Gwen Sierens brengt Roeselare aan het fitnessen

Gwen Sierens: "Ik heb de indruk dat de rijpere generatie in Roeselare vriendelijker en opener is dan de jongere." © Stefaan Beel
Peter Soete

Haar familienaam doet bij heel veel Roeselarenaars onmiddellijk een belletje rinkelen. Maar Gwen Sierens is best zelf al een bekende Roeselarenaar. Iedereen die ooit fitness- of zumbalessen heeft gevolgd, had een grote kans om les te krijgen van de 45-jarige Gwen.

Officieel is het Gwendoline, maar je hoort liever Gwen?

Gwen Sierens: “Zeker. Mijn papa was een grote fan van Julio Iglesias en één van zijn eerste liedjes was ‘Gwendoline’. Vandaar mijn voornaam. Maar in de loop der jaren is de ‘-doline’ eraf gevallen. Gwen klinkt moderner.”

Je komt uit een bekende familie?

“De familie Sierens is inderdaad geen onbekende familie in Roeselare. Mijn papa Ronny was profvoetballer bij Cercle Brugge en later postbode. Hij is nu 72 jaar maar gaat nog iedere dag lopen. Hij loopt dan op zijn gemak tien kilometers. Ferm toch voor iemand van die leeftijd. Nonkel Jemmy is natuurlijk de bekendste persoon in de familie. Hij heeft een grote mond maar een klein en gouden hart. En hij is voor niets bang. Hij was het toch die een brandend huis binnenliep om een kleine te redden, hé?”

“En zijn zoon Jurgen is lange tijd doelman geweest bij KSV Roeselare en baat nu het Prinsenhof uit.”

Was je zelf een sportief meisje?

“Mijn papa voetbalde en ik ging altijd kijken. Mijn mama Ingrid Vannieuwenhuyse begon op een bepaald ogenblik te lopen bij de Sterrebosjoggers en korte tijd later nam ze deel aan crossen en stratenlopen. En ik begon ook mee te doen. Ik liep mijn allereerste cross toen ik zeven jaar was. Ik verloor mijn schoen in de modder en moest teruglopen om ze op te rapen. Mama eindigde als zesde en ik als zevende. Ik begon te trainen en was vertrokken in het loopwereldje. Toen ik begon te puberen, hield ik me meer met andere zaken bezig dan met trainen en op een dag zei mama mij: ‘je bent aan het vervetten‘ . Dat was echt typisch mama, een flapuit maar onmiddellijk de nagel op de kop (lacht).”

En je begon opnieuw te trainen?

“Ja, het competitiebeestje kwam boven in mij. Ik wilde op het schavotje staan en niet veel later was dat niet meer genoeg; ik wilde beter doen dan een derde plek en uiteindelijk wilde ik winnen. Mama was ook zo. Het was haar grote droom om ooit eens te winnen in Wervik. Wel, het is haar ook gelukt. Ik heb die beker nog steeds en zal die altijd bewaren.”

Zo kwam je ook in contact met de fitnesswereld?

“Ik begon bij te trainen in een fitnesscentrum. Dat was Aerofit in de vroegere Grand Bazar in de Zuidstraat. Nadat ik enkele lessen had gevolgd bij eigenares Sofie vroeg die mij of ik geen zin had om een cursus tot lesgever te volgen in Brugge. Ik heb dat gedaan en op mijn 21was ik één van de jongste lesgevers van de streek.”

En zo ging de bal aan het rollen?

“Ik heb drie à vier jaar les gegeven bij Aerofit tot deze club de deuren sloot. Dan kon ik aan de slag bij Windy Goethals in de Fitness. Daar ben ik bijna achttien jaar gebleven en heb dan de overstap gemaakt naar Sportoase. En na anderhalf jaar Sportoase ben ik net gestart bij Hypnosis. Ik heb in mijn lesgeversleven al van alles gegeven: zumba, pilates, aquafit, stepaerobic, bootcamp, buik-borsten-billen, noem het en ik heb het gedaan.”

Jij geeft je voluit in je lessen?

“Altijd. Ik probeer steeds superactief en begeesterend te zijn in mijn lessen. Ik heb zeker geen kuren of streken maar ik wil wel dat de mensen mij herinneren en graag komen. Ik zoek een klik met mijn sporters en zie hen zeker niet als ‘betalend lid’. Ik ben hard in mijn lessen en de oefeningen moeten juist zijn maar ik probeer de mensen ook zelfvertrouwen te geven. Wie sport, kan veel meer dan hij of zij denkt. Ik heb al mensen die meer dan tien jaar lessen volgen bij mij. Ook nu maken er sporters de overstap naar Hypnosis met mij. Dat geeft een goed gevoel, ja, ik moet daar niet flauw over doen.”

En zeggen dat dit nog niet je hoofdberoep is?

“Ik ben zorgkundige in woonzorgcentrum Westerlinde en doe dat ook supergraag. Zorgen voor mensen die niet meer zo mobiel zijn, die vaak nood hebben aan een babbel en dikwijls uitkijken naar bezoek. Ik probeer echt goed voor hen te zorgen.”

Gwendoline Sierens
Gwendoline Sierens© Stefaan Beel

Je dagen zijn dus druk gevuld?

“Op een normale dag sta ik om zes uur op en maak de frigobox klaar voor Karim en zet zijn kom cornflakes klaar. Karim vertrekt om zeven uur naar zijn werk en dan geef ik onze vier katten, drie honden en zeven konijnen eten vooraleer zelf naar mijn werk te vertrekken. Als ik vroeg begin, ben ik om 16.30 uur thuis en geef de dieren opnieuw eten en check ik de sociale media. En vanaf 18 uur begin ik les te geven of doe ik zelf aan crossfit.”

Wat is dat?

“Dat is trainen en sleuren met gewichten. Karim en ik doen dat allebei. Sport is eigenlijk een verslaving voor mij, ik kan geen dag zonder sport. Ik zou zo’n ongeval moeten tegenkomen zoals Marc Herremans, ik word gewoon gek. Ik denk dat ik toch aan een weekgemiddelde van veertien uren sport kom.”

Van sporten alleen val je toch niet af?

“Sporten moet je in de eerste plaats doen voor het amusement. Kilo’s verliezen enkel en alleen door te sporten, is moeilijk als je er geen gezonde voeding op nahoudt. Ik moet eerlijk toegeven dat de keuken van Sandra Bekkari ook niet aan mij besteed is. Ik ben wel vegetariër vanaf mijn veertiende. Ik eet geen vlees, ik rook niet en ik drink geen alcohol. Ik ben dus een ‘saaie seute’ (lacht).”

Tijdens mijn eerste cross verloor ik mijn schoen in de modder en moest teruglopen om ze op te rapen

Zegt de dame die ongegeneerd op het podium van De Spil kroop om met Rob De Nijs te dansen!

“Ik ben een ongelooflijk grote fan van Rob De Nijs en heb hem verschillende keren aan het werk gezien. En ja, hij heeft mij een paar keer op het podium gevraagd om te dansen. We zorgden altijd dat we plaatsen op de eerste drie rijen hadden, we zaten dan goed in het zicht. Ik vind het verschrikkelijk dat men Parkinson vastgesteld heeft bij hem. Zingen en optreden is zijn leven. Die diagnose moet een verschrikkelijke klap zijn voor hem. Natuurlijk ga ik proberen naar zijn afscheidstournee te gaan. Ik hoop dat hij ook naar België komt.”

Zweet jij eigenlijk veel als je sport?

“Onvoorstelbaar veel. En dan heb ik nog de onhebbelijke gewoonte om nu en dan eens te checken als ik niet naar zweet ruik. Mijn sporters hebben daar vaak plezier mee. Ik heb ook altijd zakdoekjes bij me om mijn zweet af te drogen. Ik sport nooit zonder zakdoekjes op strategische plaatsen waar ik snel bij kan.”

Je bent een geboren en getogen Roeselaarse. Wat vind je eigenlijk van deze stad?

