Guga Baul openhartig op de Mercator: “Mijn fantasie is groter dan mijn durf”

© Davy Coghe
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Ongehoord: dat is de naam van de nieuwe show van stemmenimitator Laurent Bailleul, aka Guga Baul. Die wordt ook opgevoerd in het Kursaal. Ongezien: dat is dan weer hoe de Oostendenaar aankomt op de Mercator voor dit gesprek. Putteke winter: korte broek, tennisschoenen, muts en sjaal.

Hij moet er zelf om lachen. “Ik had net de voorstelling van mijn show in het Kursaal en ik ben in dezelfde outfit naar hier gelopen. Kom ik onderweg wel geen leraar van vroeger tegen, zeker? En dan nog meneer Wittevrongel, mijn leraar biologie in het eerste middelbaar. Dat is één van de eerste stemmen die ik imiteerde. Ik had een haat-liefdeverhouding met hem. Ik kon niet verdragen dat hij me steeds weer op mijn plek zette. Daarom begon ik hem imiteren. En daarnet doet hij dat opnieuw, hé. ‘Ga jij heel je leven onnozel doen, moosjen‘, zei hij, ‘of ga je ook nog iets zinnig doen.’ Anderzijds waardeer ik die eerlijkheid wel.” (lacht)

We gaan na de fotoshoot in de hut van de commandant zitten voor het gesprek. Laurent Bailleul is onder de indruk van het schip. “Ik was hier nooit eerder. Raar, hé. De geur valt mij meteen op. Het is alsof je in een bibliotheek staat vol stoffige boeken. Vintage: dat is het juiste woord. Dat fascineert mij.”

Waar zou je naartoe varen, mocht je dit schip in handen krijgen?

(blaast) “Ik zou het spoor van Columbus volgen, denk ik. Naar Amerika. De hippieperiode herbeleven. De sixties. Al weet ik niet of dat mogelijk is. Hollywood zien. Anderzijds moet ik bekennen dat ik zeeziek ben.”

Oei. En dat voor een Oostendenaar.

“Ik weet het. Ik ben van de zee, ik hou van de zee, maar ik ga niet graag op zee. Ik heb al een raar gevoel op dít schip. Dit ligt toch niet recht op het water? De kans is groot dat ik seffens even ga spugen. (lacht) Mijn grote droomreis is eigenlijk Amerika doorkruisen met een Volkswagenbusje. Vaste grond voelen.”

Zou jij graag in Hollywood spelen?

“Mijn Engels zal niet genoeg zijn, vrees ik. Maar verder: jawel, ik zou dat machtig vinden. En dan grote stunts uitvoeren. (denkt na) Al is mijn fantasie vaak groter dan mijn reële durf. Ik ben eigenlijk een schieter. Ik zou met grote woorden spreken over surfen hier en daar, maar zet me op een surfplank en ik verga van de schrik. Wellicht heb ik te veel films in het genre van Jaws gezien.” (lacht)

Ik kan gemakkelijk mijn gevoelens uiten. Misschien ben ik atypisch West-Vlaams op dat vlak

Had je ook angst om het kleine Oostende te verlaten voor het grote Antwerpen?

“Toch wel, ja. Dat moet nu acht jaar geleden zijn. Al was dat misschien niet echt angst. Hoe moet ik uitdrukken? Ik ben een jongen van Mariakerke. Dat is mijn thuis daar. Ik ken daar alles. Als je bij je ouders binnenkomt, dan weet je wat in elke kast zit. In Antwerpen doe ik elke dag nieuwe indrukken op. Dat is soms veel voor mij. Ik heb vooral heimwee. In het begin dacht ik daar minder over na. Maar dat is hoe ik ben. Eerst zie ik iets helemaal zitten. (op dreef) Kom, we gaan belletje trek doen. Zálig. Maar plots voel ik mezelf terughoudend worden. Wie zou daar wonen? Zou dat een bullebak zijn? Zou die mijn ouders kennen? (even stil) Zo was het ook toen ik naar Antwerpen verhuisde.”

Je vrouw had al twee kinderen die in Antwerpen hun leven opbouwden. Was je anders wél in Oostende gebleven?

“Jawel, dat ben ik zeker. Maar de situatie is nu eenmaal zo. Het is misschien ook goed dat ik weg ben. Ik zou in Oostende te veel op mijn lauweren rusten. Antwerpen dwingt mij om creatief te zijn. Anderzijds heb ik wel iets gekocht in Oostende. Dat betekent dat we the best of both worlds hebben. Alleen moeten we onze tijd nog beter verdelen.” (lacht)

Wat onthoud jij van je jeugd?

“Vooral goede dingen toch. Het school ging goed, het voetbal ging goed, ik had enkele goede vrienden. Ik genoot veel vrijheid.”

Jij was een mama’s kindje, verneem ik. Is dat zo?

“Dat zal zeker zo zijn, maar zonder daarom verwend te zijn. Mijn mama was heel beschermend. Zij waakte erover dat ik niet te ver uitvloog. Of dat ik niet te vaak met mijn kop in zee belandde. Was dat goed? Ja en neen. Dat maakte dat mijn jeugd heel veilig aanvoelde. Anderzijds was wellicht daarom de overstap van jeugd naar volwassen zijn héél groot voor mij. Té groot.”

Je vader was vaker afwezig. Was dat een gemis?

“Ik moet bekennen: toen minder dan nu. Ik ben nu zelf papa. Ik had graag geweten hoe mijn vader in bepaalde situaties zou gereageerd hebben. Maar dat weet ik niet, want hij was er niet. Ik heb het vader-zijn zelf moeten ontdekken. (even stil) Mijn pa was een Fransman. Hij trok graag terug naar zijn roots. Dat is dan weer wel herkenbaar voor mij.”

