Coronasituatie in Lacourt stilaan onder controle: “Hard gevochten voor onze bewoners”

Schepen Natacha Waldmann en Bjorn Pannecoucke aan het woonzorgcentrum Lacourt.©Jeffrey Roos Jeffrey Roos
Schepen Natacha Waldmann en Bjorn Pannecoucke aan het woonzorgcentrum Lacourt.©Jeffrey Roos Jeffrey Roos
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

De situatie in het woonzorgcentrum Lacourt is stilaan onder controle na de coronauitbraak van de Zuid-Afrikaanse variant. “We zijn er nog lang niet, maar het gaat de goede kant op”, zegt schepen Natacha Waldmann. “We zijn lang gevrijwaard gebleven, maar als het virus éénmaal binnen zit… We gaan dit nog heel lang met ons meedragen”, vult Bjorn Pannecoucke, verantwoordelijk voor de dagelijkse werking, aan.

De situatie in het woonzorgcentrum is ondertussen gestabiliseerd, maar coronavrij is het rusthuis nog niet. Deze week testten nog twee bewoners positief. Veertig bewoners zitten nog in cohortzorg en vier bewoners worden in het ziekenhuis verzorgd. Negentien personeelsleden zijn na een positieve besmetting nog thuis. De rest van het personeel hervat geleidelijk aan het werk. Hoeveel mensen er overleden de voorbije weken, wordt niet meegedeeld uit respect voor de slachtoffers en hun nabestaanden.

Extreem vermoeid

“Onze mensen zijn nog steeds het uiterste aan het geven om de bewoners van ons woonzorgcentrum optimaal te verzorgen en bij te staan”, zegt schepen van Welzijn en Zorg Natacha Waldmann (Groen). “Deze uitbraak vergt enorm veel van onze medewerkers. Heel wat medewerkers die besmet raakten zijn ondertussen terug op post, waardoor er weer wat ademruimte komt. Eigenlijk zouden onze medewerkers die ziek zijn geweest nog tijd moeten nemen voor zichzelf, maar het engagement is zo groot dat die mensen terug aan de slag willen zodra dat verantwoord is. We kruipen stilaan uit het dal, maar we zijn er nog lang niet.”

Bjorn Pannecoucke (42), verantwoordelijk voor de dagelijkse werking in het woonzorgcentrum, raakte net als een pak andere personeelsleden zelf besmet met de Zuid-Afrikaanse variant. Hij zat samen met zijn gezin, dat ook besmet raakte, een tijdlang in quarantaine en is sinds een week terug aan de slag, al is het niet makkelijk. “Ik ben vooral nog steeds erg moe”, vertelt Bjorn. “Mensen doen er vaak wat lacherig over, maar het is echt niet te onderschatten. Maar dat wist ik sowieso al, want ik heb door mijn job de impact van corona vanop de eerste rij kunnen volgen. In besef nu wel nog meer wat het lichamelijk met je doet en het is wel degelijk een vuil beestje. Bewoners met dementie, om maar een voorbeeld te geven, kunnen ons niet zeggen dat ze moe zijn. Als ik keelpijn heb, dan kan ik dat signaal geven. Die mensen kunnen dat niet en net daar zit het verschil. Het is veel moeilijker voor onze bewoners om aan te geven hoe het met hen gaat.”

“Niemand had ooit durven denken dat we nog zo hard getroffen zouden worden”

“Ik heb echt afgezien. Als er 24 uren in een dag zijn, dan heb ik daar vijf dagen aan een stuk minstens 16 uren van geslapen. Die vermoeidheid is enorm. Zelfs douchen was mij te veel. De trap opgaan in huis ws een setieuze opgave. Die vermoeidheid blijft ook enorm lang hangen. Ik ben nu anderhalve week terug aan het werk en ik ben nog steeds niet de oude”, aldus Bjorn.

“Maar dat valt allemaal in het niet in vergelijking met wat onze bewoners moeten doorstaan. Ik denk elke dan aan hen. Het laat me niet los”, gaat Bjorn zichtbaar geëmotioneerd verder. “Niemand heeft dit gewild. Zoiets hoop je nooit mee te maken. We deden zo hard ons best om coronavrij te blijven, maar als het beestje éénmaal binnen zit, krijg je het nog maar moeilijk buiten. We hebben al hard gevochten voor onze bewoners en hun familieleden en voor onze medewerkers. Niemand had ooit durven denken dat we zo hard getroffen zouden worden. Al je dan ziet hoe onze medewerkers elke dag opnieuw het beste van zichzelf geven, dan heb ik daar tonnen appreciatie voor. Of ik mezelf niet vergeet? Het is mijn plicht om hier te zijn.”

Tweede prik

De medewerkers kunnen rekenen op psychologische steun. “Ze kunnen altijd terecht voor een babbel binnen het woon-zorgcentrum”, legt schepen Waldmann uit. “Het is een heel sterk team, maar we mogen de impact van wat gebeurd is niet onderschatten. Niet alleen op de medewerkers, ook op de bewoners en hun familieleden. Die mentale ondersteuning is erg belangrijk. Als nu iets duidelijk is gebleken, is het dat de zorg heel erg ondergewaardeerd is geweest. Ik hoop dat deze situatie voor een ommekeer heeft gezorgd op dat vlak. De vaccinaties geven hoop op een iets normalere toekomst, maar er is nog een lange weg te gaan. Wij, en iedereen met ons, zullen het afgelopen jaar nog lang met ons meedragen. Maar het is belangrijk dat we erover kunnen praten.”

Goed nieuws is dat donderdag heel wat bewoners hun tweede vaccin toegediend kregen. En anderen, die nog niet gevaccineerd werden, krijgen hun eerste vaccin. “Dat biedt perspectief voor ons allemaal. Mensen kijken enorm uit naar die vaccinatie, want dat geeft hen hoop erop dat het leven zoals voorheen terugkomt. En dat zal ook zo zijn”, besluit Bjorn.

In De Boarebreker, het tweede woonzorgcentrum van de stad, kreeg iedereen ondertussen al een tweede prik. “Dat geeft een gevoel van meer vrijheid, maar we blijven erg voorzichtig. De bezoekregeling is iets versoepeld en één knuffelcontact mag onbeperkt op bezoek. Mensen mogen ook terug buiten. Het algemene gevoel is er een van opluchting”, besluit de schepen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier