Henk Mestdagh leert Tsjechen Brugse chocolade eten

Henk Mestdagh in zijn winkel in Praag. De winkel wordt in drukke periodes door maar liefst 5.000 mensen per dag bezocht. © JR
Redactie KW

Een chocolademuseum, een nieuw restaurant en een chocoladefabriek. Het is in een notendop de to-dolijst van de Brugse chocolademagnaat Henk Mestdagh de komende maanden. De Bruggeling bouwde zijn chocolade-imperium in de Tsjechische hoofdstad gestaag uit en lijkt nu echt wel niet meer terug te komen naar zijn geboortestad: “Ik wil hier nooit meer weg. Maar toch blijf ik Bruggeling in hart en nieren!”

Drie jaar geleden brachten we al het verhaal van Bruggeling Henk Mestdagh en zijn chocoladeparadijs in Praag. Drie jaar later bouwt hij zijn imperium verder uit en mag hij zich bij het rijtje voegen van meest succesvolle West-Vlaamse ondernemers in het buitenland. Henk woont ondertussen een zestal jaar in Praag (Tsjechië), samen met zijn vrouw en zijn twee zonen.

Praag mistte nog een typisch Belgisch product en dan leek Belgische chocolade het ideale product om er te verkopen. Ondertussen gaat Henk veel verder dan dat. Henk bouwde de laatste drie jaar verder aan zijn succesverhaal in Praag. “We betrokken in mei een gebouw in dezelfde straat waar onze winkel gevestigd is”, vertelt Henk.

Chocolademuseum

“Dat gebouw behoorde toe aan het Grevin-museum. Ik hoorde dat er eventueel plannen waren om de zaak van de hand te doen, meteen het signaal om richting Parijs te trekken en met de eigenaars te onderhandelen over de overname. Ondertussen zijn we bezig met een totale renovatie van het museum. De bedoeling is om in het museum de volledige geschiedenis van de chocolade weer te geven. Zo zal je kunnen zien in een tijdslijn waar de eerste cacao werd genuttigd in de Zuid-Amerikaanse regio’s. We gaan het vooral interactief maken voor de kinderen. Het museum zal een complete metamorfose ondergaan. De bestaande wassen beelden worden geïntegreerd in de scenografie, maar chocolade blijft de rode draad in het museum.”

3.000 shoppers

Praag is ondertussen Henks thuis geworden. “Het is hier prachtig wonen en vooral veel goedkoper dan bij ons. Ik wil hier nooit meer weg. Maar toch blijf ik Bruggeling in hart en nieren. Mijn ondertussen 24-jarige zoon woont er nog altijd en ik probeer dan ook zoveel als mogelijk bij hem langs te gaan, ondanks mijn drukke agenda.”

Henk heeft ondertussen bijna 200 mensen in dienst in Praag. “Om alles in goede banen te leiden heb je goed personeel nodig. Alleen zou ik dit alles niet kunnen runnen. In onze winkel alleen al heb ik al heel wat personeel nodig. Tijdens de drukkere periodes komen wel 3.000 mensen over de vloer in de winkel. Daarvoor kopen ze niet allemaal, maar ze willen wel allemaal informatie. Daarnaast heb ik ook mensen nodig die de administratie en productie verzorgen.”

Behalve het museum komt er een nieuw restaurant. “Ook daar ben ik inderdaad mee bezig”, vertelt Henk terwijl hij ons rond leidt. “Het zal een jungle restaurant worden. We gaan proberen de jungle in de Mexicaanse cacaoplantage na te bootsen. Iedereen kent ook wel de hop-on-hop-off bussen die in elke hoofdstad rondrijden. Ik maakte een deal met die mensen. Achteraan in het museum mogen ze hun diensten verkopen. In het restaurant komt zo’n bus waar je zelfs in zal kunnen eten, volledig geïntegreerd in het decor. De ideeën komen grotendeels van mezelf, maar het is mijn team dat ze verder uitwerkt.”

Chocoladefabriek

En het stopt niet want net buiten de Tsjechische hoofdstad bouwt Henk een volledig nieuwe chocoladefabriek. “Ik wou niet zomaar een fabriek. In België zijn er meer dan voldoende competente mensen die chocolade kunnen fabriceren. Niettemin maken we toch wel een 3.000-tal referenties zelf die we leveren aan een 60-tal verschillende Belgische winkels. We gaan vooral artisanale producten vervaardigen. De fabriek zal toegankelijk zijn voor bezoeken, zodat mensen kunnen zien hoe we produceren. Bij de fabriek komt er een groot kinderpark, met verschillende afdelingen.”

“Er komt een groot kinderpark bij de chocoladefabriek, met verschillende afdelingen”

Tegen Pasen zou de fabriek operatief moeten zijn. “Als het gaat om artisanale productie denk ik dat we ondertussen toch wel bij de marktleiders horen. Op industrieel gebied behoren we nog bij de kleintjes. Maar dat is ook niet mijn doel. We willen onze klanten vooral topproducten aanbieden. Zo hebben we ook meer flexibiliteit naar onze klanten toe. Op industrieel gebied is een snelle aanpassing nooit mogelijk. Als er mij vandaag een klant belt met de vraag om gele krulletjes aan zijn product toe te voegen in plaats van witte krulletjes, dan kan dat. Net daar maken wij het verschil. Hoe lang ik nog blijf uitbreiden? Ik ben erg ambitieus en zit constant vol ideeën. Een beetje eigen aan een ondernemer”, lacht Henk. (JR)