Foorkramersfamilie Dagraed smeekt om weer aan de slag te mogen

V.l.n.r. Guido Dagraed, Ulrich Declerck, mama Sophia Van der Elst, Sara Dagraed en in de scooter Pascale Dagraed. (foto LIN)
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

De Dagraeds zijn een begrip in de kermiswereld. Van vader op zoon en dochter baten ze een attractie of frituur uit en reizen met hun foorkraam Vlaanderen rond. Deden ze toch, tot corona hen lam legde. “Ken je dat, mensen die smeken om te mogen werken? Wel wij doen dat”, zegt Guido Dagraed, die net zoals zijn zussen en schoonbroer niet te spreken is over het afschaffen van de kermis in heel veel dorpen en steden.

Het verhaal van de kermisfamilie Dagraed gaat terug tot het eind van de 19de eeuw. “Op 6 december vonden paardenhandelaars in Aartrijke een jongetje. Het was te vondeling gelegd in het veld. Ze namen hem mee en voedden hem op. Hij kreeg de naam Nicolaas Dagraed, gevonden bij dageraad op de verjaardag van Sinterklaas”, vertelt Guido Dagraed (56). “Daar startte ons verhaal, want de mensen die het jongetje meenamen, deden de markten met paarden, in feite de voorlopers van de kermissen.”

Guido is de oudste telg uit het gezin van Gilbert Dagraed en Sophia Van der Elst. “Ik kom ook uit een kermisfamilie met een lange geschiedenis. Mijn grootvader ging als goochelaar rond, in de zomer op de kermissen, in de winter bracht hij spektakel in zalen”, aldus mama Sophia (82). “Mijn ouders hadden een ringenspel. Ik leerde Gilbert kennen op de kermis in Lebbeke waar hij ook stond. Na ons huwelijk startten we met een schietkraam en kindermolen.”

In 1969 vestigden Gilbert en Sophia zich in Roksem, waar ook de ouders van Gilbert woonden. “Ze kochten een stuk grond van de familie langs de Brugsesteenweg, waar wij later ons huis bouwden en nu wonen”, vertelt Ulrich Declerck, getrouwd met Pascale Dagraed.

Niets anders gekend

Gilbert en Sophia verhuisden naar Roksem omdat ze toen met een autoscooter vooral de kermissen in West-Vlaanderen aandeden. Kinderen Guido, Pascale en Sara kregen als het ware met de papfles de liefde voor het kermisgebeuren mee. “Dit is ons leven, onze job die we met heel veel enthousiasme doen. We hebben niets anders gekend, want als tiener hielpen we onze ouders al in het weekend en in de vakanties. We staan altijd met de glimlach in ons kraam en zien ook niets dan blije gezichten bij onze bezoekers. Ik zou niet weten wat we anders zouden doen“, zegt Sara, die een lunapark heeft. Haar zoon Joey zal wellicht een andere weg inslaan. “Hij helpt me in het weekend wel, maar wil verder studeren.”

Ook broer Guido doet de kermissen met een lunapark. Hij heeft drie kinderen: de tweeling Shari en Jissy en zoon Sonny. “Mijn dochters helpen al mee, maar Sonny is de eerste Dagraed die niet in de kermiswereld is gebleven. Hij heeft een eigen bedrijf opgestart.”

Nieuwe wereld

Pascale Dagraed heeft meegeholpen met haar ouders tot haar huwelijk in 1994. Ze is getrouwd met Ulrich Declerck. “Ik ben van Bredene afkomstig en kende het kermismilieu totaal niet. Toen ik Pascale leerde kennen, ging een nieuwe wereld voor mij open. En ik was er heel nieuwsgierig naar. Toen we de kans kregen om een frituur over te nemen, hebben we die gegrepen. Ik ben in de kermis terecht gekomen en heb het me nog nooit beklaagd. Ik doe het nog altijd met veel enthousiasme.”

Ook Yanaika, de dochter van Pascale en Ulrich, blijft met hart en ziel verbonden aan de kermis. “Zij heeft ook een frituur, wel in het Limburgse. Ze is de liefde gevolgd, en ja, haar partner komt ook uit het kermismilieu”, vertelt Pascale Dagraed.

Kotjesvolk

“Wij zijn een van de oudste foorreizigersfamilies van West-Vlaanderen en zijn trots op onze roots”, verzekert Guido Dagraed die samen met zijn zussen nu aankijkt tegen een rampjaar.

“We worden gediscrimineerd in ons eigen land. De federale regering heeft ons fiat gegeven, maar veel gemeentebesturen hebben beslist om geen kermissen toe te staan”, zegt Ulrich Declerck. “We hadden zo gehoopt om in augustus te kunnen starten, maar niets van. Weet je, sommige mensen denken “Och, ‘t is toch maar kermis”, maar dit is ons beroep, ons inkomen. We worden dikwijls nog aanzien als kotjesvolk. We hebben een bedrijf waarin we veel investeren”, maakt Sara zich kwaad. “Ons seizoen loopt van maart tot november. Door tijdens die maanden voldoende te sparen, kunnen we de winter overbruggen. Maar nu? Al maanden geen inkomen. Straks is het winter en wat zal het in het voorjaar zijn? Weet je dat in het weekend van 15 augustus 50 kermissen zijn afgeschaft in Vlaanderen? Een echte ramp voor ons allemaal.”

Het kan veilig

“In geen enkele gemeente waar de kermis wel mocht doorgaan, was er een opstoot van corona. We zorgen zelf voor veiligheid, voor onze bezoekers en voor onszelf. Het kan heel veilig”, vult Guido Dagraed nog aan. “Samen met Ulrich heb ik een protocol gemaakt om te kunnen starten. Heel wat landen rondom ons gebruiken dit zelfs, maar in België is het njet.”

“Veel burgemeesters begrijpen ons, maar er zijn er ook voor wie wij niets waard zijn”, besluit Sara Dagraed.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier