Hans Bourlon, schaduwhelft van Studio 100: “Als je geld hebt, kan je je leven een meerwaarde geven, en Gert heeft dat savoir vivre”

© Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Welkom in de wondere wereld van Hans Bourlon (60), vooral de baas van Studio 100, maar ook schrijver en kunstondernemer in bijberoep. En Bourlon goes west, met een expositie van Studio 100 in Oostende en met zijn expositie Het Kunstuur vanaf februari 2023 in Roeselare.

De ene helft van Studio 100, ene Gert Verhulst, lééft van de schijnwerpers, maar heel uitzonderlijk komt de andere helft uit de schaduw. De ondernemer praat over het succes van Studio 100. En verder: Het Kabouterlied, de 6.000 atoombommen van Rusland, K3 als biggetjes, de tribunes van de musical 40-45, de moeder van Radja Nainggolan, Gert Verhulst, natuurlijk Gert Verhulst… we werden er niet moe van.

Diegenen die de laatste drie decennia niet onder een steen leefden, weten: Studio 100 is het Vlaamse amusementsbedrijf van Samson en Gert, Kabouter Plop, Maya de Bij, K3, Plopsaland, de musical ‘40-’45 ….

De lezers van De Tijd weten: Studio 100, met vertakkingen in Duitsland, Frankrijk, Australië, de VS en pretparken in België, Nederland, Duitsland, Polen en Tsjechië, telt meer dan 1.000 voltijdse werknemers en haalt een omzet van bijna 200 miljoen euro.

En alle lezers van de boekskes kennen de andere helft van Studio 100: de flamboyante Gert Verhulst, niet weg te slaan van televisie. Hans Bourlon (60) is liever de man in de schaduw, ‘zijn bescheidenheid is zíjn glorie.’

Hans Bourlon, van opleiding filosoof, is de lange, peinzende man die in Oostende komt aangewaaid met een groen Michael Jacksonhoedje op – geen mens ziet er een van ‘s lands meest succesvolle ondernemers in. Hij gaat zitten, drinkt een simpel pintje en vertelt dat hij weliswaar een huis in de Ardennen heeft, maar toch altijd meer voor de zee is gebleven.

“We gingen vroeger vanuit Baardegem bij Aalst, waar ik opgegroeid ben, de hele maand augustus naar het mooie Bredene. Ik heb er laatst nog oude postkaarten van opgezocht. In het midden van de maand trok papa dan naar huis om patatten en groenten op te halen, die waren duur aan zee.”

“Eind jaren 80, begin jaren 90 heb ik met mijn eerste geld een appartementje in Nieuwpoort gekocht. Omdat ik wist dat het de droom van mijn ouders was. Ze hebben er tientallen jaren verbleven, een week thuis, een week aan zee. En ik was er regelmatig in het weekend, ook omdat Gert er bij zijn schoonfamilie vaak was, met de kleine Viktor en Marie.”

Toen ik in Nieuwpoort een fanfare op een kiosk De Kabouterdans hoorde spelen, wist ik: we hebben een grote hit beet.

“Wij werkten er, hebben er honderden verhalen en liedjes gemaakt, voor Kabouter Plop, voor Samson… Ik herinner me nog dat we er de Kabouterdans hebben geschreven, maar nog wat twijfelden aan het mogelijke succes. Tot ik er een paar maanden later wakker werd door de muziek van een fanfare die op een kiosk … De Kabouterdans speelde. Ik wist meteen: we hebben een grote hit beet.”

Ensor en Spilliaert

Enkele jaren later kregen hun kabouters zelfs een heel themapark naar hen genoemd, Plopsaland in De Panne, intussen het meest bezochte pretpark in ons land. “Ik heb tijdens de opbouwwerken begin jaren 2000 váák langs het strand van Nieuwpoort naar De Panne gewandeld. Als de wind goed zat, tenminste (lacht). Maar ook dat is de zee voor mij: die wandelingen, Jacques Brel… (nadenkend) Brel meer dan Arno, welk een authentiek mens en welk een uniek muzikant Arno ook was.”

