Fotograaf Henk van Cauwenbergh: “Mijn leven is voor drie kwart voorbij, dat doet nadenken”

© Davy Coghe
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

De hand die ik schud, heeft die van Charles Aznavour geschud. Meermaals. En die van prins Albert van Monaco en andere Grimaldi’s. Van Kate Moss, Naomi Campbell, Andrea Pirlo en Andre Agassi. Ik bedoel maar: de gast van deze week is niet zomaar een gast. Henk van Cauwenbergh is een wereldberoemde fotograaf, met roots in Knokke en woonplek in Zeebrugge.

Van Cauwenbergh maakte in eigen land faam met de jaarlijkse showbizzkalender, de hoogmis van bekend Vlaanderen in bikini en lingerie. Daarmee is hij zes jaar geleden gestopt. “Ik heb dat vijftien jaar gedaan. Dat was boeiend, leuk om doen. Maar die tijd is voorbij. Wie vandaag bloot wil zien, surft op internet.”

De voorbije jaren verlegde van Cauwenbergh zijn focus naar kunstboeken op groot formaat, vooral over steden. Over Parijs bijvoorbeeld, met actrice Lize Feryn op de cover. Over Londen ook, en Antwerpen. Of over Durbuy, op vraag van Marc Coucke. “Ik ben nu net terug van Zuid-Afrika, waar ik aan een boek gewerkt heb over Kaapwijn. Dat is op vraag van ondernemer Peter De Leeuw die wijnen importeert uit Zuid-Afrika.”

Als ik prins Albert zie, dan zwanzen we over voetbal en vrouwen, zoals alle mannen doen

Het doet hem iets op dit schip te zitten, bekent hij. “Dit is nostalgie voor mij. Mijn vader, twaalf jaar geleden gestorven, is van Antwerpen. Hij was daar een bekende stadsgids. Hij heeft trouwens zijn eigen standbeeld, tegenover het Steen. Dit is de man die de wereld Antwerpen leerde kennen, zo staat erbij. Om maar te zeggen hoe geliefd hij daar was. Toen de Mercator nog in Antwerpen lag, mocht ik eens mee het schip op. Dat was toen een opleidingsschip voor matrozen. We zijn gaan varen op de Schelde. Ik was nog een kleine jongen, maar ik ben dat niet vergeten. Ik weet ook nog dat er heibel is geweest, toen het schip naar Oostende verhuisde. Maar éérlijk: ik vind het hier beter liggen dan in Antwerpen. Prominenter.”

Ben jij dan West-Vlaming of Antwerpenaar?

(lacht) “Moeilijke vraag. Ik voel me de twee, denk ik. Ik ben geboren in Antwerpen en heb daar ook zes jaar gewoond. Dan zijn mijn ouders uiteen gegaan. Ik ben mee verhuisd met mijn moeder naar Knokke, waar haar broer woonde. Mijn moeder was een Brugse. De twee plekken zijn speciaal voor mij, Antwerpen én Knokke. Al vind ik Knokke wel heel fancy en dandy geworden. Ik woon nu al even in Zeebrugge, vanwaar mijn vriendin afkomstig is. We wonen hier in een gerenoveerd vissershuis. Ik hou wel van het eenvoudige, oprechte leven hier in Zeebrugge. Ik voel me hier goed thuis.”

Een boek over zijn roots

Mon Plat Pays, dat is de titel van het nieuwe kunstboek op groot formaat van Henk van Cauwenbergh. Het boek wordt op zaterdag 23 november voorgesteld in het casino van Knokke.

“Dit wordt mijn mooiste boek ooit, omdat mijn persoonlijkheid erin vervat zit. Het gaat over mijn roots en mijn leven. Het gaat over het historische Brugge, de geboorteplek van mijn moeder. Het gaat over het mondaine Knokke, de plek waar ik ben opgegroeid. Het gaat over het authentieke Zeebrugge, de plek waar ik woon met mijn vriendin. Het gaat over het landelijke Damme, de plek die Jacques Brel inspireerde voor zijn grote hit Mijn vlakke land oftewel Mon plat pays“, legt Van Cauwenbergh uit.

JacquesBrel

Dit is écht mijn plat pays. Ik heb Brel trouwens eens mogen ontmoeten. Ik was zestien en werkte in de nachtbar van het casino. Hij had daar net opgetreden. Ik moest hem van de baas Dom Perignon serveren, de duurste champagne. Laat maar zitten, jongen, zei hij. Geef mij liever een gewoon biertje.”

Delphine Boël

Op de cover van het boek prijkt Delphine Boël, op foto gezet aan de Damse Vaart. “Zij zal die cover ook op een originele manier beschilderen. Delphine is al tien jaar een goede vriendin. Ik hou van haar oprechtheid. Haar eerlijkheid. Ik heb ook grote bewondering voor haar lange weg naar erkenning. Albert heeft maar liefst achttien jaar een relatie gehad met haar moeder, Sybille. Waar praten we dan nog over? Zij is gewoon zijn dochter. Et alors. Zeg dat dan. Al mijn sympathie voor die man is verdwenen. Ik begrijp zelfs niet wat zo iemand bezielt. Delphine is trouwens gemaakt in Knokke. Zij woonde daar ook de eerste zes jaar van haar leven. Het boek is dus ook voor haar een vorm van thuiskomen.”

‘Mon Plat Pays’ ligt vanaf 25 november in de winkel. Het is uitgegeven door Stichting Kunstboek, telt 232 pagina’s en kost 115 euro.

Wie is Henk van Cauwenbergh?

Privé

Geboren op 9 november 1958 in Antwerpen. Zoon van George van Cauwenbergh en Maya De Bock. Verhuisde op zijn zesde met zijn zus en moeder naar Knokke. Woonde daar in de Koningslaan. Studeerde pers- en communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Trok daarna naar Parijs voor een opleiding fotografie aan de Academie voor Schone Kunsten. Woont met zijn vriendin Els De Vlieghere in Zeebrugge. Vader van Kira (33), Eva (26), Keanu (16) en Lior (4).

Loopbaan

Wereldberoemd fotograaf. Auteur van talrijke kunstboeken op groot formaat. Uitbater Mas d’Images in de Provence. Meer info: www.henkvancauwenbergh.com.

Dat klinkt vreemd uit de mond van iemand die thuis is bij de Monegaskische beau monde.

“Ik ben vier jaar lang de assistent mogen zijn van de iconische fotograaf Peter Lindbergh. Hij was thuis in élke beau monde. Maar hij was eveneens de meest eenvoudige man die ik ooit gekend heb. Hij verdiende 50.000 euro per dag, maar zijn volledige kleerkast kon in één valies. Waarom zou ik dan naast mijn schoenen gaan lopen?”

Je jeugd in Knokke was geen walk in the park. Dat zal ook helpen?

(knikt) “Mijn moeder had het niet gemakkelijk om voor mij en mijn zus te zorgen. Zij had maar weinig centen. Gelukkig was er haar broer die de huishuur betaalde. Ik heb zelf moeten werken om mijn studies te financieren. Ik was amper elf jaar, toen ik caddy werd op de golfclub. Toen ik achttien was, werkte ik overdag als redder op het strand en ‘s nachts in de bar van het casino. Dat waren dubbele shiften om te kunnen studeren. Maar ik ga niet klagen. Ik was graag kind. Ik had een mooie jeugd. De verhuizing van Antwerpen, van een appartement op het Kiel naar een open badstad zoals Knokke, voelde aan als een bevrijding. (enthousiast) Ik kon met mijn fiets naar school. De vrienden van toen zijn nog steeds mijn beste vrienden.”

Wat wou jij worden in het leven?

“Schrijver. Journalist. Verhalen vertellen. Ik had altijd al mijn punten voor opstel. Of neen, ik lieg. Ik schreef soms de opstellen voor de vrienden, in ruil voor hulp met wiskunde. Het is eens gebeurd dat zij allemaal negentien op twintig kregen, en ik nul. Ik had overal dezelfde titel gebruikt. De leraar had door dat ik al die teksten geschreven had. (lacht) Ik wist dus al vrij vroeg dat ik in de journalistiek wou. Pas later heb ik ontdekt dat ik ook met fotografie verhalen kon vertellen. Dat is wat ik vandaag doe.”

Lindbergh verdiende 50.000 euro per dag, maar zijn volledige kleerkast kon in één valies. Waarom zou ik dan naast mijn schoenen gaan lopen?

Mag ik je eerste ontmoeting met Lindbergh hét keerpunt in je leven noemen?

“Dat is zeker zo. (enthousiast) Die man heeft mij enorm begeesterd. Ik was zonder hem wellicht ook fotograaf geworden, maar een andere fotograaf. Lindbergh kon de ziel van iemand vatten zoals geen ander dat kon. Ik heb hem ontmoet in Arles, dankzij een gezamenlijke vriendin. Ik wist niet meteen wie hij was, moet ik bekennen. (lacht) Hij is ook de man die mij aan de Grimaldi’s heeft voorgesteld (het Monegaskische koningshuis, red). Parce que tu es le seul assistent qui m’as compris, zo zei hij. Ik vond dat een fantastisch compliment. Dat is nu vijftien jaar geleden zijn. Ik heb die kans kunnen grijpen.”

Mag jij lachen met prins Albert, als Club Brugge daar met 0-4 gaat winnen?

“Ah, de Club, mijn andere grote passie. Ik was helaas niet aanwezig op die wedstrijd. Maar anders zou ik zeker mogen lachen. Hij weet dat ik grote fan ben. Als ik de prins zie, dan zwanzen we over voetbal en vrouwen, zoals alle mannen doen. Ik heb hem wel gezien, toen Monaco in Brugge kwam spelen. Dat was 1-1 toen. Wij hebben een goede band, de prins en ik.”

Mag jij hem Albert noemen?

“Dat weet ik niet. Ik zeg altijd monseigneur.”

Fotograaf Henk van Cauwenbergh:
© Davy Coghe

Jij hebt ook lange tijd in de Provence gewoond. Waarom ben je toch teruggekeerd naar Vlaanderen?

“Ik heb daar nooit permanent gewoond. Ik ben altijd blijven pendelen. Dat is voor mij het ideale leven. Ik heb Vlaanderen nodig, hier liggen mijn roots. Maar ik heb ook Frankrijk nodig, de Provence. We hebben onlangs een nieuw huis gekocht in Arles, waar we belevingsweken willen organiseren. Dat kunnen fotografieworkshops zijn. Dat is mijn nieuwste project. Het is trouwens niet zomaar een huis. Vincent van Gogh kwam daar destijds verpozen in de tuin, toen hij dokter Félix Rey bezocht.”

Jij hebt Charles Aznavour gefotografeerd, Kate Moss, Naomi Campbell, Andrea Pirlo, Andre Agassi, noem maar op. Weet jij waarom al die grote namen graag met jou werken?

“Ik was heel goed bevriend met Aznavour. Hij kreeg eens de vraag of ik de beste fotograaf was van België. Waarom vraag je niet of hij de beste van de wereld is, luidde zijn antwoord. Hij doet met beelden wat ik met woorden doe. Dat is het mooiste compliment. Aznavour was een virtuoos met woorden. Wat kan ik daaraan toevoegen?”

Ben jij een gelukkig man?

(resoluut) “Jawel. De mens is de architect van zijn eigen geluk. Dat is mijn vaste overtuiging, ziekte buiten beschouwing gelaten. Je moet iets maken van je leven. Ik heb het gevoel dat ik dat gedaan heb. Behalve in mijn studententijd heb ik nog nooit móeten werken. Dat is mijn grote luxe.”

Je bent vorig jaar zestig geworden. Denk je al aan je pensioen?

“Neen, ben je gek? (lacht) Ik ga niet stoppen. Ik ga doen zoals Lindbergh: fotograferen tot de allerlaatste dag. Hij is in september overleden. Dat was een grote schok voor mij. Hij was amper 75. (even stil) Als ik stop, dan ga ik sterven, zei Aznavour. Dat geldt ook voor mij.”

Sta je soms stil bij je leeftijd?

“Jawel. Als je zestig bent, is je leven voor drie kwart voorbij. Je beseft dat. Mijn moeder is twee jaar geleden gestorven, zij is 86 mogen worden. Ik ben een wees nu. Dat doet nadenken, ja. (even stil) Ik behoor tot de eerstvolgende generatie die zal verdwijnen. Maar ik voel me niet oud. Gelukkig maar. Ik wil nog élke dag leven. Bovendien haal ik veel energie uit mijn kinderen.”

Jij hebt een leven van rock ‘n roll geleid. Was jij ook een goede vader?

(blaast) “Dat is een moeilijke vraag om te beantwoorden. Ik denk het wel. Ik heb mijn best gedaan. (zwijgt even) Ik worstel met dubbele gevoelens. Ik was nog jong, toen ik voor het eerst vader werd. Ik was toen vooral met mijn eigen carrière bezig. Ik had te weinig tijd voor het vaderschap. Dat besef ik vandaag. Maar neem ik dat mezelf kwalijk? Niet zo hard. Ik was er altijd voor mijn kinderen, tot op vandaag. Mijn deur staat altijd voor hen open. Maar ik weet wel dat ik een andere vader ben voor Lior, mijn zoontje van vier. Ik ben met hem intenser bezig. Dat is de leeftijd.”

Een boek over zijn roots

Mon Plat Pays, dat is de titel van het nieuwe kunstboek op groot formaat van Henk van Cauwenbergh. Het boek wordt op zaterdag 23 november voorgesteld in het casino van Knokke.

“Dit wordt mijn mooiste boek ooit, omdat mijn persoonlijkheid erin vervat zit. Het gaat over mijn roots en mijn leven. Het gaat over het historische Brugge, de geboorteplek van mijn moeder. Het gaat over het mondaine Knokke, de plek waar ik ben opgegroeid. Het gaat over het authentieke Zeebrugge, de plek waar ik woon met mijn vriendin. Het gaat over het landelijke Damme, de plek die Jacques Brel inspireerde voor zijn grote hit Mijn vlakke land oftewel Mon plat pays“, legt Van Cauwenbergh uit.

JacquesBrel

Dit is écht mijn plat pays. Ik heb Brel trouwens eens mogen ontmoeten. Ik was zestien en werkte in de nachtbar van het casino. Hij had daar net opgetreden. Ik moest hem van de baas Dom Perignon serveren, de duurste champagne. Laat maar zitten, jongen, zei hij. Geef mij liever een gewoon biertje.”

Delphine Boël

Op de cover van het boek prijkt Delphine Boël, op foto gezet aan de Damse Vaart. “Zij zal die cover ook op een originele manier beschilderen. Delphine is al tien jaar een goede vriendin. Ik hou van haar oprechtheid. Haar eerlijkheid. Ik heb ook grote bewondering voor haar lange weg naar erkenning. Albert heeft maar liefst achttien jaar een relatie gehad met haar moeder, Sybille. Waar praten we dan nog over? Zij is gewoon zijn dochter. Et alors. Zeg dat dan. Al mijn sympathie voor die man is verdwenen. Ik begrijp zelfs niet wat zo iemand bezielt. Delphine is trouwens gemaakt in Knokke. Zij woonde daar ook de eerste zes jaar van haar leven. Het boek is dus ook voor haar een vorm van thuiskomen.”

‘Mon Plat Pays’ ligt vanaf 25 november in de winkel. Het is uitgegeven door Stichting Kunstboek, telt 232 pagina’s en kost 115 euro.