“Roeselare is een bloeiende stad geworden en er is altijd iets te beleven. Maar het zou een vriendelijker stad mogen worden. Ik heb de indruk dat de rijpere generatie vriendelijker en opener is dan de jongere. Ik ervaar dat dikwijls. Welke jongeren staan nog recht op de bus voor een oudere heer of dame? Wie wenst een andere persoon nog een goeiedag op straat. Zelfs in de wachtzaal van de dokter gebeurt het. Oudere mensen komen binnen, zeggen goeiedag en kijken om een praatje te maken met wie dat wil. Jongere mensen komen binnen, zeggen meestal niets en zitten op hun smartphone te tokkelen. Om toch vooral maar met niemand te moeten praten. Indien mijn mama zou kunnen terugkeren, zou ze onmiddellijk zeggen: wat is dat hier!”

Je mama Ingrid is op 52-jarige leeftijd gestorven?

“Ja, ze is om het leven gekomen onder een vrachtwagen. En ze heeft ons zelf ontelbare keren gewaarschuwd dat we moesten opletten van grote camions. En dan sterft ze er zelf door. Ik mis mama nog iedere dag (stil) … ik kan dat niet uitleggen, wij waren zo close. En anderhalf jaar later stapt mijn broer uit het leven. Dat was een verschrikkelijke periode in mijn leven: de dood van mama en mijn broer.”

Waar staat Gwen Sierens binnen tien jaar?

“Ik hoop dat ik dan nog steeds kan sporten en lessen geven. Maar ik hoop ook om in de zorgsector te blijven werken tot aan mijn pensioen. Ik zou de warmmenselijkheid van die mensen missen en ik denk dat zij mij ook een beetje zouden missen. Maar echt weten wat ik op 55-jarige leeftijd zal doen, kan ik niet zeggen. Ik heb geen glazen bol, hé? En dat is misschien maar best ook zo.”

Tips van Gwen

Lekker eten

“Oei, oei, oei. Hier kan ik kort over zijn: in 2019 zijn Karim en ik nooit op restaurant geweest, echt waar. We doen dat niet graag. Ik mag het niet gedroomd hebben dat ik twee uur of langer aan tafel moet zitten. Ik haal soms eens Chinees of frietjes en we zouden ook eens een pizza bij Domino bestellen, maar daar stoppen onze culinaire activiteiten ook (lacht).”

“Karim en ik zijn gewoon graag thuis. Samen in de zetel televisie kijken en uitrusten na een drukke week: zalig! Thuis maak ik ook doodgewone kost. Ja, de keuken van Jeroen Meus, dat is mijn favoriet. En er mag zeker boter in mijn eten zitten. Van boter verdik je niet, hé. Het zijn de suikers die schadelijk zijn en blijven hangen.”

Leuk shoppen

“Verdorie, nog zo één. Wij kopen bijna alles online: van kledij over een televisietoestel tot de dierenvoeding. Ik hou echt niet van shoppen in het centrum: aanschuiven in al die drukte, kijken, passen, opnieuw passen, pfff, ik vind dat tsjoolen. De enige fysieke winkels waar we vaak komen, zijn de Applewinkel Lab9 in de Ooststraat en de ‘rode’ Delhaize. Ik ben een absolute fan van Delhaize. Het enige vervelende is dat ze soms hun producten op een andere plaats zetten. Voor een autistisch persoon als mezelf, is dat een echte ramp. Dus Delhaize, niet meer doen (lacht)!”

Op reis

“Ik ga nooit op reis, zelfs geen weekend. Voor Karim moet het een ramp zijn als we samen op stap gaan. Ik word onmiddellijk wagenziek en zit voortdurend te prutsen aan de verwarming of de afkoeling. Bovendien heb ik ook een groot Hyacinth Bucket-gehalte. Ik zeg voortdurend: ‘het zal op rood springen’, ‘hier mag je maar 50’ of ‘ga je niet remmen?’. Ik kan autorijden maar doe het dus niet graag. Ik moest eens carnavalkledij ophalen in Menen en ik ben er met de fiets naartoe gereden. Toen ik daar arriveerde, hing een briefje aan de deur ‘uitzonderlijk gesloten wegens overlijden’. Echt waar.”

Mooie plekjes

“Mijn huis, Park Rodenbach waar ik mijn eerste communie heb gedaan en de omgeving van De Zilten waar ik graag train.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier