Guido en Franky terug na tocht naar Compostela: “Mét voeten vol blaren”

Vrienden en familie verrasten Guido Deleu en Franky 'Polke' Olievier na hun tocht van 55 dagen naar Compostela. (Foto SLW)
Redactie KW

Een wandeltocht van West-Vlaanderen naar Santiago de Compostela. Guido Deleu en Franky Olievier presteerden het om die afstand in 55 dagen te overbruggen. Fysiek was het zwaar, maar ze kregen er zoveel voor in de plaats. Een ruige baard, dat ook, maar vooral vele mooie herinneringen. Hun vrienden en familie verrasten het duo bij het thuiskomst.

Op 29 juli vertrokken Franky ‘Polke’ Olievier en Guido Deleu richting Compostela. Daar kwamen ze toe na 2.400 kilometer en 55 dagen. Familie en vrienden stonden hen op te wachten in het atelier van Alex Vanthournout, de werkgever van Polke. Een paar kloven in de voeten, een flinke baard en een pak mooie herinneringen: dat houden ze over aan de tocht. “We hebben ook wel afgezien, vooral de eerste twee weken”, zegt Polke. “Toen kregen we veel asfaltwegen op ons pad en kwamen onze voeten vol blaren te zitten. Noodgedwongen hebben we één dag gerust. Onze begeleiders in Frankrijk, Marleen, Ruth, Carole, Dirk, Carine, Lieve en Filiep, hebben ons zo goed verzorgd dat we geen moment dachten aan opgeven.”

“Het viel allemaal nog wel mee”, kijkt Guido terug. “We hebben ons niet vaak vergist van route. In totaal heeft het amper zes uur geregend tijdens onze wandelingen, waarvan twee uur de allerlaatste dag.”

Desolaat gebied

Op de route was er heel wat natuurschoon te bewonderen. Dat konden de volgers op de blog zien die Guido dagelijks bijhield. “Het allermooiste vond ik de vallei in Sangüesa“, weet Polke. “Eerst liepen we door een oude spoorwegtunnel waarna we door een kloof liepen waar gieren in vlogen. Prachtig! Ook de aanloop naar Spanje, door de Franse Pyreneeën, zal me bijblijven.”

“We staken de grens over op de Col de Somport, op 1.640 meter hoogte. Het uitzicht daar was fenomenaal”, vindt Guido. “Ook de Crus de Fiero is prachtig, daar loop je een heel eind op een bergkam met langs weerszijden machtige valleien. We hebben heel vaak in desolaat gebied gewandeld. Dat maakt het mooi, maar soms ook eentonig. Ik geloof dat we zo’n 1.500 kilometer afgelegd hebben langs stoppelvelden. Onvoorstelbaar hoeveel graan er geteeld wordt in Frankrijk en Spanje.”

Frankrijk en Spanje mogen dan landen zijn waar veel wijn wordt gemaakt, de vrienden hebben vooral water gedronken. Tot acht liter per dag. “We wandelden van waterkraan tot waterkraan. Maar diep in Frankrijk liep het fout“, herinnert Polke zich pijnlijk. “We zagen van ver de waterkraan en goten het nog resterende, lauw geworden water weg. Toen bleek dat er geen druppel uit de kraan kwam.”

Eens je Compostela nadert, vervoegen steeds meer pelgrims zich op de Camino. De slaapplaatsen worden groter en drukker. Dat kan ook tot leuke ontmoetingen leiden. “Even voor Ponferrada logeerden we in een drukke herberg. Toen we onder de dekens wilden kruipen, werd ons dat verhinderd door een vrolijk internationaal gezelschap. Ze stonden erop dat we met hen een glas dronken en onze verhalen vertelden. Zo werd het een gezellige bedoening, met de gasten van wel acht verschillende nationaliteiten.”

Verrassingsfeest

Aan alles komt een eind, voor Guido en Polke was dat eindpunt de kathedraal van Santiago de Compostela. “Het werd tijd”, zegt Guido. “We waren lang genoeg van huis. Ook voor het thuisfront was het tijd dat we terugkwamen. We hebben onze echtgenotes een bloem geschonken met daarbij de tekst ‘Achter elke sterke man staat een sterke vrouw’. We zijn Marleen en Els heel dankbaar dat we dit avontuur mochten beleven.”

Dat familie en vrienden tevreden zijn dat Polke en Guido terug zijn, was te zien op het verrassingsfeest waarmee ze Guido en Polke verrasten. Volgend jaar zal er opnieuw gewandeld worden, maar niet tot in Compostela. “Misschien binnen een jaar of twee, drie“, mijmert Guido.

(Stefaan Lernout)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier