Het wonder van de Kortrijkse ‘twin towers’

Greet Verschatse bij de Broeltorens in Kortrijk: "Het is een ideale plek om te rust te komen of vrienden te ontmoeten. Voor mij is dit met voorsprong een van de mooiste plekken in Kortrijk." (foto Davy Coghe) © Davy Coghe t
Redactie KW

Ze zijn hét plaatje van Kortrijk en wellicht al honderdduizenden keren gefotografeerd: de Broeltorens vormen het toeristische hart van de stad en schitteren nog meer nu de Leieboorden zijn verlaagd. Al is het een wonder dat ze er nog staan, zegt historica Greet Verschatse. Want de ‘twin towers’ van Kortrijk hebben het de voorbije eeuwen bijzonder hard te verduren gekregen.

De meest iconische plek van Kortrijk is de buurt van de Broeltorens. De twee middeleeuwse torens zijn verbonden met een brug en kijken uit op de kronkelende Leie en de verlaagde kaaien.

“De Broeltorens zijn gebouwd ter bescherming van Kortrijk”, zegt historica Greet Verschatse, auteur van de toeristische brochure ‘De Kortrijkse Broeltorens, een rijk verleden’. “De zuidelijke toren kwam er omstreeks 1385, de noordelijke vanaf 1411. Het gevaar was de jaren daarvóór vooral uit Gent gekomen en via de Leie. Dus moest dit oostelijk punt extra worden beveiligd. De Broeltorens waren het sluitstuk van zowel de ommuring als de omwalling van Kortrijk. Bovendien was de manier van oorlogsvoeren intussen ingrijpend veranderd. Werpstenen en kruisbogen hadden plaatsgemaakt voor kanonnen en handvuurwapens. Tegen het gebruik van buskruit waren enkel dikke muren zonder kwetsbare hoeken bestand. En je moest ook zelf kanonnen opstellen. Door de stadsuitbreiding in de 17de eeuw verloren de torens echter hun strategische betekenis en dienden ze enkel nog als duiventil, graandepot of opslagplaats voor onder meer buskruit.”

Een speciaal cadeau

De oorlogen met Frankrijk brachten een nieuwe periode van kommer en kwel. Na de inname van Kortrijk in 1667 bleef er een sterke legermacht achter, onder leiding van de Franse militaire gouverneur Guy de Pertuis. Tussen 1647 en 1684 bezat Kortrijk een enorme militaire citadel ten oosten van de stad, vlakbij de Gentsepoort. Zonnekoning Lodewijk XIV kwam in 1673 naar Kortrijk om er zijn troepen te inspecteren. Een leger van 46.000 Franse soldaten verbleef in de buurt.

In de zuidelijke toren is er nu een zaal. (Foto Davy Coghe)
In de zuidelijke toren is er nu een zaal. (Foto Davy Coghe)© Davy Coghe

“Kortrijk was toen, net als Oudenaarde, van groot belang als grensstad”, legt Greet Verschatse uit. “Gouverneur Guy de Pertuis hield de touwtjes strak in handen en werd hiervoor beloond met een mooi geschenk: de oude stadsvesten en torens tussen de Sint-Janspoort en Buda. Hij verkocht een fors deel van die zone aan het Onze-Lieve-Vrouw Hospitaal, het Kapucijnenklooster, het Begijnhof en de Grauwe Zusters.”

Torens opblazen

“Zie dit als een grote saneringsactie, want de grachten waren in onbruik geraakt en veranderd in stinkende poelen vol ongedierte”, zegt de historica. “Zo kwamen ook de Broeltorens in het vizier. Guy de Pertuis vond ze niet langer nuttig en wou er geld uit slaan. Hij stelde voor om ze op te blazen en de stenen te verkopen. Maar de stad heeft daar een stokje voor gestoken. Ze moest er wel een fikse som voor op tafel leggen, maar kon de sloop van haar Broeltorens verhinderen. Toen de Fransen in 1684 opnieuw meester werden van Kortrijk moesten zowel het Bourgondisch kasteel als de citadel eraan geloven. De Broeltorens bleven gelukkig gespaard.”

De latrine van de noordelijke toren. (Foto Davy Coghe)
De latrine van de noordelijke toren. (Foto Davy Coghe)© Davy Coghe

Ook in de 20ste eeuw kregen de Broeltorens het hard te verduren. “Zowel in 1918 als in 1940 werd de Broelbrug opgeblazen, waardoor ook de torens veel schade opliepen”, vertelt Greet Verschatse. “Daken en ramen overleefden het niet en de buitenmuren scheurden op meerdere plaatsen. Vooral de zuidelijke toren was er erg aan toe. Maar gelukkig hielden de dikke muren grotendeels stand en konden herstellingswerken soelaas brengen.”

Torens met kraagjes

De Broeltorens werden gebouwd onder het bewind van drie generaties Bourgondische hertogen: Filips de Stoute, Jan zonder Vrees en Filips de Goede. Alle drie hebben ze een stempel gedrukt op de bouw. Daardoor hebben de torens specifieke details, kenmerkend voor de verscheidene periodes. “Zo lijken de torens wel kraagjes te hebben”, zegt Greet Verschatse. “Maar het is geen decoratie. Het zijn openingen of werpgaten om aanvallers te bestoken met stenen, kokende olie en vuurwapens.”

“Vanuit de torens werden aanvallers bestookt met stenen, kokende olie en vuurwapens”

Binnen is er ook heel wat bewaard. “Vooral in de noordelijke toren”, aldus Greet Verschatse. “Je loopt er op de authentieke vloer en waar de gewelfribben tegen de muur eindigen, zijn in draagstenen gezichten gebeeldhouwd. Nog bijzonder zijn de latrines, ofwel de toiletten. Aan de zuidelijke toren is er een uitbouw te zien. De latrines waren bedoeld voor de soldaten die dagenlang in de toren de wacht moesten houden. Zij deden er hun behoefte in en dat viel rechtstreeks in de Leie. In de twee torens zijn nog originele latrines te zien.”

“Een van mooiste plekken”

Anno 2018 is er in de zuidelijke toren een zaal voor vergaderingen of feestjes. De noordelijke toren leent zich voor het stadsfestival Play, dat hedendaagse kunst met de focus op spelen in de kijker zet.

Volgens Greet is ook de heraanleg van de omgeving een grote opsteker voor de Broeltorens. “De verlaging van de Leieboorden vind ik een van de mooiste projecten van de afgelopen jaren”, zegt ze. “De parkings aan de beide zijden van het water hebben plaatsgemaakt voor kaaien met terrasjes, banken en bomen. Het is een ideale plek om tot rust te komen, vrienden te ontmoeten of zelfs voor een dansfeest. Voor mij is dit een van de mooiste plekken in Kortrijk.”

(Nikita Vindevogel)

Volgende keer: de pier van Blankenberge