Het geheugen van Gheysen (5): Op een terrasje met Hugo Claus

Onder het oog van kunstenaar Koen Van Mechelen en de topman van Toerisme Vlaanderen maakte minister-president Geert Bourgeois in Londen het eerste officiële beeldje van de 600.000 die later in De Palingbeek zouden worden geïnstalleerd.
Onder het oog van kunstenaar Koen Van Mechelen en de topman van Toerisme Vlaanderen maakte minister-president Geert Bourgeois in Londen het eerste officiële beeldje van de 600.000 die later in De Palingbeek zouden worden geïnstalleerd.
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

“Dat is mij nooit eerder overkomen. Je bent de eerste die het voor mekaar krijgt om een hele boot met vooraanstaanden te laten wachten”, zei de man door de megafoon. “Krijg ik dan nu een lintje?”, vroeg ik de man al lachend. Dat had ik beter niet gedaan. Ik kreeg een tirade aan verwijten naar mijn kop geslingerd, met dubbele kracht, want de Nederlander had nog altijd de megafoon voor zich. Terwijl ik op de boot, tussen al die keurig zittende vooraanstaanden met waarschijnlijk een almaar roder wordende kop naar achteren liep, op zoek naar een vrije plaats die er niet meer was.

Het ergste was: de Nederlandse ceremoniemeester had gelijk. We hadden onze ambassadeur, een Amsterdamse wethouder en een hele schare aan dichters en kunstenaars op ons laten wachten. Alleen, het lag niet helemaal louter aan ons. Ook onze minister van Cultuur had schuld aan het oponthoud, maar op die eregast kon de Nederlander natuurlijk zijn woede niet ventileren.

Gwij Mandelinck

Wat was er gebeurd? In Nederland was er interesse om een afgeleide versie van de Poëziezomer van Watou naar Amsterdam te brengen. Er werd vanuit het Vlaams Cultureel Centrum de Brakke Grond een parcours langs Amsterdamse grachten en stegen uitgestippeld waar poëzie en beeldende kunst met mekaar in dialoog gingen. Kortom, Gwij Mandelincks Watou-concept werd voor een keertje geëxporteerd naar Nederland.

Vlaams minister van Cultuur Luc Martens opende er het Amsterdamse Watou-experiment en daar wilden wij, toen voor WTV, bij zijn. In die tijd was WTV-anchor Jessie De Caluwe ook met een poëzieproject bezig, ze plande een poëzietour met muzikanten langs Vlaamse culturele centra en wou weten of ze daarvoor kon rekenen op subsidies.

Kom mee, zeiden we, je kan ginds in de marge van die opening, eens informeel peilen bij de minister zelf. En kijk, die marge vond de minister al meteen na de officiële inleiding en voor de boottocht.

De interesse van de minister was groot, de aandacht voor de tijd wat minder tot medewerkers ons vanop enige afstand in gebarentaal aanmaanden om het gesprek te beëindigen. Wij zagen dat wel, maar het duurde nog eventjes voor de minister doorhad dat het protocol dringend moest worden bijgestuurd. Het gevolg kennen we intussen: de toorn van de ceremoniemeester keerde zich tegen mij en weergalmde over de hele Amsterdamse gracht. De opening eindigde op zijn Vlaams: tot na het sluitingsuur van de Brakke Grond bleven we op het caféterras. In het gezelschap zowaar van Hugo Claus, Roger Raveel en zijn vrouw en Jan Hoet. Van de Nederlandse ceremoniemeester kregen we bij het afscheid zowaar zelfs een knipoog.

Zonder paspoort

West-Vlaamse ministers op buitenlandse missies volgen een strakke planning. De ontmoetingen met de (West-)Vlamingen ginds zijn doorgaans lange tijd op voorhand vastgelegd. Maar vrijwel altijd lopen zulke reizen in meer of mindere mate anders dan gepland. Dat maakten we mee toen we Vlaams minister Geert Bourgeois volgden in Roemenië en Bulgarije. Een vijfdaags werkbezoek was dat naar aanleiding van de toetreding van beide landen tot de Europese Unie.

Op het programma stond onder meer een bezoek aan Sibiu, dat zich al volop voorbereidde om zich het jaar daarop, in 2007, als culturele hoofdstad van Europa te profileren. Een bijzonder stadje met linken naar onze cultuur, maar daar gaat het hier niet over.

In Amsterdam kreeg ik een tirade aan verwijten naar mijn kop geslingerd

Roemenië vlogen we zo binnen, dat was geen probleem. Een id-kaart volstond en aangezien ook Bulgarije vast van plan was om kort daarna lid te worden van de EU zou ook daar een id-pas volstaan. Dacht ik. Maar ik was helaas op dat vlak de tijd wat vooruit. Voor Bulgarije was toen nog een paspoort nodig. En… nee, dat had ik dus niet bij me. Een serieus probleem.

Want ik vloog in het gezelschap van de minister en oponthoud om wat voor reden dan ook, was ondenkbaar. Scha en schande om zoveel onoplettendheid van mijnentwege en nog erger, weg waren de geplande reportages met West-Vlaamse ondernemers in Bulgarije. Op zo’n moment schiet de ambassade op gang, ik moest zo snel mogelijk een fotowinkeltje zien te vinden in de buurt van onze ambassade voor een pasfoto voor een groen voorlopig paspoort. Voor de zekerheid trok een ambassademedewerker mee naar de luchthaven om me tot bij de grenspolitie te loodsen. Dat liep dus goed af.

Maar minister Bourgeois moest uiteindelijk zelf afhaken. Een dreigend conflict met de toenmalige VRT-baas Tony Mary dwong hem zijn reis vroegtijdig af te breken en spoorslags naar het Vlaams parlement te trekken om tekst en uitleg te geven over de beheersovereenkomst met de VRT.

In het spoor van

We volgden meer dan eens West-Vlaamse ministers in het buitenland. Dat liep meestal anders dan gepland. Behalve de Londen-trip in het spoor van minister-president Bourgeois. In de aanloop naar de honderdste herdenking van WO I gooiden Geert Bourgeois en Toerisme Vlaanderen op een van de grootste internationale toeristische beurzen hoge ogen met hun expositie in Londen. Vlaanderen was eregast toen en bij de opening stelde kunstenaar Koen Van Mechelen er zijn terracottabeeldjes voor 600.000 zouden er worden gemaakt voor het landschapsproject in De Palingbeek. Minister-president Bourgeois mocht er het eerste officiële beeldje maken. Het hele herdenkingsprogramma was toen al tot in de puntjes uitgewerkt en daar liep Vlaanderen voor op de federale herdenkingsorganisatie.