Grotere financiële steun voor Blankenbergse carnavalisten die géén loods van stad nodig hebben

Redactie KW

Voor de carnavalsverenigingen is er al lange tijd onzekerheid over het gebruik van een loods van de stad.


Het stadsbestuur van Blankenberge stelt momenteel twee locaties ter beschikking aan de bouwers van praalwagens voor de carnavalstoet : de loods D’Hoogploate en de loods op het gromabel-terrein. Die laatste loods zal echter worden afgebroken in het kader van het stationsproject.

Het stadsbestuur tracht al een paar jaar een oplossing voor dit probleem te vinden. Ook de zoektocht naar een nieuwe locatie door de vorige schepen van carnaval leverde niets op. Toch stopt het stadsbestuur niet met zoeken. Vandaar dat kersvers schepen van carnaval, Daphné Dumery, vindt dat wagenbouwers rechtszekerheid verdienen.

Reglement aanpassen

De schepen stelt daarom voor om het reglement aan te passen. Dat zou bepalen dat wie een beroep doet op een door de stad ter beschikking gestelde loods, zoals voorheen forfaitair 800 euro krijgt per wagen (inclusief gebruik loods, verzekering, energiekosten, verlichting e.a). Een wagenbouwer die géén beroep doet op een dergelijke loods, zou een forfaitair bedrag van 2.300 euro per wagen kunnen krijgen. Zo worden de wagenbouwers beloond die zélf een oplossing vinden, alleen of met enkelen andere bouwers samen.

“De bouwers weten dus waar ze staan, en vooral dat eigen initiatief en verantwoordelijkheid beloond wordt”, concludeert Daphné Dumery. “2.300 euro is niet min, maar de carnavalstoet is té belangrijk, daar moeten blijvend in geïnvesteerd worden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier