Gemeenteraadslid én kersverse vader dient motie in om Torhoutse kraamkliniek te behouden

Pieter Billiet, An Tamsin en hun dochtertjes Clara (3) en Elise (1 maand). © foto JS
Johan Sabbe

De studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, die zegt dat er minstens 557 bevallingen per jaar nodig zijn voor de efficiëntie van een kraamkliniek, heeft gemeenteraadslid én jonge vader Pieter Billiet in de pen doen kruipen. Komende maandag legt hij de gemeenteraad een motie voor waarin het behoud van de kraamafdeling van het Sint-Rembertziekenhuis nadrukkelijk gevraagd wordt.

Mocht de ondergrens van 557 bevallingen de norm worden om als kraamkliniek te blijven bestaan – nu ligt de wettelijke grens nog altijd op 400 bevallingen – dan zou Torhout daar samen met een twintigtal andere ziekenhuizen in het land het slachtoffer van zijn. Vorig jaar telde het Sint-Rembertziekenuis, dat zoals bekend tot de Roeselaarse groep AZ Delta behoort, 465 bevallingen, goed voor 467 baby’s. Een groeiend aantal, maar te weinig mocht de studie in wetgeving worden omgezet.

Al zeggen cijfers uiteraard niet alles. Maggie De Block mag dan als federale minister van Volksgezondheid oren hebben naar de fikse besparingen die uit het sluiten van kraamafdelingen zouden voortvloeien, een dergelijke ingrijpende beslissing zou op weinig begrip kunnen rekenen. Dat blijkt uit de scherpe reacties van het personeel van de kraamklinieken en de directies van de betrokken ziekenhuizen, maar ook uit de verontwaardiging bij jonge ouders, lokale politici en Vlaams minister Hilde Crevits, die in Torhout woont en er de vertrouwde kraamafdeling niet kwijt wil.

Zorg in de eigen buurt

Pieter Billiet (35), die de motie heeft opgesteld, is fractieleider voor CD&V in de gemeenteraad. Een maand geleden hebben hij en zijn vrouw An Tamsin (31) een tweede kindje gekregen: Elise, een kerstkindje dan nog. Net als zusje Clara (3) werd het meisje in het plaatselijke Sint-Rembertziekenhuis geboren, waar Pieters vader Guido als anesthesist jarenlang arts is geweest.

“Een kraamafdeling is een wezenlijk onderdeel van de lokale basiszorg”, vindt Pieter. “En dan gaat het mij niet enkel om de bevalling zelf, maar om alles wat ermee gepaard gaat. Vergeet niet de voorafgaande bezoeken bij de gynaecoloog en de opvolging achteraf bij de kinderarts. Van een dergelijke basiszorg in je eigen buurt kunnen genieten, is van fundamenteel belang. Het op- en afrijden naar een zorgcampus verderop zou voor tal van problemen zorgen, zeker voor jonge gezinnen. Ik vind het trouwens vreemd dat in tijden waarin we aangemoedigd worden om de auto zoveel mogelijk aan de kant te laten, we voor medische basishandelingen ettelijke kilometers zouden moeten rijden.”

In een verloskamer van de kraamafdeling van het Torhoutse Sint-Rembertziekenhuis diensthoofd Dirk Feys met enkele vroedvrouwen uit het lokale team: van links naar rechts Nathalie Verhamme, Liesbet Decoster en Evelien Verduyn.
In een verloskamer van de kraamafdeling van het Torhoutse Sint-Rembertziekenhuis diensthoofd Dirk Feys met enkele vroedvrouwen uit het lokale team: van links naar rechts Nathalie Verhamme, Liesbet Decoster en Evelien Verduyn.© foto JS

Na twee bevallingen van zijn vrouw in het Sint-Rembertziekenhuis is Pieter zeer te spreken over de geleverde kwaliteit binnen de kraamafdeling. “Ook op Kerstmis stonden de vroedvrouwen, anesthesist en gynaecoloog paraat om de geboorte van Elise optimaal te laten verlopen. De kerstmaaltijd moest even wachten (lacht). Ik dring er dan ook sterk op aan om deze vorm van basiszorg – bevallen – zo dicht mogelijk in de buurt te houden van waar de mensen wonen. Vandaar de motie die ik maandagavond aan de gemeenteraad voorleg. Ik hoop dat alle politieke partijen rond de tafel ze zullen goedkeuren. In de motie, gericht aan minister Maggie De Block, uiten we ons ongenoegen over de eenzijdige benadering van de cijfers in de beruchte studie. We vragen met klem om bij efficiëntieoefeningen rekening te houden met de verzuchtingen van de bevolking en de basiszorg dicht bij huis te houden.”

De studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg is voorlopig natuurlijk niets meer dan een studie en zelden wordt de soep zo heet geheten als ze opgediend wordt.

“Maar waakzaamheid is in deze materie geboden”, vindt Pieter.

Tien jaar licht stijgend

Dirk Feys (57) werkt al 35 jaar in de kraamafdeling van het Sint-Rembertziekenhuis, sinds 1999 als diensthoofd. Als enige vroedman leidt hij het team van 20 vroedvrouwen. “In 1991 hadden we nog 638 bevallingen, maar vanaf dan ging het in dalende lijn, omdat de gezinnen kleiner werden”, zegt hij. “Toch zijn we het minimum van 400 bevallingen altijd blijven halen. De laatste tien jaar kent onze kraamafdeling, die volledig gemoderniseerd werd en over prachtige kamers beschikt, zelfs weer een stijging van een kleine vijf procent per jaar – en dit tegen de trend in. Zo kwamen we in 2019 op 465 bevallingen uit.”

“Onze patiënten appreciëren enorm de nabijheid en de persoonlijke aanpak in de kraamafdeling. Ze voelen zich geen nummer. Ons team van vroedvrouwen, gynaecologen en kinderartsen is relatief jong en schoolt zich vaak bij. Door de kleinschaligheid is de samenwerking met de gynaecologen laagdrempelig.”

“Het is erg jammer dat de omstreden studie zo sterk over het financiële aspect gaat. Ons is het vooral te doen om de mensen achter de cijfers. Voor een gepland onderzoek kun je verderop rijden, maar een bevalling is meestal niet gepland en dus moet je snel in je eigen buurt terechtkunnen. Het is een basiszorg. Wat die norm van 557 bevallingen betreft, voelen we ons gesterkt door de fusie. Voor heel AZ Delta overstijgt het aantal bevallingen de 2.200. Hoe die georganiseerd worden en op hoeveel plaatsen, is de keuze van het ziekenhuisbestuur.”

Dat wordt door algemeen directeur Johan Hellings bevestigd. “We vinden dat we de goede zorg voor moeder en kind ook op onze campussen in Torhout en Menen moeten kunnen blijven garanderen”, zegt hij. “Deze zorg is voor ons een essentieel onderdeel van een basisziekenhuis.”

Afspraken bij de fusie

Burgemeester Kristof Audenaert reageert fors. “Een sluiting van de kraamafdeling zou onaanvaardbaar zijn. Bevallen is een basiszorg. Dat moet in ons uitstekende Torhoutse ziekenhuis zeker kunnen. Ik ben blij dat de top van AZ Delta daar ook zo over denkt.”

Vlaamse minister Hilde Crevits is dezelfde mening toegedaan. “Een kraamafdeling kan niet beoordeeld worden op louter economische aspecten. Hier is het emotionele van belang: een kindje krijgen! Vandaar dat de Torhoutse kraamkliniek geenszins mag verdwijnen. Bij de fusie van ons ziekenhuis met AZ Delta uit Roeselare werden daaromtrent trouwens duidelijke afspraken gemaakt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier