Astrid Demeulemeester kijkt uit naar haar huwelijk met Yves Lampaert: “Oprecht voor elkaar kiezen, is er iets mooiers in de wereld?”

© JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

2022 was ten huize Yves Lampaert en Astrid Demeulemeester al een grand-crujaar, maar 2023 kondigt zich nóg mooier aan. Op zaterdag 15 april belooft het koppel elkaar eeuwige trouw en wie weet mag de profrenner een week eerder eindelijk die felbegeerde kassei van Parijs-Roubaix boven het hoofd tillen. Aan de steun van zijn verloofde zal het alvast niet liggen, want Astrid gaat door het vuur voor haar ‘Yve’. “Ik wil voor Yves thuis een veilige haven creëren. Een plek waar we allemaal tot rust kunnen komen”, zegt ze.

Toen Astrid Demeulemeester een kleine acht jaar geleden Yves Lampaert ontmoette, had ze er geen idee van wie er voor haar stond. Op het Pinksterbal van KLJ Kanegem liep de toenmalige renner bij Topsport Vlaanderen-Baloise de frêle Pittemse tegen het lijf, niet veel later was het prijs. “Wist ik veel dat Yves coureur was”, glimlacht Astrid minzaam. “Maar ondertussen ben ik bijna even hard als Yve zelf met de koers begaan. Ik zou het niet meer kunnen missen.”

Astrid verwelkomt ons met een fluistertoontje in hun gezellige woning in Hulste, want de kleine Aloïs ligt boven van een schoonheidsslaapje te genieten. In de woonkamer hangt een haast gewijde rust. Het is duidelijk: Astrid heeft in hun nestje alles onder controle.

Laat ons beginnen met je een gelukkig 2023 te wensen! Goed gevierd?

“Dankjewel! Ik heb echt genoten van oudejaar, moet ik zeggen. We hebben bij Bert Van Lerberghe en Sien in Tiegem gevierd, samen met Tim Declercq, Stijn Steels en Lorenzo Derycke, die in Harelbeke een fietswinkel runt. Het was erg gezellig, maar we hebben het rustig gehouden. Ik denk dat er meer frisdrank en water dan alcohol gedronken is. (glimlacht) We hebben een dartstornooitje georganiseerd en onze mannen de coureurs hebben zich helemaal gesmeten. Dat competitieve, hé… Maar op Nieuwjaar hadden we allebei een frisse kop. Alleen maar aan te raden!”

2022 zit nog vers in het geheugen. Hoe blik jij op het voorbije jaar terug?

“Een beetje dubbel. Yves’ voorjaar was minder goed dan gewoonlijk. Zoiets sluipt ongewild je huishouden binnen. Net voor Parijs-Roubaix kreeg corona me te pakken, waardoor Yves op hotel moest blijven. Net in die laatste rechte lijn richting zijn droomkoers kon ik er niet ten volle zijn voor hem. En dan die noodlottige val, zeven kilometer voor de meet… Je kan niet geloven hoe hard ik toen gevloekt heb.”

“Yves is zo’n 180 dagen per jaar weg van huis. Maar ik denk dat hij er meer van afziet dan ik”

Maar ‘the best was yet to come…’

“Zeg wel. Had je ons op 1 januari 2022 gezegd dat Yves de gele trui zou dragen, we hadden eens goed gelachen. Die 1ste juli kon ik mijn ogen niet geloven. Mijn Yves in het geel tijdens de Ronde van Frankrijk. Surreëel, haast.”

Waar heb je de proloog gevolgd?

“Bij mijn schoonouders. Ik had net Wiske van de crèche afgehaald en sprong nog snel eens binnen bij Jean en Carine. Daar heb ik Yves als een kogel door de straten van Kopenhagen zien vlammen. Getíerd hebben we, naar dat televisiescherm. Yves zat in Denemarken in de hotseat, wij in Ingelmunster. Het langste uur van ons leven, maar die vijftien minuten en zeventien seconden hebben zijn hele jaar gemaakt. Het was het meer dan waard.”

Een prestatie waarmee hij zich in de harten van alle wielerfans ter wereld nestelde, want zijn overwinningsinterview is er eentje om in een kader te steken.

