‘Grenzeloze Spoorwegen’ duikt in Kortrijkse spoorweggeschiedenis: “Station is schoolvoorbeeld van wederopbouw na WO II”

Nicole Pannier aan het station van Kortrijk. © EDB
Els Deleu
Els Deleu Medewerker KW

Het Vlaams-Nederlands tijdschrift voor industriecultuur heeft een speciaal themanummer ‘Grenzeloze Spoorwegen’ uit. In dat themanummer vind je verschillende bijdrages van Zuid-West-Vlaamse auteurs. Eén artikel gaat over de eerste treinverbinding tussen Parijs en Brussel in 1846. Die eerste stoomtrein reed via Rijsel en Kortrijk en werd in beide steden feestelijk verwelkomd. In een andere bijdrage wordt gepleit voor het behoud en de renovatie van het station.

Het themanummer sluit het Europees Jaar van het Spoor 2021 af en bevat enkele interessante Kortrijkse bijdragen, onder meer van de hand van Adriaan Linters (71). Adriaan werkte drie jaar bij Monumentenzorg en zes jaar rond industrieel erfgoed in de provincie Limburg. Daarna begon hij les te geven aan architecten in Sint-Lucas in Gent. Hij werkte ook nog bij Patrimoine et Tourisme aan de Université d’Artois in Arras. Toen zijn echtgenote Claudine les gaf in ‘t Fort kwam hij in het Kortrijkse wonen, eerst in Bissegem en nu in Kortrijk.

Over de grens

Adriaan blikt terug op de eerste treinverbinding die 175 jaar geleden tot stand kwam tussen Brussel en Parijs. Dit was de aanleiding voor de Europese Commissie om 2021 uit te roepen tot Jaar van het Spoor. De verbinding kwam – vooral in Frankrijk – moeilijk tot stand, tot de Rothschilds er zich mee gingen bemoeien. De eerste stoomtrein reed via Rijsel en Kortrijk en werd in beide steden feestelijk verwelkomd. “Weinigen in Kortrijk zijn zich er eigenlijk van bewust dat de eerste lijn Parijs-Brussel via Kortrijk en Rijsel liep. Dat was in 1846. Nadat we onafhankelijk waren geworden, werd een nieuw verkeerssysteem uitgebouwd. Voordien gebeurde alles via het water, via Nederlandse havens. Naar het voorbeeld van de ‘railway’ in Engeland werden treinverbindingen tussen steden gemaakt in België. In 1843 raakten we van Kortrijk tot in Roubaix. Dat was de eerste keer dat de trein over de grens liep.”

In het themanummer staat ook een bijdrage van Kortrijkzanen Nicole Pannier en Hannes Pieters over het station van Kortrijk. “Wij zijn ervan overtuigd dat het huidige gebouw aan renovatie toe is. Ons hart bloedt als dat gebouw gesloopt zou worden”, zegt Nicole. “Het is een van de weinige wederopbouwstations van na de Tweede Wereldoorlog in België en alleen daarom al zou het behouden moeten worden.”

Nicole en Hannes zijn lid van de Adviesraad voor Bouwkundig Erfgoed in Kortrijk (ABEKO). “Wij hebben een erg goede samenwerking met de dienst Bouwen en de schepenen, bevoegd voor erfgoed in Kortrijk. We zijn echter maar opgericht in 2015, nadat het masterplan met daarin de sloop van het station goedgekeurd werd in het college. Niemand was er eigenlijk van op de hoogte dat het gebouw een cultuurhistorische waarde had, ook niet bij Infrabel.” In dat masterplan zou het gebouw gesloopt worden en werd er volgens Nicole zelfs geen gebouw meer voorzien, maar vooral busbanen. “Alles wat stationsfuncties betreft zou ondergronds komen.”¨

Platgebombardeerd

“Kortrijk werd in 1944 enorm gebombardeerd, en ook het station moest eraan geloven. De stad en de mensen lieten hier echter heel snel en met veel vitaliteit de stad uit het puin herrijzen.Vijf jaar later was er al heel wat heropgebouwd. Ook met het station ging het snel. De Kortrijkse architect Pierre Albert Pauwels werd aangesteld en de officiële inhuldiging van het station vond plaats in 1956”, brengt Nicole in herinnering.

Wij ijveren voor het behoud van het iconische station, met een stevige upgrade van de infrastructuur

“In andere grootsteden werd het stationsgebouw opgewaardeerd en de infrastructuur vernieuwd. We zouden het jammer vinden als dit in Kortrijk niet zou kunnen. Het vreemde punt is dat in de Inventaris van Onroerend Erfgoed in Kortrijk, die bijna twintig jaar geleden opgesteld werd, 1.700 panden en grote pleinen in Kortrijk voorkomen, maar niet het station. Wellicht was de aandacht voor architectuur na de Tweede Wereldoorlog toen nog veel beperkter dan nu. Ik denk dat Kortrijk de enige stad is waar het stationsgebouw een beeldbepalend gebouw is dat niet opgenomen werd in die inventaris. 34 andere realisaties van dezelfde architect zijn er in Kortrijk wél in opgenomen”, weet Nicole.

Adriaan Linters.
Adriaan Linters. © EDB

Nu de plannen voor het nieuwe station afgevoerd werden wegens een te hoge kostprijs, hoopt de ABEKO dat de plannen voor de sloop herzien worden. “Ons advies wordt telkens gevraagd bij vergunningen voor elk inventarispand. Omdat het station niet op die lijst staat, werden wij dus in het verleden niet geraadpleegd. We hopen dat daar verandering in komt en schonken burgemeester Ruth Vandenberghe ons themanummer om te wijzen op het belang van het station.”

Zeldzaam

Het argument van de ABEKO om het gebouw te behouden en te renoveren is duidelijk. “Het stationsgebouw is een van de meest iconische gebouwen in Kortrijk, daterend van de wederopbouw, met een hedendaagse architectuur die zeldzaam was in Kortrijk, en zelfs in België. Daarnaast speelt het stationsgebouw ook perfect in op de omgeving met vanuit elke straat die op het Stationsplein uitkomt een mooi perspectief op de centrale – hogere – stationshal. Tot slot is het stationsgebouw ook een unieke plek om bepaalde delen te herbestemmen, bijvoorbeeld voor kantoren. Qua mobiliteit ligt het perfect en dit zou opnieuw leven in het centrum brengen. Kortom, wij ijveren voor een upgrade van de stationsinfrastructuur, maar mét behoud van het iconische wederopbouwstation.”

Het nieuwe plan voor het station wordt ten vroegste in juni 2022 bekend gemaakt. “We hopen alvast dat men het van een duurzame invalshoek zal bekijken, deze van behoud én vernieuwing”, besluit Nicole.

De VVIA (Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie) brengt jaarlijks enkele nummers uit. De leden krijgen al de nummers, inbegrepen in het lidgeld van 40 euro of 35 euro voor studenten en werklozen. De uitgave ‘Grenzeloze Spoorwegen’ is een dubbel nummer en kan je ook apart bestellen via www.industrieelerfgoed.be/contact. (EDLB)