Multidisciplinaire groepspraktijk helpt wachtlijsten te verlichten: “We kunnen kort op de bal spelen”

Charlotte De Baets bouwde de voorbije jaar de multidisciplinaire groepspraktijk Het Labyrint uit in Brugge, waar vandaag 23 zorgverleners uit 13 verschillende disciplines samenwerken. Een aanpak die de lange wachtlijsten in de zorgsector kan helpen verlichten.
Aan wilskracht heeft het Charlotte De Baets (36) nooit ontbroken. Van zodra ze in 2009 haar diploma logopedie behaalde ging ze aan de slag in twee groepspraktijken en een multidisciplinaire praktijk, om amper een jaar later al haar eigen praktijk op te starten. “Maar vanzelfsprekend was dat zeker niet. Om mijn praktijkruimte te betalen, waar ik na de schooluren en op zaterdagen mijn toen nog schaarse cliënten behandelde, gaf ik les en werkte ik in het RVT Sint-Monica in Oostende”, schetst ze.
Op een eilandje
Pas na drie jaar had ze genoeg cliënten om het er als volledig zelfstandig logopedist op te wagen, maar sindsdien ging het snel. “Eerst startte een tweede logopediste bij mij, omdat het werk zo snel toenam. Maar ik merkte ook steeds meer dat het een meerwaarde zou zijn om nauw samen te kunnen werken met andere zorgdisciplines. Problemen waarmee mensen naar ons kwamen, bleken dikwijls gelinkt aan iets waar een andere behandeling voor vereist is. Een kind dat bij de logopedist komt omdat het een leerprobleem heeft, blijkt bijvoorbeeld ook last te hebben van faalangst. Zoiets kan dan beter bijgestuurd worden door een psycholoog.”
Met die dynamiek maakte Charlotte ook al kennis in het RVT: “Daar maakte ik zelf deel uit van een multidisciplinair team en ontdekte zo hoe veel meer je kunt bereiken door samen te werken, door tijd te maken om te overleggen met andere disciplines. Ik leerde veel bij in een korte tijd, ook over aspecten buiten mijn eigen werkgebied. Bovendien vond ik de connectie met de andere therapeuten heel fijn. Ik had niet het gevoel op een eilandje te werken”, aldus Charlotte.
Holistische benadering
Het sterkte haar in haar gedrevenheid om zelf een multidisciplinaire praktijk uit te bouwen. Charlotte nam een klinisch psycholoog op in haar toen nog prille team en doorheen de jaren volgden een psycholoog, psychotherapeut, osteopaat, vroedvrouw, podoloog, verslavingscoach, familiaal bemiddelaar, seksuoloog, kinder- en jongerencoaches, speltherapeut en leerkrachten.
Het grootste voordeel van een multidisciplinaire praktijk is volgens Charlotte de geïntegreerde zorgverlening ervan. De verschillende zorgverleners bundelen hun expertise in de holistische benadering van een cliënt. Een cliënt hoeft maar één keer zijn of haar verhaal te doen en wordt vlot doorverwezen naar gepaste hulp. Die vinden ze bovendien onder eenzelfde dak, wat voor minder reistijd en stress zorgt. “Dat de zorgverleners zich bewust zijn van elkaars behandelplannen en snel informatie kunnen uitwisselen leidt tot een meer efficiënte aanpak en resultaat. Een behandelplan kan ook sneller bijgestuurd worden. En dat maakt dan weer een behandeling met meer persoonlijke aandacht mogelijk”, legt Charlotte uit. “Zo kunnen we kort op de bal spelen. Het maakt, zeker voor een kind, een groot verschil of een probleem van bij het begin wordt aangepakt of dat men het eerst twee jaar laat wachten op gepaste hulp. In die tijd is het probleem alleen maar gegroeid.”
Netwerkmogelijkheden
Maar ook voor de zorgverstrekkers heeft het systeem voordelen. “Een eigen praktijk opstarten vraagt serieuze investeringen. Een ruimte huren in een groepspraktijk verlaagt de instapkosten aanzienlijk, maar bespaart je ook tijd en moeite”, aldus Charlotte. “Het biedt ook meer flexibiliteit en zorgt voor een professionele uitstraling. En ten slotte biedt deze manier van werken ook netwerkmogelijkheden. Het nauwe contact met andere professionals leidt tot waardevolle samenwerkingen en de uitwisseling van kennis en ervaringen. Zo kunnen we soms zelfs een behandeling die vastloopt, door nieuwe inzichten toch weer vlot trekken.”
Dat verhaal wil Charlotte binnenkort overigens nog verder doortrekken: “We starten nu ook een community op, waar andere zelfstandigen uit de zorgsector zich bij kunnen aansluiten. Opnieuw met als doel om ervaring te delen en tot nieuwe inzichten te komen, en tegelijk mensen die een eigen praktijk uitbouwen de kans te geven om eens buiten hun vier muren te komen en collega’s te ontmoeten.”
Subsidiëring
Charlotte is ervan overtuigd dat de multidisciplinaire aanpak mee kan helpen om de wachtlijsten in de zorgsector te verlichten. “Wij slagen er tot nu toe in om mensen meteen te helpen, maar het aantal vragen om hulp blijft toenemen. Zeker op mentaal vlak groeit de nood snel. Ook wij merken een toenemend aantal kinderen en jongeren dat kampt met onzekerheid en aan onrealistische maatschappelijke eisen probeert te beantwoorden, ondanks de aandacht die er tegenwoordig toch wel aan besteed wordt.”
Ze ziet in meer multidisciplinaire praktijken een mogelijkheid om aan die nood tegemoet te komen: “Maar het zou zeker een meerwaarde zijn als de overheid die zou aanmoedigen, door ze te subsidiëren bij de opstart ervan of door centra aan te bieden die geschikt zijn om er zulke praktijken in te huisvesten. Aan groepspraktijken van huisartsen wordt sinds kort een premie uitgereikt, als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het zou mooi zijn als dat ook voor multidisciplinaire praktijken het geval zou zijn”, besluit ze.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier