“En dan is er nog Leopold Haes, de voorvader van Valerie Mollé, de vrouw van onze zoon Ruben. Ook die streed tijdens De Groote Oorlog in de loopgraven, totdat hij gewond werd afgevoerd. Hij werd verzorgd in een militair hospitaal in Frankrijk, kwam in Normandië terecht, leerde er zijn vrouw kennen en stichtte een gezin.”

Wandelen met vredesparaplu

“Op mijn schilderij laat ik ons kleinzoontje Julian Lagae als vijfjarig jongetje vrolijk met zijn vredesparaplu door de loopgraven stappen, waarin zijn betovergrootouders gevochten hebben voor de vrijheid waarvan hij nu met volle teugen kan genieten. Is het niet aangrijpend dat kinderen vredevol kunnen spelen en leven dankzij de beproevingen van hun voorvaderen? De mensen die voor onze vrijheid gestreden hebben, mogen we nooit vergeten. Ik probeer er met mijn kunst aan bij te dragen dat de herinneringen aan hen nooit verdwijnen. En dat ze postuum het respect krijgen dat ze verdienen.”

“Let wel: ik ben ook een man van de harde realiteit en maak ook meer deprimerende werken. Zoals een zwart-witpastel van wanhopige vrouwen ten tijde van de oorlog.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier