Hoofdinspecteur Peter begrijpt de frustratie maar: “regels zijn regels”

Hoofdinspecteur Peter Himpe: "De mensen vergeten vaak dat het niet de politie is die de regels opstelt". (foto Kurt Desplenter) © Foto Kurt
Laurens Kindt

“Corona is als drijfzand. Hoe meer je beweegt, hoe dieper je erin vastzit.” Hij blijft filosofisch, maar voor hoofdinspecteur Peter Himpe (47) en zijn team van de wijkwerking in Lichtervelde zijn het bijzonder drukke tijden. “We drijven nu op professionalisme, beroepsernst en eergevoel. Omdat we mensen willen helpen”, klinkt het.

De procureur van West-Vlaanderen, Roeselarenaar Filiep Jodts, riep bij het begin van de coronacrisis al op om geen wijkagenten meer naar de mensen thuis te sturen. De meeste politiezones volgen die raad ook op, maar dat betekent allerminst dat er voor de wijkinspecteurs geen werk meer is.

“Mensen blijven aangifte doen, want er blijven fietsen gestolen worden of mensen verliezen hun identiteitskaart of worden opgelicht op het internet. We laten nog hoogstens één persoon per keer binnen. Na de aangifte wordt de hele ruimte ontsmet met Dettol en kan de volgende binnen”, zegt hoofdinspecteur Peter Himpe, die in Lichtervelde verantwoordelijk is voor de wijkwerking.

Het zijn ook voor de politie drukke tijden.

“Absoluut. We zitten minder achter ons bureau processen-verbaal uit te tikken, maar zijn veel meer aanwezig op het terrein. Er is ook gewoon minder administratie te doen nu. De garagisten bijvoorbeeld, die komen niet meer langs voor hun documenten om naar de keuring te gaan. De keuring is dicht. We gaan meer de baan op en we merken dat dit nodig is. De mensen vergeten de regels van social distancing heel snel. Dat is begrijpelijk, je staat op straat te kletsen met iemand die je goed kent en voor je het weet, sta je dichter dan anderhalve meter. Dan is het positief dat er een politiepatrouille passeert, als een soort geheugensteuntje. Dan zie je de mensen vanzelf een stap verder van elkaar zetten.”

De wijkagent zou de meest nabije vorm van politie moeten zijn. Hoe moeilijk is dat nu?

“Het is nu heel moeilijk om klassieke taken uit te voeren, zoals de betekening van rijverboden of het vaststellen van een nieuw adres. Daarvoor moet je bij de mensen binnen gaan, je moet kijken of er meubels en persoonlijke dingen staan. Ook onze bemiddelingsfunctie is soms moeilijk uit te voeren. Met dit mooie weer gaan mensen in de tuin vaak barbecueën. Dat mag, met het eigen gezin. Maar dan zetten ze de muziek soms luid en dan bellen de buren, die willen slapen omdat ze bijvoorbeeld in de zorg werken, naar ons. Vroeger zouden wij dan eens binnengaan bij die mensen die lawaai veroorzaken om rustig te praten. Bemiddelen, dat is praten. Dat gaat nu niet. En praten vanop een afstand, dat geeft een andere dynamiek dan eens bij de mensen binnen gaan.”

Stuit je vaak op onbegrip bij de mensen?

“Dat gebeurt al eens. De mensen vergeten dan vaak dat het niet de politie is die de regels opstelt, maar wij moeten er wel op toezien dat ze gehandhaafd worden. Als de overheid beslist om iets te versoepelen of te verstrengen, dan is dat onze beslissing niet. Wij kunnen heel goed begrijpen dat mensen gefrustreerd zijn. Het duurt lang en het is mooi weer en ze zitten opgesloten in een appartement met twee kinderen, dat is inderdaad lastig. Maar de regels zijn wat ze zijn. Het belangrijkste criterium dat wij hanteren, is het potentiële gevaar. Kunnen ze door deze handeling het virus doorgeven of niet? Ik vergelijk corona altijd met drijfzand: hoe meer je beweegt, hoe meer je vast komt te zitten en de kans op overlijden stijgt. Beweeg zo weinig mogelijk en je zal boven het drijfzand blijven.”

Heb je getwijfeld om voort te werken?

“Neen. Met politiemensen is dat hetzelfde als met dokters en verplegers, denk ik. Je doet je werk om mensen te helpen. Dat is een soort van roeping. Je gaat niet bij de politie om zoveel mogelijk boetes uit te schrijven, je begint eraan omdat je mensen wil helpen en iets wil betekenen in de maatschappij. Er zijn heel veel politiemensen aan de slag momenteel, in heel moeilijke omstandigheden. Zolang je veilig kan werken, blijven de meeste collega’s doordoen. Wij drijven momenteel op professionaliteit, eergevoel en beroepsernst.”

Wat ga je anders doen na deze crisis?

“Ik denk dat handen schudden als begroeting bij ons achterwege zal blijven. Je beseft nu toch beter dat je door handen te schudden bepaalde ziektes doorgeeft. Dat is misschien een stuk hartelijkheid die verdwijnt, maar we zullen wel een andere manier vinden om elkaar te begroeten. Ik ga heel graag op reis naar Italië, ik weet dat ze elkaar daar hartelijk omhelzen en zoenen als begroeting. Dat is hun cultuur. Maar het zal er ook wel een rol in gespeeld hebben dat het virus zich daar zo snel verspreid heeft.”

Peter Himpe is gisteren (donderdag, red.) 47 jaar geworden. Hij is getrouwd en heeft een zoon van 10 en een dochter van 7 jaar oud. Hij woont in Lichtervelde. Peter is al 25 jaar aan de slag bij de politie. Hij begon bij de gemeentepolitie van Lichtervelde, ging na de grote politiehervorming in 2001 bij de interventiedienst in Ardooie werken en is ondertussen al sinds 2011 actief als hoofdinspecteur en verantwoordelijke van de wijkwerking in Lichtervelde voor de politiezone Regio Tielt. (LK)