© Kris Van Exel

Zitten we meteen in Oostende. “Een mooie oude dame. Net als Spa in de Ardennen, dezelfde charme. Voor mij staat Oostende nog steeds voor Ensor en Spilliaert, die ik als kind leerde kennen dankzij mijn grootvader die kunstschilder was. De strandcabines die Ensor schilderde, de dijk van Spilliaert,… door die grandeur van vroeger voert Oostende voor mij nog steeds de boventoon, boven Nieuwpoort. Oostende is ook veel meer dan Nieuwpoort een stad natuurlijk, veel meer een internationale havenstad ook.”

Bourlon is nochtans van de boerenbuiten, bracht zijn kinderjaren door in Baardegem, later verhuisde hij naar het Vlaams-Brabantse Grimbergen. Intussen woont hij in ‘t stad, in Antwerpen. “Amai, je vond dat terug? Het lot brengt je op vele plaatsen, hé. (lacht)”

Verder wil hij daar niets over kwijt, hij hield zijn privéleven en familiesituatie altijd strikt gescheiden. “En dat gaan we vandaag ook doen. Maar ik leid een normaal leven zoals vele mensen. Alhoewel… (lacht) Ik vind wonen in zo’n stad erg interessant, maar een Antwerpenaar word je niet. Een West-Vlaming begrijpt dat als geen ander, denk ik. Ik ben Europeaan, Belg… identiteit is vandaag heel gelaagd.”

“Maar ik ben vooral een fiere Vlaming, dat is mijn nestgeur. Evenwel niet te verengen tot het ziekelijke Vlaams zijn, het heeft voor mij vooral te maken met de geschiedenis, de taal, met Willem Elsschot en Raymond van het Groenewoud…”

Vlaamse volksaard

Het bruggetje naar Studio 100, meer dan ooit nochtans een internationaal bedrijf, is snel gemaakt. “Vaak wordt mij gevraagd: waar zit de Vlaamse volksaard van Studio 100? Dan geef ik een voorbeeld: onze Wickie de Viking. Dat was ooit een bekroond kinderboek in Zweden.”

“Waar Leo Kirch, een Duitse mediamagnaat in de jaren 70 in Japan een serie van maakte en die distribueerde over heel Europa en in een aantal Aziatische landen. Wij hebben daarna dat figuurtje, samen met Maya De Bij en een heleboel andere oude kinderfiguurtjes overgenomen. In onze studio in Parijs, in coproductie met onze studio in Sydney en met afwerking in China, hebben we van Wickie de Viking nieuwe series gemaakt.”

© Kris Van Exel

“Dát is wat wij goed kunnen: Wickie is geen Vlaams cultureel erfgoed, maar wij hebben wel die boutekes doen draaien. Onze nieuwe Wickie is ‘made in the world’. Samson, Kabouter Plop, Piet Piraat… zijn meer lokale figuren die zijn beïnvloed door de Vlaamse stripcultuur. Willy Vandersteen was de Breughel van zijn tijd, hé. Zijn strips zaten in onze harde schijf en dat heeft heel ons denken over cultuur voor kinderen zwaar beïnvloed.”

“Ik vind het nog steeds jammer dat die stripcultuur niet doorgetrokken is naar ani-matie en tekenfilms. In Frankrijk heeft men daar sinds de jaren 80 en de toenmalige minister van Cultuur Jacques Lang wel in geïnvesteerd, vandaar ook al vele jaren onze tekenstudio in Parijs, waar 5.000 artiesten actief zijn in die sector in heel België zijn er dat nauwelijks 500. Ook in Sydney hebben we 300 medewerkers, omdat Australië culturele jobs sterk subsidieert én heel gericht is op Amerika.”

Schoenmaker, blijf bij uw leest

We zitten dus al snel in het zo succesvolle Studio 100, zijn core business, met in 2019 een rendabele jaaromzet van 188 miljoen euro. Maar door corona werd de leisure business als geen ander gepijnigd, in 2020 volgde een nettoverlies van 30 miljoen euro .

