De Ginste beschikt over een eigen Sint-Elooiscomité dat de feestelijkheden rond de verkiezing in goede banen leidt. In de Kruisstraat op de Verre Ginste wonen kersvers deken Henk Coussens en zijn vrouw Annelien op een prachtige hoeve, gespecialiseerd in het kweken van het wit-blauwe koeienras. Samen met het Looicomité bereiden ze het Sint-Elooisfeest voor.
Deken Henk Coussens (52) is getrouwd met Annelien Vanderheeren (45). Hij is vader van Fien (19) en Mathis (13). Henk volgde na de lagere school de land- en tuinbouwafdeling in Tielt, waar hij op 18-jarige leeftijd klaar was met de studies.
“Omdat ik de zoon ben van een landbouwer, stond het vast dat ik na mijn militaire dienst in Duitsland op de boerderij zou werken en die later zou overnemen. Boer zijn was mijn grote droom, al vanaf mijn vijfde levensjaar. Mijn voorkeur ging uit naar de veeteelt en dan meer bepaald het ras wit-blauwe koeien. Wel werd de kweek van dikbillen deels gecombineerd met groenteteelt zoals het kweken van prei en busselwortelen. Ik heb steeds de hoeve uitgebaat samen met mijn meewerkende echtgenote en dat is tot op vandaag nog altijd zo.”
Opvolger
Naast het vele werk op de boerderij rest er weinig tijd voor ontspanning. “Maar eigenlijk moet ik bekennen dat mijn werk mijn hobby is. Op zondagvoormiddag wordt er wel eens een pint gedronken samen met enkele collega’s en samen met mijn vrouw kan ik ook wel genieten van eens uit te gaan eten.”
Ook de opvolging is al verzekerd op de hoeve. “De boerenstiel is een heel mooie stiel alleen is het jammer van de enorme papierwinkel die er nu aan verbonden is. Ik prijs me echter heel gelukkig want mijn zoon Mathis die nu 13 jaar is, wordt mijn opvolger. Straks trekt hij wellicht naar de landbouwschool in Roeselare om zich voor te bereiden op zijn toekomstige job. De jongen droomt daar nu al van om later de boerderij over te nemen.”
En misschien wordt hij later zelf Sint-Elooisdeken, maar eerst is het de beurt aan Henk. “We zijn er elk jaar bij en als het dan jouw beurt is, dan aanvaard je dat met plezier. Het is een stuk folklore waar ik graag aan meewerk.” (CLY)
