Het kleine mirakel van ‘maatje’ Marie-Jeanne

Marie-Jeanne en dochter Sofie, twee handen op één buik. (foto mlt)
Lieven Mathys
Lieven Mathys Community KW

“Mijn mama Marie-Jeanne Vroman verdient een bloemetje”, schrijft Sofie Deleersnijder aan KW. “Ze heeft een jaar revalidatie achter de rug na een zwaar accident. Een fleurig boeket als hart onder de riem zou een mooie verrassing zijn.”

Ken je ook iemand die een bloemetje verdient? Een vrijwilliger, een goeie buur of een duivel-doet-al in de vereniging? Laat het ons weten via mail op bloemetje@kw.be.

“Ik had nog nooit iets gebroken en nu was alles gebroken”, blikt Marie-Jeanne (63) terug op het ongeval van vorig jaar. In Wakken botste ze met haar brommer tegen een SUV. “Ik heb 146 dagen in het ziekenhuis gelegen waarvan vier weken in coma. De dokters vreesden voor mijn leven. Het is een klein mirakel dat ik hier vandaag met jou zit te babbelen. Maar ik ben altijd een vechter geweest. Mijn zoon Andy is op 14-jarige leeftijd overleden. Op schoolreis is hij van een klif gevallen aan Cap Gris-Nez. Mijn dochter Leslie is drie dagen na haar geboorte gestorven aan een hersenletsel. Ik heb vier jaar voor mijn man Rudy Deleersnijder gezorgd die aan kanker leed. Uiteindelijk is hij aan longoedeem gestorven, door nierfalen. Dat zijn mijn engelbewaarders en ze liggen op 20 vierkante meter bij elkaar op het kerkhof. Ik ga sinds 1995 iedere dag naar het kerkhof. Ik had het zwaar tijdens de revalidatie, omdat ik die dagelijkse bezoekjes niet meer kon doen.”

“Ik ben altijd een vechter geweest. Ik heb veel moois om voor te leven”

“Een mens zou zich bij al die miserie al eens laten gaan, maar dat is allemaal geen avance. Ik heb nog te veel moois om voor te leven. Mijn zoon Jürgen, mijn dochter Sofie, mijn kleindochter Rim… Ik krijg enorm veel steun van hen. Sofie was dagelijks bij mij in het ziekenhuis, Jürgen steekt dan weer een handje toe in de cafetaria.”

Marie-Jeanne is namelijk de alom geliefde waardin van De Vlaschaard in Sint-Baafs-Vijve, de cafetaria van de plaatselijke sporthal. “Moedre of maatje noemen bepaalde leden van de sportclubs me. De ploeg van het minivoetbal, basket, wielertoeristen… Ze zijn hier allemaal kind aan huis”, glundert Marie-Jeanne die nog een knie-operatie voor de boeg heeft. Eens die geslaagd is, kan ze haar rollator ook aan de kant zetten. (mlt)