Het leven gaat trager in de ‘Stan’-landen

Billy Buyse
Billy Buyse Reisblogster

Veel omwegen maken we in de ‘Stan’-landen niet. Toegegeven, echt Westwaarts trekken we ook weer niet. We laten de seizoenen ons leiden. De zomer pikken we nog mee in Bishkek en Toktogul en de herfst brengt ons tot rust in Arslanbob waar de walnoten worden geoogst. Na een kleine twee weken arriveren we in Osh. Vandaar vertrekken we op tiendaagse langs de Pamir Highway. Winter is coming.

Het leven gaat wat trager in de ‘Stan’-landen, althans voor ons. De culturele bezienswaardigheden in de steden nemen af. Almaty in Kazachstan was modern, Europees en een echte ‘melting pot’. Een stad om in te wonen. Bishkek was zachtaardig en stond wat stil in de tijd. Grote Sovjetmonumenten en -parken bepalen vandaag nog steeds de geest van de hoofdstad van Kirgizstan. Osh ten zuiden van Kirgizstan is springerig maar lelijk. En het transport tussen de steden? Laat ons het erop houden dat het alles behalve China is. Hoe dan ook, hier kom je niet voor de steden. Je komt hier voor de natuur, de meren en de bergen.

Het leven gaat trager in de 'Stan'-landen

Je komt hier niet voor de steden. Je komt hier voor de natuur, de meren en de bergen

Beeld je niet te veel wandelpaden in. De weg vind je zelf met je offline(staf)kaart. Of ook niet. Nergens zijn er hekken. Enkel koeien, paarden en yaks kom je op je weg tegen. Locals zeggen ons dat de eigenaar ze wel zal herkennen aan het kenteken achter hun oren. Op een dagtrek is de laatste persoon die je ziet de kleine buurjongen die je vrolijk ‘Hello! Byebye!’, toeroept. De eerste persoon zie je ‘s avonds naarstig aan het werk, bij het eerste huis terug in het dorp. Meer dan een grom krijgen we vaak niet. Voor ons gaat het leven hier iets trager. Voor de plaatselijke vrouwen en kinderen minder. Ze werken hier keihard. Leven in de bergen is voor hen geen keuze, en het isolement zorgt er voor dat er stevig gewerkt moet worden. En we mogen eerlijk zijn, het zijn hier vooral de vrouwen die de meeste labeur op zich nemen.

Het leven gaat trager in de 'Stan'-landen

Wij gaan er ook terug wat vaart in steken. Enkele weken geleden vonden we online een Duits koppel dat met ons een jeep en chauffeur wilde huren voor tien dagen. De bedoeling is nog hoger en dieper de natuur intrekken. Dat doen we langs de Pamir Highway, een weg die ook wel de ‘rooftop of the world’ wordt genoemd. Van Osh in Kirgizstan gaan we naar het zuiden van Tajikistan. Langs de grens met Afghanistan rijden we tot in Dushanbe, de hoofdstad. Het Pamirsgebied beslaat 45% van het land, maar slechts 3% van haar inwoners. Wij trekken tien dagen door het woeste landschap op 4.500 meter hoogte. We zijn goed voorbereid. Thermisch ondergoed, pilletjes tegen hoogteziekte en veel water. Het koppel leerden we al kennen. Dat komt goed. En mama, onze chauffeur is een Pamiri, hij kent de weg.