(lacht) “Ja, dat is Yves, hé. Nul mediatraining, gewoon het hart op de tong en zijn emoties laten spreken. Hij was opnieuw die kleine boerenzoon, met die grote droom. Het was prachtig, net als die hulde nadien op de Kriekewijk in Ingelmunster. Hónderden in het geel getooide fans en vrienden stonden hem er op te wachten. Weet je wat ik nog het mooiste vond? Het was hoogseizoen voor de landbouwers, maar toch vonden ze allemaal de tijd om met hun tractor in colonne aan onze voordeur te passeren. Het was een van de mooiste dagen van ons leven.”

Om later honderduit over aan Aloïs over te vertellen. Hoe gaat het met de kleine flandrien?

(glundert) “Top! Ik zei het deze week nog tegen Yves: we hebben een droomkind. Een goeie eter, een vaste slaper, een rustig en vrolijk manneke. En een echte mama- en papasleppe. Hij gaat sinds mei naar Het Droomhuisje, een crèche in Ingelmunster. Daar bloeit Wiske helemaal open. Petje af voor alle kinderverzorgers, trouwens. Ze staan momenteel in het oog van de storm, maar leveren o zo belangrijk werk. Als ouders moet je hen je dierbaarste bezit toevertrouwen, maar ze bieden zo’n goeie zorgen. Onze zoon zet grote stappen, mede dankzij hen.”

Ook voor jullie staat een zeer grote stap op de agenda: binnen drie maanden staat het huwelijksbootje voor jullie klaar. Proficiat!

“Merci. De zaterdag na Parijs-Roubaix trekken we naar het stadhuis van Harelbeke en mogen we ons vanaf dan officieel man en vrouw noemen. Door de wet in de echt verbonden. Het kerkelijk huwelijk is voor volgend jaar. Opnieuw de week na Roubaix, want dat is zowat het enige weekend waarin Yves met honderd procent zekerheid vrij is. En door de kerk een jaartje vooruit te schuiven, hebben we ook voldoende ademruimte om het feest te organiseren.”

© JOKE COUVREUR

Hoe heeft Yves je ten huwelijk gevraagd?

“Awel, hij heeft eigenlijk erg zijn best gedaan. Ik had Aloïs bij de crèche opgepikt en plots kreeg ik telefoon van Yves. Of ik nog eens kon passeren aan ons nieuw gekocht pand in Hulste, waar we binnen afzienbare tijd naar zouden verhuizen. Ik had echt geen idee waarom, maar toen ik er aankwam, zag ik overal kaarsjes en begon mijn frank wel te vallen. Yves ging op één knie en haalde een ring boven. Ik heb niet lang moeten twijfelen over het antwoord.” (glundert)

Er schuilt een romanticus in je wederhelft.

“Hij heeft zijn momenten. Ach, eigenlijk is het een logische stap. We zijn straks acht jaar samen, hebben een gezinnetje opgebouwd en zijn zielsgelukkig met elkaar.”

Over drie maanden zit hier een getrouwde vrouw aan tafel. Spannend?

“Ergens toch wel. Het lijkt nu nog een ver-van-mijn-bedshow, maar voor we er erg in hebben, zullen we in het stadhuis de ringen over elkaars vinger schuiven. Er staan drie intensieve koersmaanden voor de deur, veel tijd om er diep over na te denken, zal er niet zijn. Het wordt rushen, maar de eindmeet ligt in de trouwzaal. Ik kijk er wel naar uit. Straks zijn we niet meer vriend en vriendin, maar echtgenoten.”

Vind je het belangrijk om gehuwd door het leven te stappen?

“Eigenlijk wel. Het mooiste bewijs dat we voor elkaar kiezen, is Wiske. Maar eens bewust tonen dat we samen oud willen worden, daar is niks mis mee, vind ik. Het heeft ook iets symbolisch: we verbinden ons écht aan elkaar. Yves en ik hebben bovendien het geluk uit een warm en hecht gezin te komen, dat willen we ook zelf. We hechten ook allebei veel belang aan bepaalde tradities en waarden. Oprecht voor elkaar kiezen, is er iets mooiers in de wereld? Yves’ grootouders zijn 69 jaar getrouwd geweest en waren elke dag bij elkaar. Daar zou ik meteen voor tekenen. Al betekent dat wel dat we 99 en 101 jaar oud moeten worden.”

De start kan je midden april geven. Met Aloïs als bruidsjongen?

