Hannes Coudenys: “Een kind afstaan ter adoptie is vooral een daad van liefde”

Hannes Coudenys: “Deborah en ik zijn met ons gat in de boter gevallen met onze kinderen.”© Christophe De Muynck
Hannes Coudenys: “Deborah en ik zijn met ons gat in de boter gevallen met onze kinderen.”© Christophe De Muynck
Olaf Verhaeghe

Hannes Coudenys (39), bekend van ‘Smile Safari’, ‘Iedereen Beroemd’ en ‘Ugly Belgian Houses’, viert straks zijn eerste Vaderdag als papa van twee. Drie maanden geleden kwam de kleine Alma Coco, een schat van een dochter, na een tweede jarenlange adoptieprocedure in hun leven. “Mensen zeggen soms hoeveel geluk onze kinderen met ons als ouders hebben. Maar eigenlijk is het omgekeerd: wij zijn gezegend met hen. Het zijn Deborah en ik die met ons gat in de boter vielen.”

Wie is Hannes Coudenys?

Hannes Coudenys (39) groeide op in Veldegem en woont vandaag met zijn vrouw Deborah Debaere (35) en hun twee kinderen Rae Morris (6) en Alma Coco (3 maanden) in Kortrijk. Hij runt met Hurae een eigen creatief bureau, onder meer bekend van het Instagrammuseum Smile Safari . Je kan Hannes ook kennen van Ugly Belgian Houses – de Instagramaccount, het fotoboek en de rubriek in het Eén-programma Iedereen Beroemd of van Hannes Vlogt op YouTube. Deborah heeft met Creacopy en Kopie Koffie twee grafische bureaus en copycenters in Kortrijk.


De wolken buiten mogen dan wel grijs, koud en nat ogen, binnen in het appartement van Hannes Coudenys (39) en Deborah Debaere (35) voel je je altijd warm en welkom. Terwijl Rae Morris, 6 intussen, zich samen met zijn mama over leesoefeningen van het eerste leerjaar buigt, ligt de kleine Alma Coco nog te soezen in haar kinderbedje. Drie maanden is ze, geboren op 4 maart. “Een droombaby”, glimlacht Hannes terwijl hij haar rechterhandje van haar slapend gezichtje wegveegt. “En dat zeg ik niet omdat het ons kindje is.”

Vijf jaar nadat Rae Morris in hun leven kwam, is het gezin van Hannes en Deborah opnieuw een tikje groter geworden. Rae was toen een peuter van anderhalf en woonde in het West-Afrikaanse Guinee. Alma Coco was net geboren in een Belgisch ziekenhuis toen het verlossende telefoontje kwam. “Hoelang we op voorhand wisten dat we een dochter zouden krijgen? Letterlijk twee dagen, hé schat”, kijkt Hannes naar Deborah. “Wij wisten op voorhand niets over wie of waar, maar dat gaat eigenlijk altijd zo bij adoptie.”

“Bij Rae zat er drie maanden tussen het berichtje en de eerste foto krijgen en het moment dat je hem voor het eerst ontmoet, vooral om alle papierwerk te regelen. Geloof me, die periode is verschrikkelijk. Uit die foto kan je niets opmaken. Is hij vrolijk? Hoe klinkt zijn stem? Hoe glinsteren zijn ogen? Wéken zit je daar naar uit te kijken. Naar te verlangen.”

Hoe komt het plotse bericht ‘jullie krijgen een dochtertje’ binnen?

“Je weet dat je ergens op een wachtlijst staat en je weet dat je nummer altijd maar zakt, maar wij dachten dat het pas voor oktober zou zijn. Ineens schoof het nogal snel op, waardoor we totaal nog niet voorbereid waren. (lacht) De kinderkamer was klaar, maar die heb je helemaal niet nodig voor zo’n baby’tje. Met een vierkante meter voor een bedje, wat minikleertjes, genoeg eten en een MaxiCosi kom je er wel. Ik zie ons diezelfde dag nog halsoverkop naar DreamBaby rijden om allerlei spulletjes snel-snel te kopen. De rest van de dag… Tja, dat is spannend, hé. Je zit constant te denken aan morgen . En als die morgen er dan is, dan moet je nóg wachten tot in de namiddag. Je probeert je gedachten te verzetten, maar dat lukt amper natuurlijk.”

Jullie gingen Alma Coco halen in het ziekenhuis waar ze geboren is.