Wie is Laurent ‘Guga’ Bailleul?

Privé

Geboren op 3 april 1986 in Oostende. Zoon van Jacques Bailleul en Nadine Devos. Groeide op in Mariakerke. Volgde lagere school in Stene en daarna middelbaar aan het Koninklijk Atheneum Pegagus. Studeerde communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent. Woont in Antwerpen met zijn vrouw Tine Embrechts. Vader van Gaston (4) en Maurice (2).

Loopbaan

Acteur. Imitator. Zanger. Bekend van Tegen De Sterren Op. Bracht dit jaar een eerste album uit, Ongehoord, bovendien de titel van zijn nieuwe zaalshow.Is ondervoorzitter van VC Vamos Zandvoorde en ambassadeur van KV Oostende.

Wat wou jij worden als kind?

Dokteur: dat was mijn eerste droom. Maar dat was geen hartenkreet. Dat was vooral ingegeven door mijn goede punten op school. Ik heb dat snel losgelaten. Eenmaal in het middelbaar wou ik doen wat ik vandaag doe. Het podium bespringen. Humor maken. Mensen entertainen met zinnige en minder zinnige dingen. Ik was gek van Schalkse Ruiters. Dát wou ik ook doen. (even stil) Ik mag mezelf gelukkig prijzen dat ik uiteindelijk ben geworden wat ik wou worden. Ik heb een zalige job. Elke dag een nieuwe uitdaging. Dat voelt nooit aan als werken. Het probleem is vaak dat mijn agenda zó volstaat, dat ik te weinig kan genieten. Dat was ook vandaag weer het geval.”

Waarom ben je eerst leraar geworden? Was dat plan B?

“Je zou dat zo kunnen zien, ja. Ik heb twee jaar lesgegeven: Nederlands en Frans aan het atheneum in Stene. Ik deed wel graag, hoor. Maar ik had te weinig tijd om mij grondig voor te bereiden. Ik werd er als het ware in gesmeten. Een zwangerschap en ik kon beginnen. Toen ik de kans kreeg voor televisie te werken, Tegen De Sterren Op, ben ik gestopt.”

Zou je opnieuw voor de klas gaan staan mocht morgen niemand meer komen kijken naar Guga Baul?

“Alleszins niet meteen. Ik zou eerst even ferm moeten slikken, denk ik. Maar wie weet, na enkele maanden. Misschien wel, ja. Al zou ik ook iets overwegen in de richting van coaching. Dat kan mentaal of fysiek zijn. Dat spreekt me ook aan.”

Was je grote droom niet om profvoetballer te worden?

“Neen. Ik kon wel sjotten. Ik had balgevoel. Enfin, dat zeiden mijn trainers toch. (lacht) Maar ik hield ook van tennis. Ik kon nooit kiezen tussen die twee. Dan kun je geen prof worden. Ik voetbal nog altijd. Élke vrijdagavond op De Schorre, met een Oostendse veteranenploeg. Tenzij ik dat weekend moet optreden. Dan lukt het niet.”

Guga Baul openhartig op de Mercator:
© Davy Coghe

Voor je nieuwe show ga je bekende zangers imiteren met zelfgeschreven nummers. Waar haal je de mosterd?

“Ik denk niet dat iemand dat al ooit voorgedaan heeft. Ik maak dus mijn eigen mosterd. (lacht) Ik wou innovatief zijn. Enerzijds iets nieuws doen, iets van mezelf in die muziek stoppen, maar anderzijds toch herkenbaar blijven voor het publiek en dus bekende artiesten imiteren.”

Je graaft voor die nummers in je eigen leven. Is dat moeilijk voor iemand die altijd anderen nadoet?

“Neen, toch niet. Of toch niet voor mij. Ik ben op dat vlak misschien atypisch West-Vlaams. Ik kan makkelijk mijn gevoelens uiten. De grote moeilijkheid zat erin mijn gevoelens neer te schrijven alsof ze door die artiesten neergeschreven zijn. Je kan Stef Bos geen woorden van Bart Peeters in de mond leggen.”

Mensen die humor én diepgang combineren: dat zijn de boeiendste mensen

Jij kan makkelijk je gevoelens uiten, zeg je. Heb je dat van thuis?

“Neen, dat denk ik niet. Thuis werd niet over gevoelens gepraat, en al zeker niet met mijn vader erbij. Dat is ook logisch. Die man is intussen 75 jaar. Dat is een verschil van twee generaties. Hij is in een ander tijdperk groot geworden. Vandaag is het niet raar om je gevoelens bloot te geven. Ik heb dat geleerd door boeken te lezen. Ik hou van psychologische boeken. Een voorbeeld? ‘Mannen komen van Mars, Vrouwen komen van Venus’ van John Gray. Heel interessant. Er is nu een nieuwe versie van. Ik heb door dit boek veel geleerd over de gelijkenissen en verschillen tussen mannen en vrouwen.”

Een laatste vraag. Wie zou je meenemen op je lange reis met deze boot?

“Dat is een moeilijke. Ik wil niemand voor het hoofd stoten. Mijn gezin, dat zeker. Ik zou niet alleen op reis gaan. Verder zou ik mensen meenemen die humor én diepgang combineren. Dat zijn de boeiendste mensen. Maar ik ga geen namen noemen.” (lacht)

Meer info over zijn show die op 8 februari plaatsvindt in Oostende via studioguga.be.