© Kris Van Exel

“Ik ben geen grote economist, maar ik weet: als je je rekeningen niet meer kan betalen, ga je failliet. Voor de eerste keer in al die jaren dacht ik dat kan toch niet…?! En toen er in juli 2020 geen overlijdens meer waren door corona heb ik hardop geëist: onze sector moet weer opengaan: corona is voorbij. Maar in het najaar kwam de tweede, nog grotere golf. Ik heb dan ook mijn excuses aangeboden. Schoenmaker, blijf bij uw leest. Maar het werd nog erger: toen we in 2021 op de dag van de voorstellingen in december 2021 de Rewind Party en de Grote Sinterklaashow moesten annuleren, vloeiden bij de laatste repetities de tranen op het podium.”

“En begin er maar aan, met 20 medewerkers 150.000 tickets proberen te herboeken. En ja, ik heb toen ook uit frustratie gezegd: bij 100 procent vaccinatie was het niet nodig geweest. Dat was misschien niet respectvol naar de vaccinweigeraars, maar wel wiskundig aantoonbaar.”

Emotionele ontslagen

Maar ze zijn er weer bovenop. “Het eerste wat moest gebeuren, was de operationele kosten naar beneden halen. Dingen niet meer doen, drastisch besparen,… Wij hebben mensen moeten ontslaan die al járen bij ons werkten. Emotioneel, hoor. Ook omdat we een bedrijf zijn zonder machinepark, zonder veel procedures… maar met veel betrokkenheid.”

© Kris Van Exel

“Onze basis is: iets creëren vanaf een wit blad. Als je bij ons begint te werken, verwachten we dat je iets vastpakt, initiatief neemt. Ik heb medewerkers op die manier helemaal zien openbloeien: geef maar aan mij! Heel veel ideeën en creativiteit dus. Wat heeft de nieuwe K3 grootgemaakt? Het liedje ‘Waterval’. Omdat het gemaakt is uit ambitie en zelfvertrouwen: we gaan het beste K3-nummer ooit maken! En dat vertaalt zich economisch.”

“Dit jaar zouden we weer kunnen aanknopen bij 2019.” Want Studio 100 bruist weer. Zie ook de expositie ‘Studio 100 Aan Zee’ in het Kursaal van Oostende. Een combinatie van de Studio 100 Belevingsexpo en het K3 Immersive Bootcamp. Er staat niet voor niets in de baseline van Studio 100 Where the Entertainment is.

Persoonlijke ambitie

Maar, Bourlon: “Iedereen heeft buiten zijn werk ook nog een persoonlijke ambitie.” En die was eerst schrijven, columns in De Tijd en Trends, gebundeld in ‘De Blik van Bourlon’ en ‘Tijdreiziger’.

“Bizar, als je een reset doet, keer je altijd terug naar jouw jeugd. In de roots van mijn moeder zaten twee auteurs (waarbij Marc De Bie, schrijver van ondermeer ‘Paradijsvogels’, red.) en ik dacht al heel jong: ik wil ook schrijven. Vandaar jarenlang die columns in De Tijd. Dat lag me, al ben ik net als Willem Elsschot een ‘weinig-schrijver’: een idee schrijven en dan heel lang schaven. En dan over het resultaat euforisch zijn. Of diep ongelukkig.”

In ‘Tijdreiziger’ fantaseert hij dan weer over de toekomst.

“Ik zag mijn vader, toen 90 jaar, met een baby op zijn schoot en plots schoot door mijn hoofd: in 2110 is die baby even oud als jij…! Als je weet hoe de wereld in die 90 jaar dat mijn vader leefde is veranderd, wat wacht dan die baby? Dat fascineerde me, vandaar mijn bespiegelingen in Tijdreiziger. (op dreef) Ongeveer in 1900 raakten de gebroeders Wright voor het eerst 100 meter van de grond. Amai, die kunnen vliegen..! In WOI speelden vliegtuigen met een verbrandingsmotor al een belangrijke rol. In WOII hadden we al straalvliegtuigen. En in 1969 stonden we al op de maan. Een ongelofelijke evolutie!”