“Deborah is daar een nachtje mogen blijven om ondersteuning te krijgen van de verpleging, net zoals een mama die pas bevallen is ook nog wat wordt begeleid. Dat was goed, om alles te leren kennen. Om de eerste spanning en ontlading te laten bezinken ook.”

Ontmoet je daar dan ook de biologische mama?

“Neen, dat niet. Wij hadden dat graag gewild, maar dat lukt niet altijd. Zij kan daar helemaal zelf in beslissen. Er zijn honderdduizenden redenen waarom een moeder haar kindje afstaat en ik merk dat daar veel negativiteit rond hangt. Als je een beetje in de adoptiewereld zit, dan weet je dat veel redenen heel valabel zijn. Dat je daar begrip voor moet leren opbrengen. En dat het vooral ook een daad van liefde is, van de moeder naar het kind toe. Ze doet dat omdat dat volgens haar het beste voor dat kindje is.”

Adoptie maakt voor die kindjes en die mama’s hét verschil.

“Ja, absoluut. Die moeders worden door het adoptiehuis trouwens heel intens begeleid. Elk jaar zijn er in België zo’n 90 vrouwen die zich aanmelden om hun kind af te staan, maar uiteindelijk zijn er een 20-tal die er effectief mee doorgaan. Het streven is altijd om moeder en kind samen te houden en manieren te zoeken om het toch mogelijk te maken. Maar als het echt niet lukt, is er zoiets moois als adoptie.”

“Mensen zeggen ons vaak dat Rae en Alma zoveel geluk hebben met Deborah en ik als hun ouders. Ze bedoelen dat als compliment naar ons toe, en dat vind ik ook wel leuk, maar eigenlijk is het omgekeerd. Wij moeten dankbaar zijn, wij zijn gezegend met twee zulke prachtige kinderen. Het zijn Deborah en ik die met ons gat in de boter vielen.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Hebben jullie veel informatie over hun biologische achtergrond?

“De beweegreden van de mama kennen wij bijvoorbeeld niet, neen. We hebben van Alma Coco een klein beetje achtergrond, maar niet heel veel. Zij zal eenmaal ze twaalf jaar is contact kunnen opnemen met de adoptiedienst met alle vragen die ze heeft. Dat die informatie er is, vinden we belangrijk. Dat is een voordeel van binnenlandse adoptie.”

“Van Rae weten wij héél weinig en dat is wel jammer. Hij stelt er nu al vragen over. Iets kleins is bijvoorbeeld hoe groot zijn mama en papa waren? Wij kunnen hem dat niet vertellen. Rae zal niet makkelijk kunnen weten wat hij van hen meekreeg. Maar we zullen hem uiteraard steunen in die zoektocht, mocht hij dat willen.”

Hoe zijn de eerste drie maanden met twee kindjes geweest?

“Heel goed en heel bijzonder ook. Die eerste twee maanden bij binnenlandse adoptie is er een soort van bedenktijd voor de mama. Dat is wettelijk vastgelegd, en het is goed dat dat bestaat, vind ik. Ofwel gaat een adoptiekindje de eerste maanden in pleegzorg, ofwel komt het meteen bij het adoptiegezin terecht. Wij kozen bewust voor die tweede risicovolle optie , net omdat we die eerste maanden zo belangrijk vinden.”

“Waren we er bang voor of hadden we daar last van? De eerste weken voelt dat ambetant, maar je hebt zo snel een band met het kindje dat je dat eigenlijk snel vergeet. Mocht het toch weer weg moeten, dan troost je je met de gedachte dat je iéts hebt bijgedragen aan haar leven. Alhoewel, dat zeg ik nu achteraf natuurlijk.” (lacht luid)

Jullie hebben de komst van Alma Coco dan bewust ook vrij stil gehouden.

“Ik vond dat ergens fijn om het nog wat geheim te houden. Ik kon daarvan genieten. We hebben het uiteraard gedeeld met onze ouders en dichtste familie en vrienden. En met de mensen die ons plots met vier op straat zagen. (lacht) Het is wel grappig om te zien hoe koppels in je omgeving of op sociale media de geboorte van hun kindje van de daken schreeuwen. Ergens wil je zelf ook niets liever. Het moment dat wij dat ook konden doen, was uiteraard heel mooi.”

Veel mensen wisten dat jullie al enkele jaren in die tweede adoptieprocedure zaten. Komen daar niet voortdurend vragen over?

“Dat gebeurt, ja. Bij het eerste kindje vond ik dat moeilijker omdat je zelf lastig bent van verlangen. Bij het tweede ben je veel meer op je gemak. We staan op de wachtlijst , zeg je dan. We zullen zien, hé .”