(straalt) “Zéker. Hopelijk kan hij tegen dan zijn eerste stapjes zetten. Hij doet nu al verwoede pogingen, lang zal het niet meer duren. Mijn metekindje Antoine, het zoontje van mijn zus, mag Wiske vergezellen. Ze schelen amper twee maanden. Zalig om ze samen bezig te zien.”

Nu wordt het nog een feestje in familieverband, wat zijn de plannen wanneer jullie voor het altaar staan?

“Dat wordt een trouwfeest met alles erop en eraan. Met meer dan voldoende eten en drank, een goeie dj en een volle dansvloer. Traditioneel en op en top West-Vlaams, maar dat zijn toch de beste feesten? Als onze vrienden en familie naar huis gaan en ons zeggen ’t was nog een bitje gjèstig, wi, dan zal de avond geslaagd zijn. Och, ik zit nu al te verlangen.”

Maar eerst nog een jaar knallen op de fiets. Hoe belangrijk ben jij in het succes van Yves?

“Goh, wat een vraag. Zou je die niet beter aan Yves stellen?”

© JOKE COUVREUR

We hernemen: wat doe jij allemaal voor je verloofde?

“In de eerste plaats thuis een safe haven creëren. Een plek waar we allemaal tot rust kunnen komen, terwijl de wereld buiten verder maalt. Yves weet dat hier altijd twee mensen voor hem klaar staan, onvoorwaardelijk. Ik neem ook een groot deel van de praktische kant voor mijn rekening. Ik bekommer me om het huishouden, doe alle paperassen… Zorgen en ontzorgen, eigenlijk. En Yves is me daar erg erkentelijk voor.”

Hoe toont hij dat?

“Dat hoeft hij niet te tonen, ik wéét dat hij apprecieert wat ik doe. Op zijn knieën hoeft hij niet te vallen, dat heeft hij al één keer gedaan.” (lacht)

“Yves, een romanticus? Ach, hij heeft zijn momenten”

Yves is een boerenzoon en weet wat werken is. Iets zegt me dat hij ook thuis geen zittend gat heeft.

“Dat klopt wel. Hij zal altijd proberen om zijn steentje bij te dragen. Ik herinner me nog een telefoontje van hem. Ik zat middenin een vergadering en hij belde met de vraag hoe de wasmachine werkte. Hij wilde zijn koerskledij wassen. Dat typeert Yves helemaal, hij wil altijd helpen. Maar dat hoeft voor mij niet. Yves is al zo weinig thuis, dan heb ik liever dat hij zijn tijd aan zijn menage spendeert. Dat is thuis zijn belangrijkste taak: papa zijn.”

Praten jullie aan de keukentafel vaak over de koers?

“Dat is onvermijdelijk, hé. Yves’ carrière is de dominante factor in ons leven, maar we waken er wel over dat het niet louter daarover gaat. Ik zal hem na elke training vragen hoe hij het gesteld heeft. Meestal belanden we dan bij de randanimatie: wie was er mee, waar hebben ze over gepraat… Andere keren lost hij liever niks en dat is ook goed. Maar Yves kan zich even goed helemaal in mijn job verliezen. Dan blijft hij vragen stellen over hoe mijn dag was.”

Je haalde het daarnet al aan, je vent is vaak weg van huis. Hoe vaak moet je hem missen?

“Dat zal toch snel 180 dagen per jaar zijn. Fysiek ben ik hier dan wel alleen, mentaal nooit. Yves is maar een videogesprek ver. Wanneer hij niet op zijn fiets zit, kan ik hem altijd bereiken. Plus: als Yves thuis is, is hij ook écht thuis. Zeer bewust zelfs. Ik denk dat hij er meer van afziet dan ik. Yves is een echte familieman, zijn gezin komt op de allereerste plaats.”

Wat gaat er door je heen als die familieman aan het koersen is? Ik kan me voorstellen dat je hart soms een tel overslaat…

“Daar is wel iets van aan, ja. Zeker sinds we een zoontje hebben. Maar een wielrenner kan niet anders dan risico’s nemen, dat is part of the job. Ik zeg Yves altijd dat hij voorzichtig moet zijn. Maar ook dat hij zich moet jeunen. Want dat is minstens even belangrijk. Al kan ik niet ontkennen dat mijn hart even stilstond tijdens die val in Parijs-Roubaix. Een milliseconde lang denk je: shit. Gelukkig stond hij meteen weer recht en kon hij verder. Maar toch, ik was die dag nóg contenter dan anders dat ik hem een knuffel kon geven. Aan de ene kant vloekte ik dat hij door die val naast het podium greep, maar ik was ook vooral blij dat hij in één stuk naar huis kon komen.”

