Heidi en Redgy in Noorwegen: “Na de sauna springen wij gewoon in de rivier”
KW.be maakt de hele zomer een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Heidi Vanbelleghem en Redgy Lenglaert in Noorwegen.
Hoe kwamen jullie in Noorwegen terecht?
“We waren hier al twee keer met het gezin op reis geweest en waren verliefd geworden op het land, de ongerepte natuur, en de mensen die er wonen. De Noren kwamen vriendelijk over en de rust overviel ons. We waren eerder al op vakantie geweest in zuiderse landen, maar alleen Noorwegen maakte zo’n indruk. Toen we onze koffers moesten pakken om naar Heuvelland terug te keren, hadden we al heimwee (lacht). In België vertelden we dat we ooit naar Noorwegen zouden verhuizen, maar de meesten lachten dat gewoon weg, want ‘velen praten erover, maar doen het nooit’…”
Maar bij jullie lagen de kaarten duidelijk anders!
“Intussen wisten we dat Noorwegen op zoek was naar Nederlanders en Belgen die met hun gezin naar daar wilden migreren. Het land telde te weinig jongeren in de gemeentes en te weinig bevolking per vierkante kilometer. Aangezien de mentaliteit van Vlamingen en Nederlanders dicht aansluit bij die van de Noren, zocht de overheid het vooral in die landen. De gemeente, in ons geval Kvinesdal, regelde alle toelatingen en aanvragen, wij moesten ons daar niet om bekommeren. Na vijf jaar kregen we een onbeperkte verblijfsvergunning, terwijl dit niet evident is voor andere nationaliteiten.”
“Toch waagden we eigenlijk al onze kans los van het project. Toen Redgy onverwacht een weekje thuis was in november wegens weerverlet, vertrok hij naar Noorwegen om er werk te gaan zoeken. Drie dagen later belde Redgy naar huis met het schitterende nieuws dat hij werk gevonden had. Alles raakte toen in een stroomversnelling. Op 6 februari 2007 verhuisde Redgy alleen, ons gezinnetje volgde 1 mei.”
Waar kwamen jullie terecht?
“We wonen in de gemeente Kvinesdal, die zich uitstrekt over 96 kilometer. Je vindt er uiteenlopende natuur, van een fjord tot bergtoppen van 992 meter hoog. Ons huis hebben we gebouwd op 25 kilometer van het centrum. Het gehuchtje met 24 inwoners heet Mygland. We zijn in totaal met bijna 6.000 inwoners, of zés personen per vierkante kilometer! Toen we onze grond kochten, verschenen we zelfs in de krant, want zó ver van het centrum willen wonen, dat was voor de Noren niet begrijpelijk (lacht). Wij ontwaken vaak met herten, reetjes of een eland rond het huis.”
Wat doen jullie voor de kost?
“Redgy is begonnen als timmerman. Drie jaar later schakelde hij over op CNC-programmering. Ik ging aan de slag als planner voor een scheepswerf en ruilde dat na drie jaar voor de offshore industrie, waar ik verantwoordelijk was voor de afdeling document control. Twee jaar geleden schakelde ik nog eens over, om als database ontwikkelaar te werken voor het onderhoud van boorplatforms. Omdat het hoofdkantoor in Bergen lag, zo’n 240 kilometer hier vandaan, moest ik vaak het vliegtuig nemen om naar het werk te gaan. Zo was ik tot 7 uren onderweg, via verschillende veerboten en over bochtige wegen waar je maximaal zestig per uur mag. Het was een hectische job, terwijl ik het hier kalmer aan wilde komen doen (lacht). Maar het was een prachtige ervaring. Zo ben ik bijvoorbeeld ook naar de States geweest, toen ik de planning deed voor het bouwen van het grootste luxeyacht ter wereld, voor Palmer Johnson Yachts.”
Wat is er zo aangenaam aan wonen in Noorwegen?
“De rustige levensstijl is hetgene waar we ons het moeilijkst bij konden aanpassen, maar het is juist ook het meest aangename. De dag begint voor de meesten om 7 uur en eindigt om 15 uur. Stress op het werk bestaat hier niet. Je kruist met veel geluk twee wagens op 25 kilometer rijden naar het werk. Hier ‘hoor je de stilte’. Kinderen kunnen nog veilig buiten op straat spelen tot laat op de avond. De nachten kunnen heel kort zijn. Je kan hier nog je huis verlaten zonder de deur op slot te hoeven doen. Je moet niet verbaasd zijn als je op een koude winterdag een splinternieuwe auto ziet draaien zonder bestuurder, want die is even zijn boodschappen aan het doen. Noorwegen mag dan een duur land genoemd worden, het is er in veel opzichten een goedkoper land als je er woont en werkt.”
Wat is er dan weer minder prettig aan het leven in dit land?
“Het medisch systeem. Op vlak van kosten is het ideaal: jaarlijks betaal je maximaal 300 euro per persoon, benzine om tot bij de dokter te rijden inbegrepen. Hospitaalkosten heb je niet, zelfs de handdoeken worden geleverd. Maar om tot bij je dokter te raken heb je engelengeduld nodig. Het kan maanden duren vooraleer je tot bij een specialist raakt. We missen ook de mogelijkheid om eens een lekker biertje in een bruine kroeg te gaan drinken, of een pak friet te gaan eten van de frituur. Maar daar valt best mee te leven.”
“We zoeken niet speciaal naar andere Vlamingen: er zijn slechts 1.000 Belgen in Noorwegen. Gezien het land 3000 kilometer lang is, moet je al geluk hebben om er eentje te treffen. Maar we hebben wel contacten. Moder Katia, een chocolaterie in Lyngdal, wordt uitgebaat door een Antwerpse dame. En sinds een jaar of twee woont in Kvinesdal ook een Gentenaar.”
Hoe kijken de Noren tegen jullie aan?
“In het begin reageert een Noor onderzoekend, voorzichtig en afstandelijk. Wanneer ze merken dat je hun taal leert spreken, worden ze opener. De meeste zijn lieve, eerlijke mensen. Ze zijn heel trots op hun land. De nationale feestdag 17 mei wordt uitbundig gevierd in ieder dorp. Inmiddels zijn wij al goed geïntegreerd. Vaak gaan we of komen ze op bezoek.”
Welke Noorse eigenschappen hebben jullie intussen overgenomen?
“Het rustiger leven is al een deel van onze gewoontes geworden, net als het genieten van het leven. Langlaufen in de winter, of na de sauna in de rivier springen. Of ‘tur gaan’: via uitgestippelde trajecten lange wandelingen maken in de bergen, of het nu mooi weer is of niet. Je kunt in the middle of nowhere overnachten in een berghut. Slecht weer bestaat niet volgens de Noren, alleen slechte kledij bestaat.”
Denken jullie na over een definitieve terugkeer naar ons land?
“Onze dochter is in alle opzichten eerder Noors dan Belgisch, wat een terugkeer eerder uitsluit. Zelf zouden we de stress ook niet meer aankunnen. En ook de natuur zouden we missen. Maar wie weet waar we nog landen. En sowieso komen we jaarlijks meerdere keren op bezoek.”
Wat vinden jullie kinderen van wonen in Noorwegen?
“Onze zoon Quentin (23) is teruggekeerd naar België toen hij 19 was. Het integreren viel bij hem het moeilijkst. Hij miste ook zijn vrienden en het uitgaan. Hij was tenslotte ook al 15 toen we verhuisden. Hij kwam wel twee keer op bezoek dit jaar en mist nu wel Noorwegen. Ooit zou hij graag terugkomen. Nu is ook zijn vriendin stilaan verliefd op het rustige en mooie Noorwegen. Onze dochter Cheyenne wordt 17 in november en is typisch Noors in alles en nog wat. Zij komt graag op bezoek naar België maar zou het niet overwegen om nog terug te keren. De vrijheid van de jeugd hier is onvoorstelbaar. Schooldagen zijn van 9 tot 14 uur tot de leeftijd van 15. Daarna is het van 8 tot 15 uur.”
Als je onze lezers één niet voor de hand liggende toeristische tip zou mogen geven in jullie regio, wat zou die dan zijn?
“Enkele weken geleden zijn we de metershoge muren van sneeuw gaan bekijken tussen Sirdal en Setesdal. Indrukwekkend! Wie naar Noorwegen komt, moet ook eens zo’n verblijf in een typisch Noorse hytta overwegen: back to basics, waar je met je voet moet pompen om water uit de douchekraan te krijgen. Of het mineraalparkje in Evje, ook bijzonder mooi. Ach, er valt hier zovéél te beleven!”
(FJA – Foto’s Heidi Vanbelleghem)
Reis rond de wereld - 2015
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier