2,5 jaar na tragisch ongeval: “Er is een leven voor en na de dood van Sebastiaan”

Vincent Vandommele en Ingrid Verhaegen verloren 2,5 jaar geleden hun 15-jarige zoon Sebastiaan. "Het verdriet en het gemis blijven. Dat dragen we altijd mee." © Frank Meurisse
Philippe Verhaest

Het moest de mooiste tijd van zijn nog jonge leven worden, maar het scoutskamp van eind juli 2017 in Bütgenbach draaide voor Sebastiaan Vandommele (15) en zijn familie uit op een ware nachtmerrie. Een zwempartij in een meer kostte de jonge kerel het leven. Maandag wordt het verhaal in ‘Mij overkomt het niet’ op Eén belicht. “Het is nog altijd onwezenlijk dat we onze Sebastiaan niet meer bij ons hebben”, klinkt het bij zijn ouders.

Zaterdag 22 juli 2017 zal altijd in het geheugen van Vincent Vandommele (51) en Ingrid Verhaegen (49) gegrift staan. Hun 15 jaar oude zoon Sebastiaan Vandommele genoot in Büllingen, een buurgemeente van Bütgenbach, van een onbezorgd kamp met zijn vertrouwde jeugdbeweging, de Padvinders van Sint-Joris uit Izegem.

De scoutsgroep was al een week op kamp in de Oostkantons en door het warme weer werd besloten om enkele kilometers verderop naar een meer te trekken om van een verfrissende zwempartij te genieten. Alle leden sprongen kort na de middag in het water, maar Sebastiaan bleef aan de kant. Plots merkte iemand op dat Sebastiaan van de oever verdwenen was. In eerste instantie werd gedacht dat hij op eigen houtje naar de kampplaats was teruggekeerd, maar ook daar was hij nergens te bespeuren. Iets na 17 uur werd de politie verwittigd en volgde er een zoekactie. Ook de Cel Vermiste Personen kwam ter plaatse. Een politiehelikopter speurde de omgeving af en tot een stuk in de nacht werden de nabijgelegen bossen uitgekamd. Helaas zonder ook maar enig resultaat. Daags nadien werd het levenloze lichaam van de Izegemnaar in het meer teruggevonden, op amper 20 meter waar Sebastiaan voor het laatst gezien was…

In de woonkamer is een hoekje aan Sebastiaan gewijd. Onder andere zijn knuffelbeer en scoutsdas nemen er een prominente plaats in.
In de woonkamer is een hoekje aan Sebastiaan gewijd. Onder andere zijn knuffelbeer en scoutsdas nemen er een prominente plaats in.© Frank Meurisse

Vincent en Ingrid genoten toen net van een welverdiende vakantie in het noorden van Spanje. “Sebastiaan was voor de tweede keer op scoutskamp, terwijl wij ook zelf op reis waren. Maar we lieten hem uiteraard met het volste vertrouwen achter in de handen van de leiding”, klinkt het. “Hij was al sinds het eerste leerjaar een trotse scout en had al een achttal ‘grote’ kampen meegemaakt, aangevuld met heel wat weekendjes.”

Die bewuste 22ste juli kregen Sebastiaans ouders echter telefoon van de leiding. “We kregen te horen dat ze onze zoon niet meer vonden. We vroegen om ons elk halfuur op de hoogte te houden. Dat gebeurde ook, maar rond 18 uur was er nog altijd geen spoor van Sebastiaan. We besloten om in onze auto te springen en reden in één ruk richting Bütgenbach. Daar kwamen we rond de middag aan en niet veel later werd het lichaam van onze Sebastiaan uit het water gehaald. Op dat moment stortte onze wereld helemaal in. Als ouder je kind moeten afgeven, dat klopt gewoon niet. Sindsdien is alles anders. Er is een leven voor en na de dood van Sebastiaan. Een leven waar we hem fysiek bij ons hadden en nu enkel nog in gedachten. Maar hij is wel altijd en overal bij ons.”

In 'Mij overkomt het niet' praat Fatma Taspinar onder andere met de leiding van de Padvinders Sint-Joris.
In ‘Mij overkomt het niet’ praat Fatma Taspinar onder andere met de leiding van de Padvinders Sint-Joris.© VRT

Vrijwel meteen na het ongeval stelden Vincent en Ingrid duidelijk dat de leiding van de Padvinders Sint-Joris geen enkele schuld trof. “Het was een ongeval, daar kon niemand iets aan doen. We zijn onze zoon kwijt, maar wilden – en nog steeds niet – geen zondebok. De scoutsgroep was Sebastiaans leven. Hij had er veel vrienden, trok elke zaterdag naar de activiteiten…”

2,5 jaar na de dramatische gebeurtenissen krabbelen Vincent en Ingrid stilaan weer overeind. “We doen voort. Voor Sebastiaan, want dat zou hij gewild hebben. De eerste maanden na zijn dood waren een helse zoektocht. Hoe konden we ons leven weer zin geven? De goeie en minder goeie dagen volgen elkaar nog altijd op, maar de echt diepe dalen zijn verdwenen. Net als de scherpe kantjes, die zijn wat afgevlakt. Maar het verdriet en het gemis blijven. Dat dragen we de rest van ons leven mee.”

