10,6 procent van de Vlamingen kreeg eerste prik

In de vaccinatiecentra, zoals hier in Oostende, worden nu vooral 65-plussers opgeroepen.©Peter MAENHOUDT
In de vaccinatiecentra, zoals hier in Oostende, worden nu vooral 65-plussers opgeroepen.©Peter MAENHOUDT
Redactie KW

10,6 procent van de Vlamingen kreeg tot nu toe een eerste vaccinatieprik. Volgende week krijgen de laatste zorgverleners een spuitje, maar intussen worden al volop 65-plussers gevaccineerd.

De cijfers komen uit het wekelijkse overzicht van Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&BV) en het agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid. Op dit moment kregen 565.886 Vlamingen een eerste prik, dat is 10,6 procent van de bevolking. 259.504Vlamingen kregen al hun tweede dosis van het vaccin.

“West- en Oost-Vlaanderen en de regio Leuven doen het goed, wat te danken is aan het hoge aantal zorgvoorzieningen”, stelde administrateur-generaal Dirk Dewolf van het agentschap Zorg en Gezondheid.

Het Europees gemiddelde van het aantal toegediende eerste dosissen bedraagt 10 procent, in Nederland kreeg 9,9 procent van de inwoners een eerste spuit, in Frankrijk 9,7 procent en in Duitsland 9,4 procent. Koploper is Hongarije met 16,6 procent – maar de Hongaren werken ook met het Russische vaccin – en daarna volgen Finland en Estland met om en bij de 13 procent.

Zwaartepunt nu naar vaccinatiecentra

Volgende week krijgen 154.257 Vlamingen een vaccinatie, waarvan 110.055 een eerste dosis en 44.202 mensen een tweede dosis. In de week van 29 maart gaat het om 191.421 vaccins, waarvan 153.375 eerste dosissen en 38.046 tweede dosissen. Het overgrote deel wordt toegediend in de vaccinatiecentra: ruim 86.000 volgende week, ruim 153.000 in de week van 29 maart. Daarmee verschuift het zwaartepunt van de vaccinatiecampagne meer en meer naar de vaccinatiecentra.

437.378 Vlamingen kregen al een uitnodiging om naar het vaccinatiecentrum te komen, waarvan bijna 300.000 65-plussers. De overigen zijn jongere zorgprofessionelen. “Er waren wat problemen met het versturen van de brieven, waardoor de voorbije weken een aantal mensen geen brief ontvingen. Daarbij zijn zorgverleners en 85-plussers”, erkende Dewolf. “Maar dat euvel moet komende week worden rechtgezet.”

AstraZeneca: “Veilig en goed werkend”

De administrateur-generaal beklemtoonde nog eens dat AstraZeneca een ‘veilig en goed werkend’ vaccin is en dat uitgebreid onderzoek van het Europees geneesmiddelenagentschap EMA nu ook ‘kristalhelder’ aantoonde dat er geen verband aangetoond is tussen het vaccin en mogelijke bloedstollingsproblemen. “De voordelen van het vaccin wegen ruimschoots op tegen de nadelen”, aldus Dirk Dewolf.

Er is nog geen duidelijkheid of Vlaanderen nu dosissen van het AstraZeneca-vaccin kan overnemen uit andere landen die de vaccinatie met dit vaccin stopzetten na klachten over mogelijke bloestollingsproblemen. “AstraZeneca verkoos te wachten op het oordeel van het Europees geneesmiddelenagentschap. Dat kennen we sinds gisteren, maar nu wachten ze nog even af hoe de andere landen daarop reageren.”

Minister Beke Het agentschap Zorg en Gezondheid beklemtoont wel dat wie een vaccinatie weigert, in de toekomst niet meer wordt opgeroepen. Wie nu een AstraZeneca-vaccin weigert, krijgt later dus niet meer de kans om zich met een vaccin van een ander merk te laten inspuiten. “Je kan niet aan vaccinshopping doen”, stelden administrateur-generaal Dewolf en minister Beke. “Als we de vaccinatiecampagne vlot willen organiseren, kunnen we geen keuzevrijheid geven. Als je een uitnodiging krijgt, ga er op in.”

Voorlopig geen voorrang onderwijspersoneel

Er is nog geen beslissing of het onderwijspersoneel voorrang krijg bij de vaccinatie, zoals Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N–VA) vraagt. “Maar gezien de snel stijgende coronacijfers blijven wij nu eerst mensen vaccineren die het meest risico lopen om in het ziekenhuis te worden opgenomen”, aldus minister Beke. “Dat zijn de ouderen en de mensen met onderliggende aandoeningen. Als de vaccinatiecentra overschotten hebben en daarmee de reservelijst met 65-plussers hebben afgewerkt, kunnen wel andere groepen worden opgeroepen, waaronder politiemensen, mensen van de kinderopvangcentra en van het kleuteronderwijs.”