Ik zag mijn vader, toen 90 jaar, met een baby op zijn schoot en plots schoot door mijn hoofd: in 2110 is die baby even oud als jij…!

“Maar dan is er niets meer veranderd. Behalve de beenruimte in de vliegtuigen, die is verminderd (lacht). Daar duik ik dan in. Of dichter bij mijn bed: de audio-industrie. In het begin verkochten we met Studio 100 onwaarschijnlijk veel cd’s en dvd’s. Een cd kopiëren, kostte ons een paar centiem en die lagen in de winkel voor 16 euro. Economisch een goudader. Maar door de digitalisering verschrompelde die economie op een paar jaar tijd, kregen streaming, Spotify, iTunes… de absolute bovenhand.”

© Kris Van Exel

“Maar nu doet de lp het weer beter dan de cd, wie had dat tien jaar geleden voorspeld? Maar als je doordenkt: in elke technische innovatie zit ook een ethische begrenzing. Pas door de oorlog in Oekraïne ben ik gaan beseffen dat onze generatie al die jaren in vrede kon leven dankzij een revolver op elkaars kop: de dreiging van een kernoorlog. Maar intussen heeft Rusland 6.000 atoombommen die krachtiger zijn dan die van Hiroshima.”

“Als die verkeerd worden gebruikt, kan de hele wereld binnen het half uur kapot zijn… (zucht) Zolang er geen wereldorganisatie betere lijnen uitzet, vrees ik toch dat we dat geen honderden jaren meer uithouden.”

Tijd voor garnaalkroketten, slibtongetjes, toch maar een glaasje wit en voor nog een persoonlijke ambitie die hij waarmaakt, Het Kunstuur. Dit is een expositie waarbij je in een uur wandelt door een reeks van topwerken van Belgische kunstenaars uit de periode 1850-1950 en waarbij Bekende Vlamingen als Radja Nainggolan en Annelies Verlinden vertellen over hun band met de kunstenaar of met het schilderij.

Telkens in een bijzondere locatie nog wel, in de Heilige Geest-kapel in Mechelen, in het oude stadhuis van Hasselt, en vanaf februari 2023 ook in West-Vlaanderen, in de Sint-Amandskerk in Roeselare. Het Kunstuur is intussen voor Bourlon een heerlijk ‘bijberoep’.

Kunstuur beschouw ik niet als werken

“Ik had laatst een weekje vakantie in Lanzarote en in mijn werktas zat van alles voor Het Kunstuur. Maar Het Kunstuur beschouw ik niet als werken. Het is plezant: ik doe het samen met mijn broer Joost én het is op mijn zestigste opnieuw ondernemen, vanaf een wit blad.”

“Onze grootvader schilderde en ik was altijd geïnteresseerd in kunst, overal waar ik ter wereld kom, stap ik musea en exposities binnen. En ik wilde daar vanuit mijn wereld, leisure, iets mee doen, verhaalvertelling en muziek verbinden aan schilderijen. Het Kunstuur is niet gesubsidieerd, maar zowat de helft komt in, bruikleen uit klassieke musea. (enthousiast) Hasselt, Mechelen en nu ook Roeselare: zo bestrijken we heel Vlaanderen, van oost naar west.”

© Kris Van Exel

“Verschillende West-Vlaamse steden stelden beschermde panden voor die ze een culturele bestemming willen geven, de Sint-Amandskerk in Roeselare klopte voor ons helemaal. Iedereen kent dat gebouw. Wij maken kunst toegankelijk voor een zo breed mogelijk publiek de muziek en de vertelling trekken de mensen binnen in de werken.”

“Bijvoorbeeld Radja Nainggolan die een tatoeage toont op zijn rug die een eerbetoon is aan zijn gestorven moeder en dat vertelt bij een schilderij van James Ensor, dat zijn moeder afbeeldt op haar sterfbed. Dat is pure kunst, al kende Radja eerder Ensor niet eens. Wat we tonen, is voor iedereen.”

