Flor Vandekerckhove is sinds 1988 literair aan de slag: “Ik schrijf elke dag, dat maakt me gelukkig”

Flor Vandekerckhove was 25 jaar hoofdredacteur van Het Visserijblad. (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Redactie KW

Een kwarteeuw was Flor Vandekerckhove de kritische redacteur van Het Visserijblad. Als auteur publiceerde hij korte verhalen, romans, toneelstukken, essays, pamfletten, novelles… Ook vandaag blijft hij een verhalenverteller via zijn blog De Laatste Vuurtorenwachter, op podcast of live op het podium. Nu is er ook zijn eerste dichtbundel in e-boekversie.

De Mercator associeert Flor niet met het schip, maar met sigaren. “Tijdens een veiling van de Kringwinkel bood ik ooit 10,82 euro op een doos Mercatorsigaren. Het bleek meteen het winnende bod. Die doos staat nu al sinds 12 april 2018 op mijn bureau. Van de tabak ben ik al lang af, maar dat bieden op Mercatorsigaren is een verslaving waarmee ik nog altijd worstel.”

Je stamt niet uit een vissersmilieu. Toch was je 25 jaar hoofdredacteur van Het Visserijblad en meteen een van de weinige kritische stemmen in deze toen al kwakkelende sector.

“Ik werkte in een fabriek en volgde een avondcursus scheepsdieselmotoren in de visserijschool John Bauwens. Daar zag ik Willy Versluys weer, een oud-dorpsgenoot. Na mijn engagement bij die politieke beweging ging ik aan de slag op een Gentse scheepswerf. Later huurde ik van Willy een flatje op de Baelskaai en zo kwam ik in contact met de visserij en met uitgever Martine Vandenberghe, dochter van Pros, die me zei dat ze HVB zou stopzetten. Toen heeft de vzw Liefkemores het blad overgenomen en werd ik er in 1988 de redacteur van.”

Sinds wanneer ben je literair aan de slag?

“Ook sinds 1988. Daarvoor bleven mijn schrijfsels beperkt tot sporadisch een stukje in marginale bladen. Dat redacteurschap was geen fulltimejob en ik schreef daarnaast ook fictieve verhalen over het vissersmilieu. Daar vond ik ook mijn eerste lezers.”

Het is niet omdat je niet in een gezin leeft dat er niemand aan je zij staat

Wat later startte je jouw eigen uitgeverij ‘De Lachende Visch’.

“Mijn laatste uitgeverij ‘Manga’ sloot de boeken en met de ‘De Lachende Visch’ heb ik daarna ‘De Oostendse Kapers’ van Walter Debrock uitgebracht, net als mijn eigen boeken.”

Na 80 jaar, waarvan de laatste 25 jaar onder jouw leiding, hield HVB in 2013 op te bestaan.

“Ik heb een kwarteeuw lang de neergang van een gemeenschap moeten beschrijven en dat in weerwil van stapels hoeraberichten. Dat kruipt in je kleren. Het was genoeg geweest. Ik miste toen ook de actieve pen van de betreurde Guido Walters, die in 2010 overleed. In de pers verneem ik nu weer dat de toekomst van de visserijsector er stralend uitziet. Een mens zou er cynisch van worden.”

Toch is HVB niet dood?

“Toen ik met pensioen ging, nam vzw Climaxi – een sociale klimaatbeweging – het blad over. Climaxi geeft nu jaarlijks een editie uit. En in mijn maandelijkse blog ‘Het Voorlaatste Visserijblad’ publiceer ik archiefmateriaal uit de voorbije jaargangen. Op die manier blijft HVB via andere media verder bestaan.”

Maar schrijven ben je altijd blijven doen.

“Schrijven maak me gelukkig! Ik schrijf dagelijks een verhaal. Zopas heb ik nog op de tram in mijn notitieboekje de aanzet van twee verhalen opgeschreven.”

Wie is Flor Vandekerckhove?

Privé

Flor (70) groeide op in Bredene. Hij behaalde na zijn middelbaar aan het Oostendse College een diploma marketing en publiciteit aan het Hoger Handels- en Taleninstituut in Kortrijk.

Loopbaan

Was 10 jaar kaderlid in KMO’s. Daarna actief bij politiek linkse bewegingen als RAL/SAP. Vanaf 1988 een kwarteeuw hoofdredacteur van Het Visserijblad. Nu gepensioneerd en fulltime auteur.

Vrije tijd

Wandelen, lezen, schrijven en digitaal publiceren, optreden met de Ostend Social Club Avondgenoegen.

Iedere auteur wil gelezen worden. Dan is het internet ook voor jou een zegen.

“Zeker. Voor een klassieke druk heb ik te weinig lezers. ‘De poldergeesten van Bredene’ had een oplage van 1000 stuks en ‘Amandine’, mijn beste roman, 700 exemplaren. Daar verdien je nauwelijks iets aan, zelfs niet als je die boeken zelf uitgeeft.”

Je publiceerde zopas als e-boek je eerste dichtbundel ‘De man die sneller schijt dat zijn schaduw en andere gedichten’. Een late roeping?

“Nee, ik heb al veel poëzie gepubliceerd in mijn blog. In deze bundel breng ik oudere gedichten en vingeroefeningen in mijn zoektocht naar vorm, ritme en taal. Daarnaast zijn er tien eigen vertalingen van Amerikaanse dichters en 14 ‘voorlaatste gedichten’.”

Dat klinkt terminaal!

“Omdat ik elektronisch publiceer, kan ik altijd nieuwe gedichten toevoegen. Dus blijft het laatst toegevoegde gedicht in se altijd het voorlaatste.”

Met die laatste gedichten trek je de boer op met pianist Dimer Geedts die jou met eigen composities begeleidt.

“Ik leerde Dimer vorige zomer kennen en het klikte tussen zijn muziek en mijn gedichten. Maar ik zie wat op tegen die optredens: je moet je huis, uit, piano transporteren, slecht weer, files… Ja, ik ben een huismus geworden. Gelukkig is er de podcast en in het leegstaande redactielokaal van HVB richt ik nu een knus zaaltje met fauteuils in. Wie ons – Ostend Social Club Avondgenoegen – wil horen, kan naar de Brusselstraat in Bredene komen. En na het optreden ben ik meteen thuis!”

Mis je geen vrouw aan je zij?

“Het is niet omdat je niet in een gezin leeft dat er niemand aan je zij staat.”

(ML)

Flors dichtbundel word gratis als e-boek toegestuurd na een mailtje naar liefkemores@telenet.be. Zie ook http://voorlaatste.blogspot.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier