Hoe onze ramen symbolen van hoop en warmte worden: “Overal zie je de hand van kinderen”

Onze fotografe Joke Couvreur spotte opvallend veel grote beren achter de ramen. © JCR
Olaf Verhaeghe

Witte lakens aan de gevel om ons respect te betuigen. Applaus in het deurgat om zij die zorgen en blijven werken te bedanken. Kleine of grotere kunstwerken die het straatbeeld kleur geven in donkere tijden. En beren aan het raamkozijn, wachtend op kleine avonturiers. In tijden van quarantaine zijn onze gevels en ramen de plekken waar warmte en vooral hoop vanaf straalt. “De drempel is laag en de solidariteit immens. Ik geloof graag dat deze warme golf de komende weken aanhoudt”, zegt sociologe Stefanie Rammelaere.

Stap even buiten, het zonnetje schijnt toch. Als je in je straat om je heen kijkt, is de kans groot dat je witte lakens, handdoeken of ander textiel, al dan niet kleurrijk versierd, ziet wapperen. Wie wat dichter bij het raam gaat kijken, kan er zelfs knuffelberen in alle vormen, maten, soorten en gewichten vinden. En als je straks om 20 uur de straat opgaat, word je ongetwijfeld meegezogen in het applaus dat elke avond losbarst. Maar hoe komt het dat we net in deze crisis elkaar op zoveel creatieve manieren vinden?

Stefanie Rammelaere is 40, komt uit Brugge en is sociologe van beroep. Ook haar drie kinderen – twee meisjes van 11 en 7 en een zoon van 9 – knutselden de voorbije dagen aan een bedankingslaken dat later door het raam naar beneden werd gelaten. “De jongste was trots op hun werk, dat zei ze zelf. Mama, dat laken hier zien hangen maakt mij zo gelukkig. Ik ben blij dat wij de dokters en de verpleegsters kunnen helpen. En ze meende het ook. Ik denk dat heel veel mensen dat gevoel nu delen.”

Afhankelijkheid en dankbaarheid

De gigantische solidariteitsgolf heeft volgens Stefanie verschillende verklaringen. “Eigenlijk is solidariteit bijna de basis van sociologisch onderzoek. Zelfs de grootvaders van de sociologie waren er al mee bezig. Uiteindelijk is solidariteit, verbondenheid de kern van onze georganiseerde samenleving”, stelt ze. “Allereerst is er de afhankelijkheid van elkaar. Onze maatschappij is heel geïndividualiseerd – wat wezenlijk verschilt van egoïstisch – en iedereen heeft een vrij specifieke rol om de boel draaiende te houden. In gewone omstandigheden gaat dat vlot en sta je daar eigenlijk niet bij stil. Vandaag, in een crisis als deze, ben je je wel bewust van die afhankelijkheid. De wereld die we kennen, stort ineen, we zijn onze houvast kwijt en we moeten rekenen op de zorgverleners, op de mensen in de logistiek, op de veiligheidsmensen… We beseffen nu meer dan ooit: zonder hen zijn we gejost.”

Dichtbij of veraf, de beren duiken overal op.
Dichtbij of veraf, de beren duiken overal op.© OV

“Ik ben er van overtuigd dat die mensen daar ook effectief iets aan hebben. Ze zien nu fysiek, in het straatbeeld, dat mensen wat zij dagelijks doen niet zomaar vanzelfsprekend vinden. Uiteindelijk neem je als hulpverlener, dokter of verpleegkundige nu een groot risico op vlak van gezondheid. Maar ook op sociaal vlak brengen die mensen grote offers. En dat allemaal uit overtuiging. Om dan te zien dat velen dat enorm appreciëren, dat doet sowieso deugd.”