Familie

Het is wat: een topbedrijf leiden, schrijven, exposities organiseren. En tijd maken voor zijn familie. Er lijkt niet veel tijd meer over om te fietsen (wel heen en weer naar het werk in Schelle) of te vissen (al bestaat er een foto van Bourlon met een enorme snoek in zijn handen).

Guilty pleasures? (lacht) Televisie is mijn beroep, ik moet alles gezien hebben, ik probeer zelfs van The Bachelor toch iets te zien. Ik lijk misschien geen jachtige ondernemer, maar in mijn hoofd ben ik constant bezig met Studio 100, onderweg naar hier heb ik toch een viertal telefoons gedaan. “

“Vroeger was ik 50 procent van mijn tijd creatief bezig, intussen ben ik vooral strategisch bezig: ons radiodossier, inhoudelijke keuzes voor onze tekenfilmstudio in Australië, oppor-tuniteiten en prioriteiten voor onze pretparken… En ik kan goed delegeren. Bij onze start in 1996 moesten we nog zelf een kapotte printer herstellen en de vuilnisbakken buiten zetten, nu hebben we daar mensen voor.”

“Nu worden we voor àlles gediend. Ik moet nog opletten of ze schuiven elke ochtend een stoel onder mijn achterwerk en een koffie voor mijn neus. (lacht) Maar goeie mensen rond jou is zó belangrijk. Gert natuurlijk, Anja Van Mensel, Steve Van De Kerkhof die de parken leidt, Frank Van Laecke voor de musicals, Barbara Stephen in Sydney en zoveel anderen… Ik moet alleen applaudisseren (lacht).”

Zelf hoeft hij geen applaus. Laat staan toeters en bellen voor zijn zestigste verjaardag, in maart geweest.

“Ik heb voor mijn zestigste verjaardag in Baardegem mijn vroegere scoutsmaten, met wie ik later ben gaan fietsen en fantastische momenten heb meegemaakt, opgezocht. Door omstandigheden is er de laatste drie jaren van fietsen niet veel in huis gekomen. Het was een heerlijke dag.”

© Kris Van Exel

“En ik kon nog eens mijn dialect spreken, op het werk spreekt iedereen iets tussen verkaveld Ant-werps en beschaafd Nederlands. Een beetje zoals op televisie en men komt daar altijd mee weg. Alleen kan dat niet voor kinderseries, onze kabouters en Samson spreken schoon Nederlands! (peinzend) Ouder worden, zet je wel aan het denken, hé.”

“Je ziet toch een bepaalde terminus opdagen. Ik heb een soort levenshaast. Ken je dat woord? Wat wil ik nog allemaal doen? Studio 100 verder uitbouwen, Het Kunstuur, nog boeken schrijven. Weet je, al wat je doet, moet iets zijn dat dicht bij jou staat, je kan niet ondernemen op de maan.”

Trots?

Hij lijkt succesvol in alles wat hij doet. Waar zou hij het meest trots op zijn? Op die gigantische cijfers van Studio 100 of op de appreciatie als schrijver en voor Het Kunstuur?

“Wat mij het meeste plezier doet, is hoe de musical 40-45 werd ontvangen. En niet alleen omwille van de 750.000 bezoekers. De meeste voldoening haalde ik uit het enthousiasme van de toeschouwers achteraf. Dat is veel leuker dan een spreadsheet met cijfers.”

Wat hij wil zeggen: Studio 100, Het Kunstuur… het is de rode draad in zijn hele carrière: zoveel mogelijk mensen blij maken.

“Het is wat Gert en mij bindt. Ik kom uit een katholiek nest van de boerenbuiten, Gert komt uit de stad en is de zoon van een socialistische vakbondsman, maar samen voelen we aan wat bij de mensen omgaat.”

Managers van het Jaar

Bourlon & Verhulst: Managers van het Jaar 2008, toen al bijna 20 jaar succesvol verbonden. “We werken samen sinds 1987, geen enkele band in mijn leven zal behalve mijn familiale banden ooit langer duren. Zo’n relatie krijgt een gouden randje: we weten precies wat we aan elkaar hebben, wie waar het verschil maakt.”