De scherpe kantjes zijn weg, maar het verdriet blijft. Dat dragen we voor altijd met ons mee

1 november, Allerheiligen, blijft wel een moeilijk moment voor het gezin. “Die momenten zijn voor ons erg vermoeiend. Het rouwen gaat nooit voorbij, maar op dergelijke dagen laat je dat meer dan anders toe. Dan kunnen de kleinste gedachten of taferelen je aan Sebastiaan herinneren. In de stad kan een fietser met ietwat hetzelfde figuur als Sebastiaan ons letterlijk aan de grond nagelen. Dan weten we even niet waar we het hebben… We staan op en gaan slapen met onze zoon in gedachten. En dat zal nooit veranderen. Met vrienden en familie praten we ook over hem. Dat gebeurt niet zo heel vaak, maar we putten er wel energie uit. Daar heeft onze maatschappij nog een les te leren. Er hangt een taboe over praten over je overleden geliefden, terwijl dat echt niet zo hoeft te zijn.”

Sebastiaan stond erg vrolijk in het leven, zeggen zijn mama en papa. “Een opgewekte kerel die altijd voor anderen klaarstond. Hij had erg graag mensen om zich heen, maar genoot er ook van om even alleen te zijn. Misschien daarom dat hij een fervent gamer was. Daar kon hij zichzelf soms echt in verliezen. Sebastiaan was ook niet de grote gangmaker van de bende, maar was er wel altijd graag bij. Dat zagen we ook bij de scouts. Elke taak voerde hij plichtbewust uit. Zo zat hij in elkaar.”

Bakker in spe

Na de zomervakantie van 2017 zou Sebastiaan het vierde jaar in de bakkersopleiding aan Ter Groene Poorte in Brugge starten. “Helaas heeft hij dat nooit kunnen doen. We hebben ons al dikwijls afgevraagd hoe het nu met onze zoon zou gaan. Hij zou zijn geïntegreerde proef in goeie banen aan het leiden zijn en straks naar het werkveld verkassen. Zou hij ergens gaan werken of voor een eigen bakkerij kiezen? Allemaal vragen die we nooit beantwoord zullen zien. We zouden er ook zoveel voor over hebben om zelfs de kleine ergernissen van weleer terug te hebben. Hem aanmanen om de snoeppapiertjes in zijn kamer op te rapen, Sebastiaan erop wijzen dat hij te lang aan het gamen was of hem ‘s ochtends uit zijn bed moeten jagen… We missen alles aan onze jongen.”

Zijn slaapkamer hebben Ingrid en Vincent in ere gehouden. “Zijn bed is ondertussen weg, maar zijn posters hangen nog aan de muur en zijn zetel staat er nog”, aldus Ingrid. “Ik werk er ook vaak, omdat de wifiverbinding er erg goed is. Maar ik heb onze zoon dan ook erg dicht bij mij. In onze woonkamer hebben we een hoekje aan Sebastiaan gewijd. Bij zijn foto brandt een kaarsje, rond zijn knuffelbeer hangt zijn scoutsdas…. Dat zijn tastbare herinneringen aan onze zoon.”

Ook de Padvinders Sint-Joris blijven Sebastiaan in hun hart dragen. “Onlangs was er een scoutsfuif en zijn vrienden hebben op zijn graf een T-shirt van het feestje gelegd. Zulke zaken doen ons goed. We waren ook uitgenodigd op de receptie voor alle ouders en ook bij de start van het nieuwe werkjaar gingen we even langs. Zo weten we dat Sebastiaan ook daar blijft voortleven.”

De komende feestperiode gaan Ingrid en Vincent met een dubbel gevoel tegemoet. “Het zijn drukke dagen, maar op zo’n momenten besef je dat er iemand te kort is. Er blijft een stoel leeg. Een stoel die voor Sebastiaan bedoeld is. Maar hij genoot zo van de kerstperiode en was gek op de kerstboom. Vorig jaar hebben we die zelfs speciaal wat langer laten staan. We houden de feestdagen in ere, maar onze zoon zit in gedachten bij ons. Net daarom bezoeken we hem ook wekelijks minstens één keer op de stedelijke begraafplaats. Dan vertellen we wat over de voorbije week en hoe zijn zus Alice (20) het maakt. Kleine dingen, maar voor ons betekenen die erg veel. Het blijft onwezenlijk dat we onze Sebastiaan niet meer bij ons hebben.”

Maandag 18 november om 20.40 uur op Eén: ‘Mij overkomt het niet’.