Het ideale rusthuis? “Vraag de bewoners wat ze zelf willen!”

Frans Goethals met zijn exemplaar van ‘Verplant’. Hij poseert tussen directeur Renaat en dochter Rita.©JOKE COUVREUR Joke Couvreur
Frans Goethals met zijn exemplaar van ‘Verplant’. Hij poseert tussen directeur Renaat en dochter Rita.©JOKE COUVREUR Joke Couvreur
Hannes Hosten

In haar nieuwe boek Verplant beschrijft de uit Oostende afkomstige Knack-journaliste Ann Peuteman hoe het ideale rusthuis er volgens haar moet uitzien. De hoofdlijn: luister naar wat de bewoners zelf willen. Voor Frans Goethals (95), bewoner van Open Kring in Ardooie, is dat duidelijk: mensen om hem heen.

Frans Goethals (95) woont sinds februari 2017 in het woonzorgcentrum Sint-Vincentius, een onderdeel van Open Kring in Ardooie. “Ik hoor niet, ik zie niet, maar ik kan niet zwijgen”, opent hij, waarmee de toon meteen is gezet. Frans doet niet liever dan moppen vertellen en mensen een poets bakken. Zo zorgt hij mee voor sfeer in het woonzorgcentrum.

In de eerste lockdown hadden hij en enkele andere bewoners een Skype-gesprek met koningin Mathilde. “Ik nodigde haar uit om eens naar het rusthuis te komen”, vertelt Frans. “Ze ging daar niet op in, maar ik maakte een brief van de koningin na, waarin zij mij uitnodigde op het paleis. Via mijn kleindochters begon dat overal de ronde te doen. Vrouwen kunnen niet zwijgen hé ( lacht ). Zelfs mijn kinderen twijfelden of het waar was. Toen de waarheid uitkwam, kreeg ik een dag geen spraak van hen.”

Zijn vrouw achterna

Frans is uit Pittem afkomstig en was vroeger landbouwer. “Ik had er nooit aan gedacht dat ik niet tot het einde van mijn leven thuis zou wonen”, vertelt hij. “Maar mijn vrouw Clara had dementie en verhuisde naar het rusthuis van Pittem. Ze stierf er anderhalf jaar later, in december 2016. Elke namiddag kwam één van mijn kinderen me halen om mijn vrouw te bezoeken. Zo leerde ik het rusthuis kennen.”

“Ikzelf zat toen al in een rolstoel. Uiteindelijk ging ik ook naar het rusthuis in Pittem, eerst voor twee kortverblijven. In februari 2017 verhuisde ik naar Ardooie. In Pittem kende ik 90 procent van de bewoners, hier niemand. Bij mijn eerste middagmaal in de eetzaal nam ik het woord: ‘Ik ben Frans Goethals uit Pittem, ik hoop dat we goed zullen overeenkomen. Niemand reageerde, behalve één ventje , dat nog familie in Pittem had. Zo zijn wij goed bevriend geraakt. Toen Andreetje overleed, heb ik veel verdriet gehad.”

“In de hoogste hemel”

Intussen voelt Frans zich goed thuis in Sint-Vincentius. Ze noemen hem zelfs ‘de directeur van de Parel’. De Parel, dat is de afdeling waar hij woont. “Het zijn allemaal ‘parels’ die hier werken. Ik ben hier in de hoogste hemel”, zegt Frans. “Ik word op handen gedragen door het personeel en ken heel veel mensen. Ik mag mee op de elektrische duofiets om mijn kinderen te bezoeken, speel woordzoekers, ga kaarten en schrijf gedichten voor personeelsleden en medebewoners.”

Of hij vroeger ook al zo’n dichter was, wil ik weten. “Nee hoor. Vroeger moest het opbrengen hé ( gl imlacht veelbetekenend ).” “Maar je was wel altijd taalgevoelig hé Frans”, brengt directeur Renaat in. ”Ik ken veel talen”, knikt Frans. ”Behalve be-talen.” Waarop we nog maar eens in de lach schieten.

“Vader had het moeilijk in de eerste lockdown. We gingen wel wuiven aan het raam, maar toch. Hij heeft veel geweend”, weet dochter Rita. “Maar dat blijft niet duren hé. Gelukkig maar”, toont Frans zich van zijn meest optimistische kant. “Weet je wat voor mij het belangrijkste is aan een goed rusthuis? Dat het de eenzaamheid wegneemt! Dat gebeurt hier. En ik kan regelmatig iemand een poets bakken…”

Wat mensen zélf willen

Open Kring in Ardooie heeft een goede naam als woonzorgcentrum. “Er heerst een cultuur van inspraak”, vertelt Renaat, die sinds acht jaar directeur is. “Dat was al zo voor ik hier startte, maar ik bouwde nog wat verder. Wij vragen de bewoners altijd wat ze zelf willen. Als ze lang willen slapen, dan kan dat. Maar de vroege vogels mogen ook vroeg opstaan. Omer bijvoorbeeld, die staat vroeg op en zet hier elke ochtend de koffie.”

“Op elke afdeling is er jaarlijks een feest voor de familie. De bewoners mogen samen beslissen welk feest het wordt: een dessertbuffet, een kaasavond… De mensen mogen ook zelf kiezen welke hobby’s ze willen beoefenen. We doen alles op maat van de bewoner. Meer werk is dat niet, het is een andere ingesteldheid. En iedereen voelt zich er beter bij.”

Voorbeeld

Ann Peuteman.© gf
Ann Peuteman.© gf

Voor Ann Peuteman is Open Kring een voorbeeld van hoe een woonzorgcentrum het moet aanpakken. In haar nieuwe boek V erplant schrijft ze ‘waarom het heerlijk wonen kan zijn in het woonzorgcentrum’. Het is het vervolg op het vorig jaar verschenen Grijsgedraaid , waarin ze aanklaagde dat senioren betutteld worden en alles uit handen genomen wat het leven leuk maakt.

Door haar vorige boek en haar werk voor Knack raakte Ann bevriend met heel wat rusthuisbewoners. “Het is niet zo dat zij allemaal héél dringend weer bezoek wilden krijgen, zo lieten ze me weten. Velen wilden niet besmet worden of hun kinderen niet besmetten. Het personeel zette alles op alles om de sfeer erin te houden. Er zijn in die periode heel mooie dingen gebeurd.”

Wilsbekwaam

“Rusthuisbewoners zijn wilsbekwame volwassenen. Luister naar wat zij willen”, zegt Ann. “Ik geef het voorbeeld van een man die in het rusthuis een plekje vroeg om zijn schildersezel te zetten, zodat hij weer kon schilderen. Of de dame die niet meer uit bed kon, maar wel de wolken wou zien. Zoals haar bed stond, zag ze wel de straat, maar niet de lucht. Of de dementerende bewoner die niet altijd weer naar tekenfilms wou kijken. Je kan zo’n zaken te weten komen, maar het kost tijd. Maar zowel personeel als bewoners gaan zo snel in de bestaande machine meedraaien.”

“Vooral in OCMW-rusthuizen is de populatie erg zorgbehoevend, in de private sector is de mix groter. De subsidiëring en de personeelsnorm hangt af van de mate van zorgbehoevendheid. Maar dat houdt ook een aantal mensen buiten, die zich thuis niet meer goed voelen, maar toch nog ‘te goed’ zijn voor het rusthuis. Of die zelfs niet mee mogen verhuizen met hun partner.”

Vrije keuze

“Natuurlijk zou ik liefst tot mijn laatste dag blaken van gezondheid”, zegt Ann Peuteman. “Maar de kans dat ik van de zorg van anderen afhankelijk zal worden, is groot. En dan zou ik liever niet alleen thuis zitten en enkel iemand zien om mij ‘s ochtends uit bed te halen, ’s middags mijn maaltijd te brengen en ‘s avonds weer in bed te stoppen. Nu is geen echte keuze om naar een woonzorgcentrum te gaan, dat doe je pas als het echt niet meer anders kan. Het moet een vrije keuze worden om tussen generatiegenoten te gaan wonen.”

Verplan t van Ann Peuteman is uitgegeven bij Vrijdag.


10 tips voor het ideale rusthuis

1.Laat bewoners zelf bepalen hoe hun kamer wordt ingericht. Respecteer hun privacy: loop niet zomaar binnen.

2.Laat de senioren leven op hun eigen ritme. Als ze vroeg willen opstaan of lang willen uitslapen, dan kan dat.

3.Maak het mogelijk dat de partner mee kan verhuizen. Of voorzie een logeerbed.

4.Varieer tussen grotere en kleinere leefgroepen.

5.Laat bewoners bloemen en planten kweken, fruit en groenten, en zelfs dieren verzorgen.

6.Laat bewoners meebeslissen en meewerken aan het activiteitenprogramma.

7.Laat het buurt- en verenigingsleven binnen.

8.Maak het eten in kleinere hoeveelheden op de afdeling klaar, al dan niet met hulp van de bewoners zelf.

9.Voorzie voor elke bewoner standaard een waterkoker, koffiezetapparaat, koelkastje en microgolf op de kamer.

10.Heb aandacht voor het psychisch welzijn van bewoners.