“Zo’n mensen, die je toch ook nog kunnen verrassen, kom je in je leven niet vaak tegen. Het verhaal van de musical 40-45 bijvoorbeeld. Gert haalde het idee voor de rondrijdende tribune uit een bezoek aan de drukkerij van DPG in Lokeren, waar hij zag hoe het papier en de inkt werden rondgevoerd op zelfrijdende karretjes. Gert fluisterde in mijn oor dat moeten we ook in het theater doen, maar dan met mensen op die karretjes!”

Waarop iemand zei: K3 zoals de Drie Biggetjes! Iedereen onder tafel van het lachen. Wie maakt nu van zijn grootste vedetten varkentjes?

En nu mag je een miljoen euro uitgeven aan adviezen van de grootste en meest ervaren mensen uit de musicalsector, dat komt daar niet uit. Een ander voorbeeld: K3. Zeer succesvol gestart met een paar hits, maar midden jaren 2000 ging het slabakken. Wat moeten we doen? We zetten ze in een sprookjesmusical… Maar drie meisjes in een sprookje?… Waarop iemand zei: zoals de Drie Biggetjes! Iedereen onder tafel van het lachen. Wie maakt nu van zijn grootste vedetten varkentjes?”

Maar Gert zei: dat gaan we doen! Waarop een graficus varkenssnuitjes tekende op de gezichten van K3. En een ander een liedje maakte: Welkom, welkom, bij de drie biggetjes…! Het werd een weergaloos succes! Dat is de definitie van creativiteit! En K3 bestaat 23 jaar later nog steeds!”

Onlosmakelijk verbonden

“We zijn onlosmakelijk verbonden”, zei Bourlon al eerder. Nochtans is de een zo ingetogen en zo graag in de schaduw, terwijl de ander zo flamboyant is en rijkelijk zijn privéleven etaleert. Hans ‘Pour vivre heureux vivons cachés’ Bourlon toont alle begrip.

“Gert kijkt daar gewoon anders tegenaan. Hij heeft iets van: ik heb niets te verbergen en ik toon daar begrip voor. Ik zou de Bourlontjes in Saint-Tropez nooit doen maar dat is gewoon een andere keuze. Toen hij die villa kocht in Saint-Tropez hebben we het er nog over gehad. Zou ik dat doen? Maar Gert is zó Frans gericht: hij kan alle Franse chansons meezingen, Brigitte Bardot, Saint-Tropez…”

Gert is een keer mee geweest naar Lanzarote. Het lielijkste ailand da’k von mijn leven ep gezien…

“Voor hem is die villa, met zicht op de baai en op het kerkhof waar veel Franse vedetten begraven liggen, een bekroning van zijn leven. En ik snap dat helemaal. Weet je, ik hou van een heel divers bedrijf. Met echt diverse medewerkers, met verschillende achtergronden. Net zoals Gert en ik. (glimlacht) Ik ben een grote fan van Lanzarote, het vulkanische eiland. Gert is een keer mee geweest. (imiteert Verhulsts tongval) “Het lielijkste eiland da’k van mijn leven heb gezien…” En over kunst zegt hij soms: “Allez, die kan toch niet tekenen…?” (schatert)”

“Ach, als je geld hebt, is het een savoir vivre om daar de dingen mee te doen die geen zorgen meebrengen en die je leven een meerwaarde geven. En Gert heeft dat savoir vivre. Ik ben ook financieel onafhankelijk, maar ik ga nooit iets kopen in het buitenland – ik ga liever naar mooie hotels. Je moet elkaars keuzes kunnen respecteren.”

“Ik ken een man in Lanzarote die zich, gescheiden van vrouw en zakelijke partners, in een huisje in een baai heeft afgezonderd van de wereld. Dat intrigeert mij enorm. Maar míj zou het niet gelukkig maken. En omwille van een aantal privé-bezwaren zou ik het ook niet kunnen”

Geluk

Komen we bij zijn definitie van geluk: het opnemen van jouw taak.

