Hugo Coveliers “Ik dagvaard Stad Brugge voor dit onwettig parkeerbeleid”

Hugo Coveliers. © Davy Coghe
Redactie KW

Hoe zou het nog zijn met Hugo Coveliers? We horen je al spontaan denken: waarom is deze recht voor de raapse Antwerpse politicus relevant voor Het Brugsch Handelsblad… Wel, de man heeft sinds 2004 een buitenverblijf in onze stad en ook hier is de intussen 71-jarige ‘dwarsligger’ niet om een provocatie of boude stelling verlegen. “Ik daag Stad Brugge voor de rechter door het parkeerbeleid dat mij handenvol geld kost, discriminerend is en mijn rechten als huiseigenaar miskent.” Wie mocht twijfelen, Hugo Coveliers is nog springlevend…

Hugo Coveliers mag dan al een tijdje uit de actieve politiek verdwenen zijn; hij is nog lang niet weg uit de publieke herinnering. Dat leerde ons een kleine rondvraag bij vrienden en kennissen. ‘Coveliers? De Volksunie-man met de pijp! En het eeuwige sikje’… ‘De politieker die zich zo vastbeet in het dossier van de Bende van Nijvel.’ ‘De dissidente VLD’er die partijvoorzitter De Gucht vergeleek met een Albanese maffiabaas’. Het is maar een greep uit de vele herinneringen en associaties die de voormalige politicus oproept.

Hoe komt u als Antwerpenaar in het ‘kleine’ Brugge terecht?

“In 2004 hebben we dit huisje hier in de ‘s Gravenstraat gekocht. Voorheen huurden we 20 jaar een appartementje in Knokke en daar besteedden we veel van onze vakanties en vrije tijd. Maar dat appartement werd verkocht dus het verder huren was niet mogelijk. We wilden iets kopen maar Knokke is behoorlijk duur en bovendien vond ik Brugge eigenlijk wel charmanter.”

“Ik volg in grote lijnen wel wat er in de stad reilt en zeilt maar vraag me niet om voorspellingen te doen over de komende gemeenteraadsverkiezingen”

“Bovendien is mijn echtgenote van Brugge afkomstig. Ze woonde tot aan haar tiende levensjaar in Sint-Michiels met haar ouders maar toen werd haar vader benoemd tot conservator van het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen en ze verhuisden naar Mechelen. Ik leerde mijn vrouw trouwens kennen aan de universiteit van Gent, waar ik Rechten studeerde – want de universiteit van Antwerpen bestond toen nog niet – en zij studeerde er geschiedenis. Toen we later trouwden en ons in het Antwerpse vestigden zei ze me vaak dat ik haar uit haar milieu had weggetrokken en dat ze ooit terug wilde naar haar Brugse geboortestreek. Dat heeft dus wel een tijdje geduurd maar in 2004 kochten we dus dit huisje dat toen eigenlijk nog een krot was. Mijn vrouw heeft zich toen voornamelijk bezig gehouden met de renovatie en eind 2005 hebben we het effectief in gebruik genomen.”

Kunt u Antwerpen, en het leven in die stad, vergelijken met Brugge?

“Toen ik nog in de politiek actief was, benaderde men mij in Antwerpen iets ‘ruwer’ en ook wel erg direct. De Bruggelingen zijn vaak iets voorzichtiger en beleefder. In Antwerpen was en ben ik nog altijd wat meer een publiek figuur. In mijn politieke jaren vond ik dat niet erg want als je stemmen wil halen, moet je in nauw contact staan met de mensen. Antwerpen kent ook wel een pak meer verkeersdrukte maar er is wel veel meer parkeergelegenheid dan in Brugge. Positief aan Brugge is dat er geen wijken zijn, bij mijn weten toch, waar je eigenlijk liever niet komt omdat er een onveiligheidsgevoel heerst. In Antwerpen zijn er zo wel een aantal.”