© Eye Catcher Photography

Heb jij bepaalde rituelen wanneer Yves moet fietsen?

“Bij de grote afspraken ga ik altijd een kaarsje branden in het kapelletje, hier wat verderop. En doe ik een schietgebedje. Tijdens de Vlaamse klassiekers probeer ik ook langs het parcours te staan. Met mijn papa (chauffeur voor Flanders Classics, red.) of alleen met Wiske. Aan de finish wil ik er altijd staan. Om te delen in de vreugde of om te helpen relativeren. Dan zie ik Yves altijd naar mij en Aloïs speuren.”

Ben je ondertussen even koersgek?

“Dat is onmogelijk. Yves en zijn maten van De Melkerie zijn echt freaks. Maar ik ben ook wel verliefd op de fiets, ja. Ik zie nog haarscherp voor mij hoe Peter Van Petegem in 2003 de Ronde van Vlaanderen won. Ik was amper tien jaar, maar supporterde als een gek. Wist ik veel dat ik twintig jaar later met een profrenner zou trouwen.” (glimlacht)

Over de Ronde gesproken: die start op 2 april opnieuw in Brugge.

“Vlaanderens Mooiste komt weer thuis! De Ronde van Vlaanderen moet toch door West-Vlaanderen slingeren? Ook op praktisch vlak is het veel makkelijker. Brugge is veel dichter dan Antwerpen. Het wordt een topdag: eerst naar de start, daarna enkele stops langs het parcours. En het peloton passeert ook op een steenworp van ons huis: op de Rijksweg in Lendelede. Het wordt een hoogdag.”

“Yves is al een paar jaar op rij top in Parijs-Roubaix, zijn droomkoers. We blijven erin geloven. Dit jaar of in 2024, waarom niet?”

Zou jij zelf kunnen opbrengen wat Yves en zijn collega-wielrenners voor hun vak moeten doen?

“Puur fysiek denk ik van wel. Maar ik zou het niet over mijn hart kunnen krijgen om Aloïs zo vaak te moeten missen. Yves is dinsdag voor drie weken naar de Ronde van Argentinië vertrokken. Ik mag er niet aan denken dat ik ons zoontje zo lang niet zou zien. Verder leef ik wel mee op het ritme van de koers. Ik eet hetzelfde als Yves, we drinken allebei amper alcohol, zijn altijd samen uit en samen thuis… Dat vind ik ook maar normaal.”

Denk je al stiekem aan het post-profwielrennerbestaan?

“Neen. Dat is nog lang niet aan de orde. Zolang hij zich goed voelt, wil Yves blijven koersen. En daar steun ik hem volledig in. Hij heeft van zijn hobby zijn droomjob kunnen maken, rijdt met zijn beste vrienden in het peloton rond en ziet de wereld. Dat hij nog maar even coureur blijft. En als het zover is, zien we wel. We zullen doen zoals Jean-Luc Dehaene: de problemen oplossen als ze zich stellen. Al zijn dit geen echte problemen.”

© JOKE COUVREUR

Stel: Aloïs wil later in de voetsporen van zijn papa treden. Wat zegt mama Astrid?

(denkt even na) “Koers is een prachtige sport, laat dat duidelijk zijn. Als hij dat wil, à la bonheur. Maar mijn moederhart zal wel op de proef gesteld worden. Wij hopen gewoon dat Wiske later een sport beoefent. Waarom geen judo, zoals zijn papa destijds? Maar dat is nog allemaal toekomstmuziek. Laat ons nu vooral genieten. Ze worden al zo snel groot.”

En wie weet zien we straks een fiere papa met ‘Wiske’ op het hoogste schavotje van de Vélodrome André Pétrieux…

“Dat zou helemaal fantastisch zijn. Yves is al een paar jaar op rij top in zijn droomkoers, we blijven erin geloven. Dit jaar of in 2024, waarom niet?”

Dan krijgt de kassei toch een plekje aan de eretafel op jullie huwelijksfeest?

“Sowieso! Maar ook zonder kassei zullen we er een topfeest van maken.”

© JOKE COUVREUR