Directe gevolgen, eigen keuze

Dat we strijden tegen eenzelfde, onzichtbare vijand speelt volgens de sociologe zeker ook mee. Het gevecht tegen het coronavirus en de verspreiding ervan zorgt voor een diepe, onderlinge band. “Je merkt dat zeker in de slogans en in de manier waarop ook leiders zoals president Macron praten. Dat gevoel van samen strijden neemt voor een deel de angst en de onzekerheid weg. Bovendien kan iedereen – hoe klein ook – een zekere bijdrage leveren. En ook zo krijg je het idee dat je de touwtjes weer in handen hebt. De gevolgen van het virus zijn bovendien meteen zichtbaar en vrij duidelijk. Dat is anders bij bijvoorbeeld de klimaatproblematiek, waar die eerder uitgesteld zijn, soms zelfs generaties verder.”

Ook de kinderen van Stefanie zelf gingen aan de slag met een wit laken.
Ook de kinderen van Stefanie zelf gingen aan de slag met een wit laken.© gf

“De natuurlijke competitie die we onderling hebben, valt in crisistijden ook weg. Nu primeert het overwinnen van de gemeenschappelijke vijand. En een vierde belangrijke is het gedeelde kader van waarden en normen. Dat maak een zekere verantwoordelijkheidsgevoel bij de meeste mensen los. Ik moet de regels volgen, iedereen moet de regels volgen. Zo komen we er allemaal door. We zijn nu allemaal verantwoordelijk voor elkaars welzijn. Zij die die normen en waarden niet delen en bijvoorbeeld wel nog op café gaan of wel nog oma bezoeken, worden scheef bekeken en bijna verketterd. Je hebt altijd een zekere tegenbeweging, in dit geval gaat het meestal om mensen die zich bewust tegen kanten en zichzelf dus buitensluiten. Dat is een keuze die je kan maken. Iedereen kent de waarden en normen, maar niet iedereen deelt per definitie datzelfde kader.”

Lokaal en laagdrempelig

Wat volgens Stefanie in deze coronatijden wel bijzonder opvalt, is hoe de solidariteit van onderuit groeit. “Alle initiatieven ontstaan heel lokaal en de drempel om mee te doen, ligt bijzonder laag. Een laken of een knuffelbeer heeft iedereen. Je kan meedoen met wat je gewoon in huis hebt liggen”, aldus de Brugse. “Dat lokale is een tendens die we al langer zien in onze maatschappij. Mensen nemen almaar vaker zelf het initiatief, of het nu gaat om mantelzorg, buren samenbrengen of lokale evenementen. In deze crisistijd versnelt dat alles en wordt er een vergrootglas op geplaatst. De sociale media hebben daar een vrij positieve bijdrage aan, hoewel het ook een zekere druk kan opleveren. Het overheersende gevoel online is toch positiviteit en ik denk dat veel mensen aan die nieuwe communicatiemiddelen veel belang hechten. Zonder zou het sociale drama nog een pak groter zijn dan het nu al jammer genoeg is.”

'We gaan op berenjacht.' Overal waar je kijkt, zie je wel ergens een knuffelbeer piepen.
‘We gaan op berenjacht.’ Overal waar je kijkt, zie je wel ergens een knuffelbeer piepen.© ST

De berenjacht, de knutselwerkjes, de versierde lakens: overal zie je de hand van kinderen in. “De creativiteit spat er in veel gevallen vanaf, dat klopt. Ook zij zitten natuurlijk veel thuis. En waarschijnlijk zijn de meeste ouders blij dat ze zich op die manier even kunnen uitleven. (lacht) Het is voor iedereen een uitdaging, je kan die dan maar beter zo positief mogelijk benaderen”, aldus Stefanie.

Wat na de crisis?

Vraag is wat er na de coronacrisis en de quarantainemaatregelen zal blijven hangen. “Ik ben daar wel benieuwd naar, ja. Ik geloof alleszins dat we die solidariteit de komende weken zullen kunnen aanhouden. En ook daarna denk ik dat die lokale verbondenheid en de versterkte burgerzin belangrijk zal blijven. Er komen nog uitdagingen op ons af, hé. Denk maar aan de vergrijzing of aan de migratie. De lage drempels en de dichte connectie zullen daarvoor belangrijke oplossingen zijn. In mijn ogen zelfs doorslaggevend.”