U kocht een woning in Brugge en verblijft er vaak dus we veronderstellen dat u wel houdt van de stad. Maar toch is er iets dat u danig op de zenuwen werkt: het parkeerbeleid.

“Inderdaad, parkeren in onze straat is sinds het invoeren van het nieuwe parkeerbeleid voor ons als tweedeverblijvers problematisch geworden. Eigenaars en huurders die in de binnenstad gedomicilieerd zijn, krijgen twee gratis parkeerkaarten. Maar mensen met een woning als tweede verblijf is, krijgen helemaal niets. Nochtans betalen wij meer dan 1.000 euro tweedeverblijfstaks aan de Stad. Nu zijn we genoodzaakt om telkens te betalen aan die dure parkeermeters.”

“Het is spijtig dat het Brugse stadsbestuur op deze manier omspringt met tweedeverblijvers”

“Dit parkeerbeleid is onwettig want eigendom wordt niet op dezelfde manier behandeld. Wij worden als tweedeverblijvers gediscrimineerd op deze manier. Ik heb al meerdere brieven geschreven naar het kabinet van burgemeester Renaat Landuyt, waarbij ik de situatie aanklaagde en ook de vraag stelde wat wij terugkrijgen voor de tweede verblijfstaks die we betalen, maar ik kreeg nog nooit een antwoord van de burgemeester. Ik ken Renaat Landuyt nochtans want we waren samen parlementair en zetelden in dezelfde commissies.”

Wat zijn uw volgende stappen?

“Ik vroeg de vrederechter eerder al om een verzoeningsprocedure op te starten maar daar werd niet tot een vergelijk gekomen. Intussen wordt via de stadsontvanger al zo’n 2.000 euro achterstallige parkeerboetes geëist. Ik heb de Stad gedagvaard voor de vrederechter van het vierde kanton; op 27 september komt de zaak voor. Het is spijtig dat het Brugse stadsbestuur op deze manier omspringt met tweedeverblijvers. Wij betalen belastingen en besteden ook geld bij de lokale horeca en handelaars. In onze straat, en vele straten buiten het commerciële hart van de stad, is er trouwens geen overdreven parkeerdruk. In Knokke-Heist slaagt het gemeentebestuur er wel in een billijke parkeerregeling uit te werken voor de tweedeverblijvers.”

Volgt u het politieke en sociale leven in Brugge enigszins? En werd u ooit gevraagd om u in de Brugse politiek te engageren?

“Ik volg in grote lijnen wel wat er in de stad reilt en zeilt maar vraag me niet om voorspellingen te doen over de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Ik heb wel de indruk dat het enthousiasme bij de burgers voor het huidige bestuur niet al te groot is. Ik ben hier zelf nooit gepolst geweest om aan politiek te doen ook al omdat het praktische niet mogelijk is gezien mijn domicilie in Antwerpen is. Ik heb 25 jaar in het parlement gezeten en in 2010 ben ik gestopt met politiek. Het ziet er niet naar uit dat ik daar nog op terugkom. Tenzij ik een voorstel zou krijgen om Europees Commissaris te worden of zoiets… Maar dat is niet echt realistisch denk ik.” (lacht)

U hebt er een uitgebreide politieke carrière opzitten. Welke evolutie is u het meest opgevallen?

“Het politieke leven is harder geworden en politici zijn ook hoe langer, hoe meer de pispaal van de bevolking. Politici worden heel erg gemakkelijk uitgekreten voor zakkenvullers. De mensen zijn mondiger en vaak ook echt arroganter geworden. Ze vinden ook dat politici constant in alles het goede voorbeeld moeten geven en een kleine misstap wordt erg snel afgestraft.”

Uw loopbaan in de politiek is, zeker naar het einde toe, nogal turbulent geweest en u bent in 2005 uit de VLD gezet, de partij waar u in 1993 vanuit de Volksunie naar overstapte. Welk gevoel houdt u daaraan over?