“Ik zeg altijd: als je ergens mee in de knoop zit: kom naar buiten, steek je hand uit naar andere mensen en doe iets samen. Op mijn zestiende las ik bij mijn grootmoeder de boeken van de grote Russische schrijvers en ik zag in mijn verbeelding de hele wereld. En in het echte leven ben ik bij de scouts opengebloeid. Een kamp opzetten, is ondernemen, leiding geven, oplossingen zoeken…”

“Ik heb er meer geleerd dan op school. En ik blijf zeer leergierig. Ik informeer me, lees veel kranten, ook buitenlandse, van Humo tot The Economist… Niet alles, de highlights. En ik scheur en knip van alles uit en bewaar alles in thema’s. Tijdens een vlucht naar Australië heb ik altijd een koffer vol mee. Ik heb thuis kastenvol. En in elk boek dat ik lees, maak ik aantekeningen.”

De tijd vliegt nog steeds, het wordt steeds interessanter. Maar Bourlon sluit zich als een oester als zijn privé-leven ter sprake komt. Wat wel bekend is: Abdulfatah, een Somalische vluchteling, intussen al 22 jaar. “Een vrolijk familielid erbij! Abdu woont intussen zelfstandig. Hij is afgestudeerd, doet aan atletiek en staat in voor buitenschoolse opvang.”

“Hij wilde graag elektricien worden, maar dat is wat hem het best ligt: omgaan met kinderen. Belangrijk in dit verhaal is hoe je één op één je eigen vooroordelen wegschuift door te zien wie hij is en wordt, wat zijn mogelijkheden zijn.”

“Wat Bram Vermeulen zingt: een steentje verleggen. Ik ben daar wel mee bezig, ik steun ook wel een aantal goede doelen die dicht bij mij liggen. Ik zou heel graag op een dag samen met Abdulfatah naar zijn moeder gaan, maar Somalië is heel gevaarlijk. En ik heb in mijn leven nooit grote risico’s genomen. In onze eigen pretparken ga ik zelfs nooit op een attractie. Dan kijk ik liever naar de mensen. Of raap ik papiertjes op de grond op.”

Schoonheid

Bourlon blijft niet overnachten. Antwerpen roept. Maar eerst nog foto’s. Het mag best een beetje gekjes, hij is écht geen ondernemer als een ander. Maar al zeker de kunstliefhebber ontsnapt niet aan de traditionele ochtendvraagjes: welke schoonheid hem het meest treft? Merk op: in elke film- of concertzaal bestudeert hij nog steeds elk detail, van publiek tot verlichting wat kan ik er uit leren?

“En daarom wilde ik graag die avatars Abba-show zien, we hadden ook al dat idee. Maar welke schoonheid mij het meest raakt…? (denkt na) ik kan even goed opgaan in de natuur als in kunst. En in de kunst ben ik dan weer een groot liefhebber van Valerius De Saedeleer, Frits Van Den Berghe, Emile Claus … Ik ben in elk geval meer mee met beeldende kunst dan met muziek, daar ben ik blijven hangen in de jaren 70, symfonische rock, Yes en Genesis. En ik hield ook van sommige Nederlandstalige kleinkunst.”

“Ik mis vandaag Vlaamse tekstschrijvers als Wim De Craene, Van het Groenewoud… Ik zet ook wel eens Klara op, maar ik ken te weinig van klassieke muziek, het komt niet binnen. Wie weet, misschien komt het nog. En ik hou veel van film, een medium waarin alles samenkomt – Apocalypse Now was in de jaren 80 voor mij een eye opener.”

“Ik heb me in die periode ook jarenlang ingespannen om naar het gesubsidieerde theater te gaan kijken, maar ik ben er echt mee gestopt. Misschien moet ik het toch eens een nieuwe kans geven, maar te vaak dacht ik: waar slaat dit op? Waar gaat dit over? Zeker als ze voor de zoveelste keer op scène hun kleren uittrokken.”