“Die procedure, bijna helemaal opnieuw zoals bij Rae, hoort erbij natuurlijk. Ze checken opnieuw of wij geschikte ouders zijn, of dit een goede omgeving is voor een baby, enzovoort. Finaal kom je dan weer op een wachtlijst te staan. Hoelang? In totaal heeft het van ons vijf jaar geduurd. We zijn meteen begonnen nadat Rae er was.”

Is jullie gezin nu compleet?

“We hadden altijd graag drie kinderen gewild. Ik hou van grote gezinnen, misschien omdat ik dat thuis ook heb mogen meemaken. Maar ik twijfel een beetje… Als je nog eens vijf, zes jaar moet wachten, dan ben ik bijna 45 jaar. Dat is nog altijd ça va , hé. Maar ik merk nu als ik met Alma naar de crèche ga… Het scheelt toch snel tien, vijftien jaar. En ook bij de ouders van Rae’s klasgenootjes ben ik de oudste.” (lacht)

Hoe is het voor Rae, om nu plots een klein zusje te hebben?

“Hij doet het fantastisch. Hij is vooral supertrots. Hij wist dat er een kindje kwam, maar het was niet evident om hem daarop voor te bereiden.”

Hannes richt zich tot Rae, die de leesoefeningen intussen inruilde voor de iPad: “Vind je het leuk dat je nu een zusje hebt?”

“Ja, superleuk”, roept hij, zonder op te kijken van zijn scherm.

“Rae is heel beschermend ook. Als ze aan het wenen is, hangt hij als eerste rond haar bedje en zegt hij dat ze waarschijnlijk honger heeft. (glimlacht ) Ik ben benieuwd hoe het zal zijn als Alma hier begint rond te lopen. Rae is bijna 7, hij zal alles veel bewuster meemaken.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Hoe kijk je terug op de pogingen om zelf zwanger te worden, nog voor adoptie?

“Adoptie lag voor Deborah en mij altijd al op tafel. Maar in de periode dat we ivf deden, werd het voor ons wel echter. Wij waren nog niet op het eindpunt van ivf, maar we zijn bewust gestopt na drie terugplaatsingen omdat het mentaal te slopend was. Het was te zwaar gewoon. Wij zijn toen samen vol voor adoptie gegaan, en eerlijk gezegd: we zouden het niet anders gewild hebben. Ik zei het al: we zijn zo gezegend met Rae en Alma. Er is niets in me die het anders zou willen.”

“Biologisch zwanger worden, is nog altijd een optie. Er is nooit een aanwijsbare oorzaak gevonden waarom het toen niet lukte. Maar we willen het niet. We voelen die drang niet meer voor een biologisch kind.”

Is het toeval dat ook Alma Coco een donkere huidskleur heeft?

“Ja, heel toevallig. (glimlacht) Maar ik ben er wel blij om. Wij kennen veel adoptiegezinnen met kindjes met een witte huidskleur en kindjes met een andere huidskleur. Zij krijgen vaak opmerkingen als: zijn dat dan jullie eigen kindjes? Dat is goed bedoeld, uiteraard, maar voor die ouders én die kindjes kan dat vervelend zijn. Dat kan aankomen. Zeker als het al de 150ste keer is dat je zo’n vraag krijgt.”

Hebben jullie vlot leren omgaan met die vele vragen rond adoptie en rond jullie kinderen?

“Ja, dat wel. Wij zijn daar zelf ook heel open in. Ik zeg het: de meeste mensen zijn goed van inborst en bedoelen het goed. Het is vaak uit een soort van onwetendheid. Hetzelfde met de discussie over kleur. Kijk naar het logo van het café Peanuts Republic in Kortrijk recent (het café gebruikte een afbeelding van een stereotiepe zwarte jongen in piccolokostuum en zorgde zo voor discussie, red.) . Toen ik dat zag, dacht ik: Allez Paul, waarom toch? Ik snap wel dat als je als witte man nog nooit van je leven wakker hebt moeten liggen over de kleur van je huid, je in zo’n afbeelding geen kwaad ziet. Maar het is dom, hé. Die beeldvorming is waanzinnig racistisch.”

Is het vooral een kwestie van onwetendheid?