“Ik ben destijds overgestapt naar de VLD omdat ik enthousiast was over de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt. Daarin zat toen een sterke Vlaamse en sociaaleconomisch rechtse reflex. Toen Verhofstadt de macht kon grijpen door met de socialisten te regeren heeft hij die Burgermanifesten erg vlug verloochend. Zeker de PS kon gewoon hun gang gaan en op den duur was het voor veel liberalen moeilijk om zich nog te herkennen in de VLD.”

Hugo Coveliers.
Hugo Coveliers.© Davy Coghe

“Als fractieleider had ik het moeilijk om het vaak linkse beleid van de paarse regering te verdedigen. Ik ben iemand die altijd voor zijn mening uitkomt en op den duur is dat tot een botsing gekomen. Ik durf wel zeggen dat ik in Guy Verhofstadt erg ontgoocheld ben. Zowel op politiek als menselijk vlak. Hij dacht en denkt zich alles te kunnen permitteren. Allerlei beloftes – ik zou minister van Justitie worden – werden niet nagekomen en ook de episode waarbij ik zogezegd burgemeester van Antwerpen zou kunnen worden, in de nasleep van de Visa-crisis, was niet al te netjes.”

“Het feit dat ik geen logebroeder ben, zal ook wel meegespeeld hebben. De loge is de lijm tussen socialisten en liberalen maar ik wilde er niet aan meedoen. Voor mij geen kerk of logetempel, laat mij maar vrij en ongebonden zijn. Ik heb de zogenaamde ‘stolp van de Wetstraat’ van dichtbij meegemaakt en wat ik daar zag en hoorde was vaak niet zo fraai. De macht corrumpeert én erotiseert.” (PDV)

De tips van Hugo

Eten en drinken

“We gaan erg graag naar Brasserie Raymond aan de Eiermarkt. De zaak is zeer stemmig ingericht, als een klassieke Franse brasserie, en de uitbaters en het personeel zijn er erg vriendelijk. En natuurlijk is het eten lekker: klassieke bereidingen volgens de regels van de kunst bereid. Ook Bistro Christoph is een aanrader, zeker de tong is er erg lekker. Bij Craenenburg op de Markt komen we ook graag over de vloer en Café au lait is onze favoriete tearoom. Voor een echt goeie, stevige koffie prefereer ik Brazila aan de Mallebergplaats. We gaan ook wel eens graag naar De Truteselaar bij het Tillegem-bos. Om verfijnd te gaan eten wil ik zeker restaurant Goffin vermelden; die zaak kan me heel erg bekoren. Verder genieten we van de kookkunsten in Rock-Fort, de Jonkman en Zet Joe, van chef Geert Van Hecke. Zeer lekker maar wel prijzig…

Kleinkinderen

“De kleinkinderen komen erg graag naar Brugge en dan nemen we hen graag eens mee naar het doolhof in Loppem. Ook het Historium op de Markt is wel leuk en inventief. Op een erg laagdrempelige en attractieve manier kan iedereen kennis maken met de geschiedenis van de stad.

Reizen

“We blijven het liefst binnen Europa. Frankrijk en Italië zijn prachtige vakantielanden. Te weinig mensen beseffen het maar ook Nederland is heel mooi. We gaan er onze kleinkinderen die daar wonen, bezoeken. De streek van ‘t Gooi en het Yselmeer is erg mooi. Nederlanders zijn in hun eigen land trouwens veel aangenamer (lacht).”

Cultuur

“Een klassiek concert bijwonen in het Concertgebouw, daar kunnen we echt van genieten. In de Ezelstraat is er een kerk waar ook regelmatig klassieke concerten georganiseerd worden. De Triënnale is als cultureel evenement ook verfrissend. De ‘walvis van plastic’ stemt tot nadenken. Ik lees graag en in boekhandel De Raaklijn vind ik altijd wel boeiende boeken. Momenteel ben ik bezig in Homo Sapiens van de auteur Yuval Noah Harari. Zeker geen eenvoudig boek maar het is ongemeen boeiend.”