ZORO zorgt voor de zorg

© (Foto Aaron Vereecken)
Redactie KW

West-Vlaanderen is meer Europees dan je zou denken. In deze reeks tonen toekomstige journalisten waar je hier Europa kan vinden.

Het is de sector waarvoor u en ik ons petje moeten afdoen. Het is de sector die ons heeft rechtgehouden tijdens de coronacrisis. De zorg heeft wonderen verricht. Maar wat als we onze zorg nog kunnen versterken?

We schrijven 12 november 2021. De Standaard publiceert een artikel met als titel: ‘Ziekenhuizen sluiten bedden door tekort aan zorgpersoneel’. Waar zijn onze zorgverleners naartoe? Hoe kunnen we zorgverleners langer aan de bedden houden? Het zorgpersoneel kreeg het hard te verduren de laatste twee jaar. Daarom moet ZORO onze zorgsector een boost geven. Wie? Zorro, de gemaskerde held?

Wat is ZORO?

ZORO staat voor Zorgroute Arbeidsmarkt. Het is een onderzoek dat een opleidingsprogramma heeft ontwikkeld, om de vier basiscompetenties van een zorgverlener te versterken. Die competenties zijn: interprofessioneel samenwerken, entrepreneurship, technologische wendbaarheid en ethisch handelen. Dat is het kloppende hart van de zorg, maar vaak knelt daar het schoentje.

ZORO is een Interreg-project tussen Vlaanderen en Nederland. De partners van het project zijn dan ook zowel van België als Nederland: VIVES Hogeschool, Curio, Scalda, Universiteit Antwerpen en Zorggroep Ter Weel. Onderzoek en innovatie is een van de prioriteiten van Europa. Daarom subsidieert Europa het project met één miljoen euro. Een grote investering van Europa, maar wel een die nodig blijkt te zijn. “Ons vermogen om innovatie in Europa te blijven stimuleren, zal grotendeels bepaald worden door de mate waarin we investeren in mensen en hun vaardigheden”, zegt Tom Vandenkendelaere, Europees Parlementslid voor CD&V.

De vergrijzing heeft zijn aandeel in de oprichting van dit project. De noden van patiënten veranderen constant en daarom moet de zorg mee-evolueren. Er is ondersteuning nodig voor de zorgsector volgens Eveline Crevits, docente in het ZORO-project: “De zorg heeft nood aan extra training. Het ZORO-programma probeert daar dan ook aan mee te werken.”

Het project startte in november 2019 en loopt nog tot eind augustus 2022. Daarna stelt ZORO de trainingen openbaar, zodat elke zorginstelling zelf zijn personeel kan opleiden. “Zo willen we die vier competenties van de zorgverleners versterken. Er zijn heel wat redenen waardoor we in een complex zorglandschap terechtkomen. Het is dan onze taak om het personeel te begeleiden, zodat ze aan al die zorgvragen kunnen beantwoorden”, legt Crevits uit.

Iedereen is welkom

Voor de vier competenties zijn er evenveel trainingen. In elke training wordt één competentie behandeld, waarmee de deelnemers in de praktijk aan de slag moeten. De opleiding is niet enkel voor ervaren zorgverleners, want ook studenten nemen deel aan het project. “De combinatie van studenten en zorgverleners in het werkveld verloopt zeer goed”, zegt Crevits. “Alle cursisten leren van elkaar. Voor studenten is het interessant om ervaringen op te pikken van zorgverleners die al aan het werk zijn. Die ervaren zorgverleners kunnen op hun beurt iets leren van de studenten op vlak van technologische wendbaarheid.”

Stijn Remaut (50) van Flexzorg bevestigt de goede samenwerking tussen de ervaren en beginnende zorgverleners. “De goesting om te werken van de jonge garde was een extra motivatiefactor tijdens het project. Het voelde aan zoals vroeger. Als ervaren zorgverlener sta je al langer in het werkveld en dan is het interessant om met jongere mensen te praten en andere visies te leren kennen. Ik ben van de generatie die streng is opgeleid en ik leerde enkel wat er moest gebeuren. Nu is de patiënt even belangrijk. Luisteren naar je patiënt is essentieel.”

Tussen elke ZORO-training zat er enkele maanden tijd. Zo kunnen de deelnemers de geziene leerstof tot zich nemen en omzetten in de praktijk. “Na de eerste ZORO-training heb ik met mijn team van Flexzorg besproken hoever wij staan in de communicatie met de patiënt. Volgens onze mening zijn we daarin goed bezig. We zijn ook heel open naar onze patiënten. Zo open dat we bijvoorbeeld zeggen tegen een patiënt dat ze beter een andere zorgverlener van het team zouden nemen, omdat die persoon ons niet ligt. Gelukkig hebben we dat nog niet moeten doen (lacht). Dat heb ik wel uit de ZORO-training gehaald. Dus ZORO heeft een positieve invloed gehad op de kwaliteit van mijn werk. En ik vind zelfs dat we die kwaliteit nog meer kunnen verbeteren”, aldus Stijn Remaut.

Technologische wendbaarheid

Computers, tablets en smartphones krijgen steeds een belangrijkere rol in ons leven. De technologie staat niet stil, ook niet in de zorg. Een van de competenties in het ZORO-project is dan ook technologische wendbaarheid. Daarom biedt Lieselot Watty, projectmedewerker aan Hogeschool VIVES, technische ondersteuning aan de deelnemers van het ZORO-project. “Aan de hand van instructiefilmpjes en persoonlijke begeleiding assisteer ik de mensen in de trainingen. We werken bijvoorbeeld met interactieve documenten, zoals een pdf-document waarin geklikt kan worden op links naar andere pagina’s. Dat is iets dat nog niet vaak gebruikt wordt, dus is het logisch dat het niet meteen lukt.”

Ook volgens Europees Parlementslid Tom Vandenkendelaere moet er meer ingezet worden op technologie en digitalisering. “Door de toenemende digitalisering in onze maatschappij zullen ook werknemers in de zorg over grotere digitale vaardigheden moeten beschikken voor de arbeidsmarkt. Die evolutie is onomkeerbaar. Europa kan enkel haar competitief voordeel houden als studenten en arbeidskrachten de juiste vaardigheden leren die horen bij deze transitie.”

De Europeaan in Aaron Vereecken

“Mijn naam is Aaron Vereecken en ik kom uit Uitbergen, een deelgemeente van Berlare en studeer Sportjournalistiek aan Howest in Kortrijk. Al van jongs af aan ben ik bezig met voetbal en dat is nog steeds zo. Ik verdiep me in de actualiteit ervan en speel zelf nog, weliswaar op lager niveau, bij Hogerop Kalken. Het Europees project voelt voor mij een beetje aan als iets wat heel ver van de burgers staat. We moeten om de zoveel tijd gaan stemmen, op mensen die we vaak niet kennen. Dat zorgt ervoor dat veel mensen niet weten wat Europa eigenlijk allemaal doet. De mening en de zorgen van de bevolking spelen een kleinere rol en dat vind ik jammer. Want Europa kan volgens mij de oplossing zijn voor heel wat hedendaagse problemen.”

Deze reeks kwam tot stand in samenwerking met Howest en Europe Direct West-Vlaanderen.