“Voor mij is dat heel eenvoudig om te snappen en te zien dat dat allesbehalve oké is. En dat is niet omdat ik twee zwarte kindjes heb, absoluut niet. Ik vind het heel ambetant dat zoveel mensen altijd maar traditie en nostalgie inroepen als excuus. Terwijl je toch niet blind kan zijn voor de fouten uit het verleden? Terwijl het toch niet erg is om te evolueren, te veranderen, te verbeteren? (zucht even) Het eigenbehoud zit er toch erg hard ingebakken. Instinctief zijn velen zo conservatief, ergens uit angst voor het onbekende. Terwijl je openstellen zo verrijkend kan zijn. Alleen vraagt dat een zekere inspanning. Tja… Het is een dovemansdiscussie, vrees ik.”

Voel je dat zo aan?

“Ja, jammer genoeg wel. Er zijn veel mensen die het niet zien, die het niet snappen. En er zijn er nog meer die stil blijven. Ik vind dat je gewoon je mond moet opendoen. Veel mensen gebruiken het n-woord en andere denigrerende termen als iets heel normaals, iets doorloops. Sommigen gebruiken het bewust met een zeer negatieve klank, anderen denken dat het nog kan. Maar eigenlijk moeten we dat woord gewoon bannen.”

“Ik probeer daar steeds tegenin te gaan. Dat is niet altijd gemakkelijk. Niet omdat je niet durft, maar omdat je niet altijd die discussie met een vent van 75 bijvoorbeeld wil aangaan. Eigenlijk moet je er altijd op spreken. Het is maar een kleintje uiteindelijk.”

Is Rae Morris zich bewust van zijn witte omgeving?

“Dat begint wel. Kortrijk is al lang niet meer wit-wit natuurlijk, maar in de klas van Rae zitten maar drie kindjes van kleur. Hij stelt soms vragen, maar hij heeft er nog geen last van. Hij wordt voorlopig nog aanzien als schattig natuurlijk. Hij is nog geen 16, hé, ziet er nog niet ‘ bedreigend’ uit. In die zin hou ik soms mijn hart vast voor wat komt.”

“Wij gaan heel graag naar Amerika op reis. Of zelfs maar gewoon naar Brussel, omdat je daar veel meer die diversiteit ziet. Ik weet het niet, we voelen ons daar meer op ons gemak. Meer blended in , bedoel ik.”

Hoe kijk je naar negatieve reacties op adoptie, vooral buitenlandse dan?

“We werden er zelf nog niet echt mee geconfronteerd. Maar je leest natuurlijk verhalen of meningen van mensen van kleur over wat er allemaal fout is gelopen met adoptie in Afrika. Sommigen misstanden zijn nog vrij recent, hé. Er zijn kinderen letterlijk gestolen bij Congolese of Rwandese ouders bijvoorbeeld. Natuurlijk is dat heel pijnlijk. Ik snap die pijn.”

“Je weet via de adoptiedienst uiteraard dat dat bij jou niet het geval was. Wij waren voor Rae de aller-aller-allerlaatste optie. In het land van herkomst was er geen andere mogelijkheid meer. We zouden trouwens dezelfde commentaren kunnen krijgen over Alma, terwijl zij gewoon hier is geboren. Soms oordelen mensen veel te snel. Het is altijd beter om even te wachten. Alles is nuance, niets is zwart-wit.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Is papa worden iets wat je altijd in je voelde?

No question about it . Absoluut. Ik wilde altijd papa zijn. Ik weet hoe waardevol het is om alles in een gezin te kunnen delen, net omdat ik zelf dat geluk heb gehad. Ik heb De Planckaerts nooit echt gevolgd, maar ik herken onze familie er wel in: een heerlijke hutsepot, elk met zijn eigen ding en toch niet zonder elkaar kunnen. Ik ben ook heel open, met een brede kijk opgevoed. Als er één iets is wat ik mijn kinderen wil meegeven, is dat het: een zo breed mogelijke blik op je eigen leven, je dichte omgeving en de hele wereld. Zonder oogkleppen op.”

Hoe kijk je naar Vaderdag?

“Ik vind dat iets moois, maar op Vaderdag gaat de energie vooral naar mijn eigen vader Chris. Die band is met ouder worden enkel maar sterker geworden. Ik ben daar zeker dankbaar voor.”

Om af te sluiten: je hebt de kaart van Afrika al op je arm getatoeëerd, een verwijzing naar Rae. Komt er ook eentje voor Alma?

(lacht luid) “Ik heb er al één! Op mijn arm heb ik 36 staan, het nummer dat we kregen op de wachtlijst voor de adoptie. Er zal zeker nog eentje volgen: haar naam komt onder die van Rae Morris op mijn borstkas. Altijd en overal draag ik hen met me mee.”